De Mae Hong Son Loop, een rondje in Noordwest Thailand van zo’n 600 km dat meestal in Chiang Mai begint. Deze route is enorm populair om op de motor te doen, of zelfs op de fiets, maar wij reisden met het openbaar vervoer. Op de motor kun je de Mae Hong Son Loop in een dag of 3/4 doen, maar als je iets meer tijd neemt kun je er meer van genieten en op fijne plekken wat langer blijven. Met de bus ben je hoe dan ook iets langer onderweg. Aangezien het een rondje is kun je kiezen voor linksom of rechtsom. Wij zijn, tegendraads als we zijn, tegen de klok in gegaan.
Pai
Niet voor niets zijn er in het relaxte Pai t-shirts te koop met de tekst: ”I survived the 762 curves to Pai”. De weg van Chiang Mai naar Pai is lang en bochtig en niet geschikt voor mensen die snel wagenziek zijn. Wij legden de route af in één van de snelle minibusjes tussen die 2 plaatsen. Misschien waren we iets te veel bezig met overeind blijven zitten, maar we vonden dit stuk van de route nog niet enorm spectaculair.
Pai zelf is een erg prettig plaatsje, met veel keus aan accommodatie en volop heerlijke streetfood-stalletjes. Er is altijd wel ergens live muziek en in de omgeving is genoeg te beleven. Je kunt hier hiken, tempels bezoeken, op de motorbike erop uit, of naar het olifantenkamp. Wij wandelen een ochtendje naar de dichtstbijzijnde heuvel in deze prachtige vallei, door hellingen met dichte jungle en bamboebos omringd, om de paar honderd trappen naar de Wat Mae Yen te beklimmen. Vanaf de tempel heb je een fantastisch zicht op Pai en de hele vallei. Een andere dag toeren we rond. Op de motorbike verkennen we de omgeving met zijn Lisu en Kuomintang dorpjes, slingerweggetjes en zandpaadjes, om ook een stuk de natuur in te lopen waar de weg ophoudt. Je loopt dan meteen in de jungle, met enorme bomen, op wokkels lijkende takken en watervallen. Fantastisch!
Lekker op de motorbike rondtuffen in de omgeving van Pai
Soppong
Volgende stop aan de route is voor ons Soppong. Of eigenlijk is Soppong alleen de plek waar we de bus uit stappen. Ons verblijf is de Cave Lodge, een guesthouse zo’n 9 km vanaf de doorgaande weg. Openbaar vervoer gaat er niet naartoe, net zo min als tuktuks of taxi’s. Daarom nemen we elk een motorbike-taxi, een geheel nieuwe ervaring voor ons, maar een bekend fenomeen in dit deel van Thailand. De 9 km achterop zijn nogal enerverend, want de weg is eigenlijk niet meer dan een zand/rotsen-pad, met hier en daar extreem diepe kuilen en geulen. De Cave Lodge is een fantastische plek, midden in de natuur, met accommodatie in bungalows voor elk budget en een prima restaurant. De Australische eigenaar woont hier al jaren met zijn (lokale)Shan vrouw en ze kunnen je uitstekend adviseren over activiteiten in de omgeving, zoals het wandelen naar Lisu, Lahu of Shan dorpen of kajakken en speleologie. Wij genieten hier een paar dagen van de rust en om de omgeving te verkennen, maar verplaatsen ons daarna naar Soppong, iets dichter bij de bewoonde wereld en op een handigere plek voor twee dorpjes in de buurt die we graag willen zien.
De omgeving van Soppong is super om de natuur in te gaan of de prachtige dorpjes met zijn vriendelijke bevolking te verkennen
Black Lahu dorp
Eerst gaan we naar Black-Lahu dorp Ban Bo Krai. De Lahu zijn een Tibettaans volk dat in bergachtig Noord-Thailand woont. Zo rond 1 uur ’s middags gaan we op pad en dus kunnen we nog net de bus van 12 uur halen, die ons in een kwartier en via een extreem steile weg naar het juiste bospad brengt. We volgen het pad, lopend, door een geweldig mooi berglandschap, tot we aan de van symbolen voorziene bamboeslingers boven de weg zien dat we een dorp naderen waar de inwoners nog altijd animist zijn. We zijn er! De mensen moeten even aan onze witte neuzen wennen, maar soms wordt er voorzichtig gegroet. Midden in het dorp zien we een klein winkeltje, bij een Lahu-omaatje thuis. We kopen wat te drinken en als we op het bankje voor haar huis neerploffen komen de door opa gesmede, zilveren armbanden uit de doos.
