Thailand is op veel plekken ongelooflijk toeristisch geworden en voor een authentieke kijk op het land zal je echt van de gebaande paden af moeten. Gelukkig is Thailand zonder toeristen nooit echt ver weg. Neem vanuit een willekeurig provinciehoofdstadje die ene bus met alleen Thaise letters erop en je komt op plekken waar de mensen nog verbaasd zijn je tegen te komen. Eerder schreef ik over ons eigen avontuur, langs de Mekong in het Noordoosten van Thailand. Hier reisden we tussen de locals in songthaews vanuit Loei naar steeds slaperigere dorpjes. Ik heb nog een paar geheimen om te delen met je en ook andere reizigers vertellen je graag wat hun favoriete, onontdekte stukje Thailand is. Dit is Thailand off the beaten track.
Sangklaburi
Sylvia Hendrix ontdekte niet eens heel ver van het toeristische Kanchanaburi een prachtige onontdekte parel. Een reis in een minibusje vol locals brengt je in een uur of 4 van Kanchanaburi naar Sangklaburi, een klein dorpje aan de Birmese grens. Het is een adembenemende tocht. De rit eindigt bij een minibusstationnetje. In het centrum zijn een paar guesthouses en winkeltjes. Geen toeristische prullaria te zien hier, allemaal gewone spullen. Wel is er een kleine 7-eleven.
Een bergafwaartse wandeling voert je naar het meer. Aan het meer een paar hotels. Dit meer is ooit ontstaan door het breken van een dam. Er zijn nog tempels te zien die onder water zijn gelopen. Over een lange, hoge houten brug wandel je naar het Mon volk. De vriendelijke mensen hebben een kleine markt en dragen vrolijke kleding. Er zijn twee prachtige Birmese tempels en een tempel in de jungle, helemaal vergroeid met de boomwortels en een mooi buddhabeeld. Op het meer is een tempel, waar je doorheen kunt met de kano als het water hoog staat.
Sangklaburi – Hier vind je het authentieke Thailand, zonder toeristen *foto’s: Sylvia Hendrix
Met een gehuurde scooter kan je de omgeving verkennen en rijd je zo de bergen in, de natuur is overweldigend. Je passeert kleine dorpjes met lieve koffiehuisjes, tot je bij de grens komt. De andere weg die Sangklaburi rijk is leidt naar een rots met een vervallen tempeltje erop. Vanaf daar heb je een fantastisch uitzicht.
De andere grens hier is de bekendere 3 pagoda’s pass. De pagoda’s zijn klein, maar toch een bezoek waard.
Zoals vrijwel overal in Thailand varieert accommodatie van simpel tot luxe, maar slapen in één van de homestays draagt natuurlijk wel echt bij aan het lokale Thailand gevoel! Grandma’s Home krijgt super reviews en lijkt een erg fijne keus.
Khao Yai
Patty van Houwelingen was net als wij zelf in het Khao Yai national park, een plek die niet ver van twee highlights van Thailand, Bangkok en Ayutthaya, ligt. Een park met schitterende natuur, watervallen en vooral: veel wildlife. Olifanten, zwarte en blonde gibbons, neushoornvogels, civetkatten, reuzen eekhoorns, allerlei grote en harige insecten en ga zo maar door. Kamperen in dit park is werkelijk een onvergetelijke ervaring. Opstaan met roepende gibbons, om daarna met de gids en zijn machete dwars door de jungle te lopen, om bovenstaande dieren te zoeken. Ook kan je een bezoek brengen aan de waterval uit de bekende film “The Beach”, die ene waar ze vanaf springen. Je komt er door een bus vanuit Bangkok naar Pakchong te pakken en van daaruit een lokaal busje naar het park zelf, of door aan te geven waar je eruit wilt. Dit is zeker geen Thailand zonder toeristen, maar vergeleken met andere plekken in Thailand is dit park echt nog behoorlijk onontdekt te noemen!
Je kan ervoor kiezen om buiten het nationaal park te slapen, op zo’n 15 kilometer, of in het park zelf. Verwacht in dat laatste geval geen luxe, maar wel de beste ervaring. Zelf sliepen wij in Green Leave guesthouse. Of ga, net als Patty, kamperen om de natuur optimaal te ervaren.