Black Lahu dorp Ban Bo Krai
We wandelen nog wat door het dorp en kijken in het kleine schooltje rond. Bizar om te zien dat hier ook kinderen les krijgen, in een gebouw niet veel meer dan een bamboe-hut. Terug bij de hoofdweg zien we alleen verkeer in de andere richting, maar volgens een verkoopster van groenten komt de bus over een kwartier. Da’s echt mazzel, want er rijden er maar 5 op een dag. We gaan net in de schaduw zitten wachten als er toch een auto onze richting op gaat en we mogen meerijden. We hebben een zee van ruimte achterin de bak, heel wat anders dan in de volgepakte bus op de heenweg.
Lisu dorp
Na een korte pauze terug in Soppong lopen we naar Ban Nong Tong, een Lisu-dorp in de omgeving. De Lisu zijn net als de Lahu en de Akha van oorsprong Tibettanen. Na een korte, maar steile klim zien we hun kleurige klederdracht tussen de huizen. Ook horen we muziek en zien we mensen dansen, want het Chinese- en dus ook Lisu nieuwjaar wordt gevierd. Dit feest duurt 3 dagen en alle inwoners dragen hun allermooiste kleren. We zien dan ook geweldig uitgedoste mensen ronddansen op het erf van de hoofdman. Al gauw wordt ons eten en drinken aangeboden. Even later staan we zelfs mee te hupsen met deze bijzondere mensen. We bakken er niet veel van, maar ach… we kennen toch nog niemand hier. Het wordt al donker als we terugkeren naar onze bungalow.
De Lisu in Ban Nong Tong
Mae Hong Son
Na onze dagen in Soppong staan we weer bepakt en bezakt bij de bushalte te wachten. Mae Hong Son is onze volgende stop. Tegen de tijd dat we ons gaan afvragen of de bus vandaag te laat komt i.v.m. nog niet vol, of dat hij te laat komt door overvol, of dat hij niet komt door een mankement zien we het oranje monster in de verte naderen. Het landschap naar Mae Hong Son is spectaculair en dus de weg er doorheen ook. Al gauw beginnen mensen weer wit weg te trekken en het wordt steeds stiller. Stel je van Mae Hong Son zelf niet te veel voor. De belangrijkste bezienswaardigheden bestaan uit maar liefst 2 tempels en een overbevolkte visvijver.
Mae Hong Son
Grensgebied met Birma
Je zit hier pal tegen Birma aan en het uitgestrekte junglelandschap is de grootste trekpleister. Je kunt hier dan ook prima terecht voor een jungle trekking. Wij zijn niet zo sportief en na het zien van de lokale wegen vanuit de bus hierheen hebben we lang getwijfeld, maar we trekken er toch weer op motortjes er op uit. Onze bestemming: Ban Rak Thai. De eerste kilometers zijn alleen wat heuvelachtig, maar uiteindelijk gaan we steil en bochtig omhoog. Als de bochten nóg krapper en de weg die ze met elkaar verbindt nog steiler wordt, is het erg lastig om verder te gaan. Lopend inspecteren we nog even de komende bochten en hellingen, maar we besluiten dat het beter is terug te gaan… tot… er net een 4WD de bocht om komt. We steken onze duim in de lucht en na nog wat gebarentaal en wijzen op de kaart mogen we in de bak. We belanden tussen de gasflessen, zakken witte verf in poedervorm en jerrycans benzine, tot we een kilometer of 5 verder stoppen bij wegwerkzaamheden, om alles uit te laden. Tot onze verbazing brengt onze chauffeur ons daarna met een lege bak ook de laatste 10 kilometer tot onze gewenste bestemming. Geld dat we hem aanbieden wil hij niet hebben en snel keert hij om, terug naar waar hij vandaan kwam.
We zijn beland in het laatste dorp aan de bergweg die we volgden en pal voor de grens met Birma/Myanmar. Letterlijk vertaald betekent Ban Rak Thai: dorp dat van Thailand houdt. Dat is de naam die de Kuomintang er meer dan 30 jaar geleden aan gegeven hebben, toen ze zich hier vestigden. De geschiedenis van dit gebied is er één, net als rond Mae Salong, van veel onrust, hevige gevechten en opiumverbouw en -misbruik. Nu de rust is wedergekeerd kun je met meneer Jatta, op en top Chinees, met de muilezel naar de grenspost op “tour”. Als we van zijn vrouw de heerlijkste soorten Chinese thee hebben gehad, en hij zelf zijn muilezels gevangen heeft, vertrekken we. We zijn verbaasd dat de grens wel wordt aangegeven met een bord, een wachthuisje (onbemand?!) en een hek met een poortje, maar dat je 100 meter verderop Myanmar zo kunt binnenwandelen.
Kuomintang dorp Ban Rak Tai
Wij vervolgen het pad op onze lastdieren tot de top van de heuvel, waar we het Kuomintang/Thaise legerkamp dat de grens bewaakt binnengaan. Eerst denken we nog dat het voor toeristen is opgezet. Je kunt toch niet doodleuk het hek openmaken en een legerkamp binnenwandelen, ook al ben je dan dé meneer Jatta uit het dorp-dat-van-Thailand-houdt himself. Maar het blijkt echt de grensbewaking te zijn. Enkele jongens in legeruniform zitten hier de hele dag een beetje te roken (waarschijnlijk de peuken die meneer Jatta regelmatig voor ze meeneemt) en staren af en toe richting het Birmese kamp op de top van de volgende heuvel. Soms zwaaien ze even naar het Shan-kamp (Thaise groepering) op de heuvel aan de andere kant, die op hun beurt ook weer naar Birma staren. Wat een vreemde plek is dit. Zij houden Birma in de gaten en Birma kijkt op zijn beurt terug. Maar niemand doet wat. In het kamp zijn, naast een hut om te slapen, één om te koken en één met kaarten van de omgeving, de loopgraven te zien, die destijds gebruikt zijn door de Kuomintang om zichzelf te verdedigen.
Terug bij mama Jatta eten we nog wat en daarna kunnen we vrij snel met een songthaew, die beneden schoolkinderen gaat ophalen, mee terug naar onze motortjes. In een uurtje of wat rijden we terug naar Mae Hong Son.
verder naar Mae Sariang of terug naar Pai
Vanuit Mae Hong Son is Mae Sariang een volgende logische stop op de loop. Je kunt hier wederom een aantal tempels bekijken of een jungle trekking maken, maar Mae Sariang is echt populair vanwege zijn Karen hilltribe dorpjes in de buurt, al dan niet verantwoord. Vanuit Mae Sariang kun je verder de loop afmaken naar Mae Chaem, om het schitterende Doi Inthanon National Park te bezoeken. Wij kiezen er echter voor om dezelfde prachtige busrit terug te nemen naar Pai, om later in Chiang Mai de nachttrein naar het Zuiden te nemen. De treinreis hadden we al geboekt en we hadden te weinig tijd om het rondje helemaal goed af te maken. In plaats daarvan hebben we ervoor gekozen om op de plekken die we wel hebben bezocht maximaal te genieten.
De bus (in combinatie met motorbikes) is volgens ons het perfecte vervoermiddel om de Mae Hong Son loop te ervaren
Zeker ooit de hele Mae Hong Son Loop doen
Wij vonden dit gebied in Noordwest Thailand fantastisch en zullen zeker ooit terug gaan om de loop helemaal af te maken. We vonden het reizen met het openbaar vervoer hier echt super en ondanks dat we een volgende keer waarschijnlijk geen low-budget backpackreis maken zullen we waarschijnlijk toch weer voor deze manier van reizen kiezen. Zo ontmoet je de echte Thai uit deze regio en ervaar je het echte leven, meer dan wanneer je bijvoorbeeld in een eigen auto zit.
Heb jij de Mae Hong Son Loop weleens helemaal afgelegd? Nog leuke tips?
Spannend wat ik allemaal lees.
Mijn man wil graag op een motor en ik achterop. Ik ga niet meer op een motortje rijden. Ben wel 77 haha.
Wij hebben in zuidelijker thailand altijd problemen met het huren van een motor/scooter. Ze willen je paspoort hebben en dat willen wij niet afgeven.
Heb je daar in het noorden ervaring mee gehad.
Wij vertrekken al volgende week dinsdag.
Ik hoop, dat je dit leest.
Dank voor het delen van je reiservaring.