Khao Yai is nog geen onderdeel van de grote tourist trail *olifantenfoto: Patty van Houwelingen
Nan
Recent las ik hele gave verhalen over de provincie Nan, in het verre Noord-Oosten van Thailand. Vooral de gebieden tegen de grens met Laos zijn ongerept en bieden prachtig natuurschoon. Hier leven verschillende bergstammen nog hun leventje zoals ze dat al vele jaren gedaan hebben en als je ergens nog Thailand zonder toeristen kan vinden is het hier wel. Het lijkt me fantastisch hier een scooter of auto te huren en op avontuur te gaan. Overnachten kan in ‘homestays’. Authentieker kan ‘t niet. Er zijn verschillende busverbindingen met Chiang Mai (7 uur) en nachtbussen naar Bangkok (10+ uur). Wie liever vliegt kan dat dagelijks doen vanuit beide steden.
De Isaan
Ook in de Isaan is Thailand nog lang niet platgelopen. In de zomer van 2018 maakte Eva met haar gezin een roadtrip door het Noordoosten van het land en werd aangenaam verrast. Een van de hoogtepunten was een bezoek aan Wat Phu Tok, nabij de stad Bueng Kan. Ongerepter wordt Thailand niet.
Ongerepter wordt Thailand niet: Wat Phu Tok in de Isaan
Doi Saket
Lilian van Heerwaarden neemt je graag mee naar Doi Saket. Een klein stadje ten oosten van Chiang Mai, waar vrijwel alle toeristen aan voorbij gaan, want er zijn geen grote attracties en er is geen nightlife, maar dit is desondanks beslist geen slaperig stadje. Wel authentiek Thais, met veel bijzonderheden die je in een relaxte sfeer kunt ervaren. Zoals de tempel op de berg: Wat Doi Saket, een prachtig tempel complex met bijna futuristische schilderingen, en een fenomenaal uitzicht over rijstvelden en stuwmeren. De gezellige weekmarkt op dinsdagnamiddag, met veel mooie producten die door de mensen zelf gekweekt zijn en met trots worden verkocht. Diverse heetwaterbronnen, ideaal als doel voor een fiets of motorrit. Neem tijdens zo’n rit even de tijd om een praatje te maken met de rijstboeren op het land, altijd een succes. En overnacht eens in één van de prachtige resorts, of boek een fijne yoga-retreat. Hou je van toch een beetje levendigheid? Bezoek Doi Saket dan tijdens het jaarlijkse dorpsfeest, als de hele omgeving uitloopt.
Doi Saket betekent volop natuur en lokale cultuur vlakbij Chiang Mai *foto li-onder: Lilian van Heerwaarden
Koh Jum
Martine Aspeslagh was op een eiland dat nog niet door het massatoerisme is ontdekt. Verre van dat zelfs. Op een steenworp afstand van het drukke Koh Lanta, Koh Phi Phi en Krabi vind je Koh Jum. Op Koh Jum is het leven relaxt en heb je het strand nog bijna voor jezelf. Een heerlijk eiland om per scooter te verkennen, er rijdt weinig verkeer. Het grote deel van de bevolking is visser en ze laten je graag meekijken bij hun werkzaamheden. Verwacht geen wild nachtleven maar wel hier en daar een fijn reggae feestje.
Accommodaties vind je aan de westkust van het eiland dat een aantal stranden kent. Ting Rai Beach, Andaman Beach en Golden Pearl Beach zijn het populairst. Vlakbij Ting Rai Beach staat Ban Ban Bungalow goed bekend voor basic accommodatie met alles wat je nodig hebt voor een erg fijne prijs. Koh Jum Relax Beach biedt net iets meer luxe en wat grotere huisjes, pal aan het strand en nog steeds heel prima geprijsd. Wil je echt op en top genieten, van een eigen villa met zwembad dan is Koh Pu Villa misschien wat voor jou en met 65 euro per nacht nog steeds niet gek geprijsd. Zoals op veel resorts zit je hier wel wat geïsoleerd en een stuk van de hoofdstranden.
Koh Jum heeft geen pier, om er te komen stap je op zee over op een longtailboat, die je naar de bungalows brengt. Het eiland is te bereiken vanaf Koh Lanta, Koh Phi Phi en Krabi. Omdat de boten niet vaak gaan is het ook mogelijk een privé longtailboat te huren vanaf Koh Jum.
Ko Jum is een stuk minder toeristisch dan andere eilanden in Thailand *foto rechts: Martine Aspeslagh
Koh Yao Yai en Koh Yao Noi
Zelf ontdekten we dat er nog meer eilanden in het zuiden van Thailand zijn die gelukkig nog door veel mensen worden overgeslagen. Op Koh Yao Yai heb je met een beetje geluk het hele paradijselijke strand voor jezelf. Ook hier geen wild nachtleven of uitgebreid shoppen, maar een scootertocht over het eiland is een onvergetelijke ervaring. Je ontdekt het ene na het andere afgelegen baaitje, net als op het kleine zusje van dit eiland: Koh Yao Noi. Met de boot verplaats je jezelf in een mum van tijd van het grote naar het kleinere eiland. Wuivende palmbomen, rubberbomen en kokosnoten genoeg weer hier en de enige die je onderweg tegenkomt is een waterbuffel of een boer die op z’n landje aan het werk is.