Ruby
Wat stoer, op je 77e nog achterop de motor! Wij hebben dat ook vaak meegemaakt in Thailand, dat ze je paspoort willen hebben, zowel in het noorden als het zuiden. Wij hadden daarom kopietjes gemaakt en vaak kwamen we daar ook wel mee weg. In elk geval het proberen waard. Goede reis!
Wat een leuk en handig artikel! Ik wil heel graag een keer naar Thailand, maar op een motorbike rijden wil ik dus niet, ivm verzekering. Ik heb geen motorrijbewijs. Denk je dat je deze loop ook zou kunnen rijden met een auto? Dan heb je alle vrijheid en het lijkt me prachtig om alles te zien op eigen houtje! Des noods alleen de omgeving van Pai per auto… Maar ik lees daar zo weinig over, het gaat voornamelijk allemaal over ‘scooters’
Deze loop kan je prima met een auto rijden! Goed idee. Wij hebben dat destijds, als budget backpackers niet gedaan, maar was een prima alternatief geweest. Volgens mij kan je in Chiang Mai gewoon een auto huren en dan het rondje in 3 of 4 dagen maken.
Beste
eind november vertrekken mijn vrouw en ik voor 3 maanden naar Thailand. Vanaf half januari zijn we 2 weken in Chiang Mai en dan denken we eraan om richting Mae Hong Son te gaan (met het vliegtuig).
In Mae Hong Son willen we het rustig aan doen en maar zeker ook enkele leuke uitstapjes doen. Je uitstap naar de Birma/Thailand grens lijkt me nogal spectaculair. Is het ook gevaarlijk ? Wie is mamam Jatta ?
Qua logement zijn we er nog niet helemaal uit. Mss kan je ons iets suggereren ?
Met vriendelijke groet
Wat heerlijk dat jullie 3 maanden in Thailand zullen zijn! Ons uitstapje naar de Birmese grens was niet gevaarlijk hoor… hooguit vanwege de scooter-rijkunsten van mijn man. 😉 Mamma Jatta is een theehuis waar je ook de tocht op de muilezel kan regelen. Wij hebben daar niet overnacht, hebben dit gedaan vanuit Mae Hong Son.
bedankt voor het delen ,krijg er nu al zin in.
wij 6 mannen gaan dit en nog een paar routes rijden op motoren.
voor ons na vele malen Nepal en India de volgende ontdekkings reis
na dit te hebben gelezen krijg ik er nog meer zin in.
Oh wat een tof avontuur zal dat gaan worden! Alvast veel plezier. Laat even horen hoe het geweest is!
Dat ziet er mooi uit!
Ik heb de loop niet gedaan omdat ik alleen varianten van excursies heb gezien waarbij Longnecks bezocht werden. Dat wilde ik pertinent niet (vanwege de uitbuiting van de vrouwen).
Wij hebben de loop zelf gedaan met openbaar vervoer en het eerste stuk dus met een minibusje. Wij wilden ook geen longnecks bezoeken en hebben dat dus ook niet gedaan.
Ik ben wel in Chiang Mai geweest en heb daar een trekking naar de Karen gemaakt. Maar aangezien het georganiseerd was, zou ik niet weten waar we precies zijn geweest. Daar was ik (bijna zo’n 20 jr geleden, oeps) ook nog niet mee bezig. haha. Ik kan me nog wel herinneren dat ik vaak wagenziek werd in OV in Thailand, wat scheuren ze daar zeg… niet echt mijn ding.
Haha, ja juist in de omgeving van Chiang Mai vond ik de buschauffeurs ook nog meer scheuren dan in de rest van het land. Ik kan me een ritje heugen met de geur van verbrand rubber, volgens mij kwam soms een wiel los van de grond… toen was ik echt bang (gelukkig niet ziek)
Lijkt me echt geweldig en ik heb deze route ook serieus overwogen. Helaas word ik erg snel wagenziek (alles wat beweegt is een drama voor mij) dus is deze route, inclusief Pai, niet voor mij weggelegd. Ik moet namelijk ook nog terug naar Chiang Mai. Ik vond het bochtenwerk in Sumatra en Java al een hele uitdaging. Waar is mijn horizon? Zo te lezen hebben jullie het wel super gehad.
Ja voor wagenzieken is dit echt een no-go. Wordt je ook ziek als je op een scooter rijdt? Er zijn namelijk best veel mensen die deze route op de scooter afleggen. Lijkt mij ook wel wat en misschien is het dan wel te doen?