Naar Koh Yao Yai kan je vanuit Phuket met een aantal boten per dag en vanuit Krabi / Ao Nang dagelijks met 2 boten (1 om 11 uur vanaf Nopparat Thara Pier en 1 om 13 uur vanaf Tha Len pier, beide via Koh Yao Noi). In een uurtje sta je aan de overkant. Op Koh Yao Yai zijn geen taxi’s, toen wij aankwamen op de pier was er werkelijk geen kip te bekennen, dus het is handig als je resort je komt ophalen bij de boot. Om het eiland te verkennen zijn er motorbikes te huur bij de resorts.
Naar Koh Yao Noi gaat bijna elk uur van de dag een boot tussen Phuket en Ko Yao Noi. Van en naar Krabi / Ao Nang zijn er 7 boten per dag. Je doet er ongeveer een uur over. Tussen Koh Yao Yai en Ko Yao Noi gaan dagelijks verschillende longtail-boten, in een kwartier ben je aan de overkant.
Ook op deze eilanden is genoeg keus qua accommodatie. Wij sliepen op Koh Yao Yai in Heimat Gardens, waar we in 1 van de 5 erg fijne hotelkamers sliepen op een minuut of 10 lopen vanaf het heerlijke, verlaten strand. Een kamer kost je rond de 25 euro. En op Koh Yao Noi in Pasai Cottage, met 10 vrij eenvoudige rieten/houten huisjes pal aan het strand voor ongeveer 15 euro per nacht.
Ook op Koh Yao kom je amper toeristen tegen
de Phraya Nakhon grot
In het Sam Roi Yot National Park net onder Hua Hin ligt vlakbij paradijselijke stranden één van Thailands mooiste grotten, de Phraya Nakhon grot. Ik ben er zelf nog niet geweest, maar heb er al een paar keer mooie foto’s van gezien en het lijkt me fantastisch! De grot bestaat uit twee ontzagwekkende spelonken, met een opening naar boven, zodat er zelfs bomen in groeien. Met een gehuurde scooter of taxi ben je vanuit Hua Hin in zo’n 3 kwartier bij de Phraya Nakhon grot. Vanuit het dorp Bang Puh kom je bij de grot. Via een steile (maar wel goede) trap of een 10 minuten durende boottrip kan je naar Laem Sala Beach, een prachtig, hagelwit strandje midden in de natuur. Van daaruit maak je een steile klim naar de ingang van de grot. Drie Thaise koningen hebben deze grotten bezocht. Ter ere daarvan is in de grot een paviljoen gebouwd, waar tussen 10.30 en 11.30 precies het zonnetje op schijnt, een magisch gezicht.
Route Thailand zonder toeristen
Rondreis Thailand zonder toeristen
Een aantal van bovenstaande ontoeristische plekken zijn prima te combineren tot één gave rondreis. Khao Yai NP, Sangklaburi en de Phraya Nakhon grot zijn in een relaxt rondje rondom Bangkok in ongeveer anderhalve week met het openbaar vervoer te doen. Vanuit de Phraya Nakhon grot kan je met de trein verder zuidwaarts reizen, om op Koh Jum en Koh Yao Yai en -Noi de reis af te sluiten op een tropisch paradijsje. Reken ook daarvoor anderhalve week om het in relaxt tempo te doen. Heb je nog één tot twee extra te besteden dan zou je naar Chiang Mai kunnen vliegen en eerst Doi Saket kunnen bezoeken, voor je via Nan terug reist naar Bangkok. In ongeveer een maand kan je al deze plaatsen dus bezoeken en je compleet in een Thailand zonder toeristen wanen.
Heb jij nog aanvullende tips om deze lijst compleet te maken?
Doi Tung en de Koninklijke villa met de tuinen van Mae Fa Luang zijn erg de moeite waard, niet zonder toeristen, wel bijna zonder westerse. De route 1388 erheen met een huurauto is prachtig.
Ook een mooie route met bijvoorbeeld verblijf aan de Mekong met uitzicht op Laos is de 1290, verderop ligt Chiang Khong, geen witte koppies gezien, behalve een fietsend Belgisch gezin. Wij verbleven bij Rai Saeng Arun , prachtig met rijstvelden met een verhoogd pad erdoor en biologische producten uit eigen tuin. Een hutje met veranda boven de Mekong en een geweldige buitenbadkamer!
Wat een fijne tips, ik ga ze zeker onthouden voor als we weer eens die kant op gaan. Lijkt me geweldig. Dank je wel.
Nan en Sangklhaburi hebben we ook bezocht, erg leuk en buiten de massa. Kampheang Pet (een oude koningsstad)
Ayathya en Sukhothai hebben we nooit bezocht (te druk), Kampheang Pet waren we de enige westerlingen tussen de overgebleven gebouwen en beelden. Thaton en Fang, op weg naar naar Chiang Rai (rondje chiang mai, chiang doa, thaton, chiangrai.
Isaan: Mukdahan, aan de grens met Laos, mooie omgeving.
Van de Isaan hebben wij maar een klein stukje gezien, maar daar zijn we nog lang niet uitgekeken, dus gaan zeker eens terug! Dank je voor je leuke aanvullingen!
Koh Yao Noi en Koh Yao Yai zijn inderdaad zó chill en rustig! Hier ben ik zelf ook geweest 1,5 jaar geleden. Vond het echt fantastisch daar! 😀
Heel anders dan Phi Phi, dat zo dichtbij ligt hè?! Had er nog wel veel langer willen blijven!
Ik ga dit najaar op wereldreis en de reden dat ik niet naar Thailand ga is omdat ik echt denk dat het veels te druk is voor mijn smaak. En ook omdat ik het regenseizoen wil ontlopen haha 🙂 Ik ben trouwens wel in Khao Yai geweest en zou afgelopen december naar een aantal minder toeristische eilanden gaan, maar ik moest helaas annuleren. Heb nu voor Bali gekozen eind van het jaar, maar hou Thailand toch stiekem in gedachten …
Ik denk dat Bali en Thailand beide hele toeristische en ook hele rustige plekken kennen, zoals ik dat dan weleens bij Jenny op haar blog lees. Dat is het fijne aan voor lange tijd op reis gaan en alle mogelijkheden open hebben… je ziet wel waar je terecht komt. Het wordt vast een hele gave reis!
Wat een prachtige plekken zeg! Ik was vorig jaar in Thailand en koos bewust voor een toeristische route, hoewel Sukhothai en Khao Sok niet door iedereen wordt bezocht. Ondanks het feit dat ik in het laagseizoen reisde, vond ik Thailand ook erg toeristisch. Het is wel een heel veelzijdig land. Wie weet ga ik ooit nog eens terug en dan kies ik voor een minder toeristische route 🙂 .
Er zijn in Thailand nog zoveel plekken om te ontdekken! Ik zat al te denken aan een “Thailand zonder toeristen” deel 2, want ik bedacht me nog een aantal mooie plekken waar we zelf geweest zijn, maar kwam ook alweer wat tegen dat me mooi lijkt voor een volgende keer.
Wow wat een prachtige plekken. De eerste foto’s deden ons geeneens denken aan Thailand, wat een ander landschap zeg!
Ja, Thailand heeft meer te bieden dan je in eerste instantie verwacht! Wij houden wel van de veelzijdigheid daar! 🙂
Ik reisde ooit door de Isaan en andere mooie onbekendere plekken zoals bijvoorbeeld Lampang. In Nan woonde ik de bekende jaarlijkse bootraces bij. Een waar spektakel.
Die bootraces in Nan, daar heb ik al eens eerder over gehoord. Lijkt me heel bijzonder om daarbij te zijn. Ik ga er eens naar kijken of het te combineren valt!
Wat leuk artikel over dat wat minder toeristische plekken. Zelf ook in Khao Yai geweest en was een ervaring om nooit te vergeten. Thailand heeft nog zoveel verborgen pareltjes.
Ben je in Khao Yai ook lopend op safari geweest? Dat vind ik toch wel heel bijzonder en zo anders dan met een jeep!
Leuke tips! Ik krijg altijd een beetje jeuk van mensen die schreeuwen dat Thailand (of Bali) zo toeristisch is. Natuurlijk zijn er plekken die platgelopen zijn, maar als je een beetje meer moeite doet is er zo veel moois te ontdekken!
Goede tips! Ik ga deze zomer 2,5 week naar Thailand, dus deze tips komen zeker van pas. Ik had sommige plekken al wel op mijn lijstje staan. Sangklaburi ziet er echt geweldig uit, ik weet alleen niet of het in onze route past. Ik heb nog geen tips om aan het lijstje toe te voegen, misschien wel na de zomervakantie 😉
Wat leuk! Ik ben heel benieuwd naar je belevenissen daar. Leg je van te voren dingen vast, of gaan jullie helemaal op de bonnefooi?