Zhongdian is de laatste grote plaats voor Tibet en de Chinezen claimen dat deze stad in de autonome Tibettaanse regio Deqin HET beroemde Shangri-La is uit James Hiltons “Lost Horizon”. Gezien dit boek fictie is vinden wij dit een hele bijzondere aanname, maar dat zijn India en Nepal vast niet met ons eens, want ook zij claimen HET Shangri La in hun bergachtige gebieden te hebben. Na onze korte trekking door de Tiger Leaping Gorge stappen we in een minibusje dat nog net twee mede-reizigers naar Zhongdian zocht.
Op weg naar Shangri-La
Vanaf het moment dat het busje wegrijdt gaan we alsmaar bergopwaarts en dat moet ook wel, want we moeten nog zo’n 1300 meter stijgen. Zhongdian ligt namelijk op meer dan 3200 meter hoogte.
Als we een uur of wat later een hoge pas over zijn verandert het landschap ineens. We zijn op een hoogvlakte terechtgekomen met overal in de verte besneeuwde toppen en op de vlakte zelf staan grote huizen, zoals we nog nooit huizen gezien hebben, met daarnaast bizar hoge droogrekken voor graan en mais. Overal grazen yaks en lopen harige varkens en kleine paardjes.
Het landschap en de bouwstijl veranderen als we Zhongdian naderen
Regelmatig zien we aan de kant van de weg politiecontroles en ook als we Zhongdian binnenrijden zien we hier ontzettend veel politie op straat en regelmatig rijdt een grote legertruck vol met Chinese groene mannetjes voorbij. Puur machtsvertoon in dit overwegend Tibetaans gebied.
Aankomst in Zhongdian
We nemen onze intrek in een echt hotel en omdat we op grote hoogte zitten en het ’s nachts maar net boven nul is, zijn we blij met de verwarming en de elektrische deken. In de oude stad treffen we houten huizen in Tibetaanse stijl aan, met veel houtsnijwerk. Overal zitten mensen om vuurtjes, waar vaak een pannetje of theepot op staat te pruttelen. Op het centrale plein schuiven we aan bij een Chinees stel, om de door een Tibetaanse dame geroosterde spiesjes met van alles en nog wat te proberen. De paddenstoelen zijn favoriet. We nemen nog een kijkje bij de tempel op de heuvel, middenin de wirwar van straatjes, om daarna in onze kamer op te warmen.
Tempel en nightmarket Zhongdian, oftewel Shangri-La
Zhongdian verkennen
Met één van de heren voor ons hotel, die zich als taxi-chauffeur aanbieden, maken we een afspraak om morgen in de omgeving rond te kijken, want openbaar vervoer is er hier nauwelijks. Daarna ontbijten we luxe en gaan we eens op de markt kijken. Tibetaanse vrouwen, de één nog kleuriger gekleed dan de ander, verkopen groenten en fruit en bij de slager zien we soms wel heel bizarre koopwaar liggen.
Met de bus gaan we naar het Songzanlin klooster net buiten de stad, één van de grootste Tibetaanse kloosters buiten Tibet zelf. Eigenlijk is het een dorp op zich, waar honderden monniken wonen, die het tijdens de Culturele Revolutie verwoeste klooster herbouwen. Het geheel is tegen een helling gebouwd en bevat verschillende tempels en vele huizen. We struinen er de hele middag rond en maken kennis met een heel oude monnik en twee van zijn leerlingen. Van de oude man krijgen we elk een armbandje voor geluk en om de gebeden mee op te zeggen en we leren op z’n Tibetaans “tot ziens” te zeggen.
Songzanlin klooster Shangri-La
De teleurstellende toeristische highlights rondom Zhongdian
Met enige moeite vinden we een plek waar voor 9 uur ’s ochtends ontbijt geserveerd wordt. We kopen ook elk nog een paar handschoenen in de supermarkt en even na negenen rijden we Zhongdian uit. Weer zien we de bijzondere huizen in de omgeving, die kenmerkend zijn voor dit plateau en gemaakt worden door lagen aarde op elkaar te stampen in een houten frame. Telkens komt er weer een laag bovenop, tot het huis hoog genoeg is. De muren hellen iets naar binnen over en bovenop liggen houten dakpannen.
Een half uur later zijn we bij de ingang van het natuurgebied dat we willen bezoeken, maar we slaan achterover van de entreeprijs. Meer dan 17 euro per persoon moeten we neertellen om bij het meer te komen. Als we ook nog willen paardrijden komt daar nog een fiks bedrag bij. Die overmaatse, nieuwe en glimmende hal die ze bezoekerscentrum noemen moet natuurlijk ergens van betaald worden. Wij vinden een wandeling of paardrit om een meer dit bedrag niet waard en proberen ons chauffeurtje over te halen naar een ander meer te rijden, niet zo ver hier vandaan. Uiteindelijk wil hij wel, maar voor een bedrag dat ons onwaarschijnlijk hoog lijkt; hij heeft z’n buit voor vandaag natuurlijk al binnen.
Het echte leven in de omgeving van Shangri-La
We rijden maar terug richting stad en bij één van de dorpjes die we op de heenweg al zagen stoppen we. We ontmoeten wat bewoners en bij een familie die hun huis aan het verbouwen is mogen we zelfs binnen kijken. De man des huizes maakt, net als veel mensen in de omgeving, prachtig versierde balken voor het huis. Hij bijtelt er de meest ingewikkelde patronen uit en alles wordt kleurrijk geschilderd.
De vakman en zijn zoontje poseren voor het huis dat onwijs mooi verbouwd wordt
We maken een korte stop in een eco-touristisch dorp, maar vinden het té gemaakt en stappen in het volgende “echte” dorp wel weer uit. We maken een praatje met een groep meiden en er komen steeds meer dames in kleurrijke klederdracht op het geluid af. Als de basisschool net uitgaat zijn we dé attractie voor de schooljeugd, helemaal als we de fotocamera tevoorschijn halen. Dat je jezelf kunt terugzien op zo’n klein dingetje, daar hebben deze kinderen nog nooit van gehoord en sommigen zijn zo bang dat ze schrikachtig wegrennen, maar even later toch weer nieuwsgierig dichterbij komen. Met een groepje van 8 kinderen lopen we mee naar hun dorp, 2 kilometer verderop. Peter leert de jongens dat het veel stoerder is om je pet achterstevoren op te zetten, ongetwijfeld vanaf vandaag de nieuwste rage in het dorp.
Via een trapje, gemaakt van een boomstam, komen we in het dorp. Steeds bij een huis haken 1 of 2 kinderen af en uiteindelijk nemen we afscheid van de laatste 2, maar we zijn het dorpje nog niet weer door of de eersten komen alweer hun huis uit: het is weer tijd om terug naar school te lopen. Sommigen hebben hun broodje mee in de hand of zelfs wat snoep meegekregen en zo lopen we weer meer dan 20 minuten de andere kant op.
Mooie ontmoetingen in de omgeving van Zhongdian
Kijkje in een Chinese school
De meester loopt z’n kinders al tegemoet en met de paar woordjes Engels die hij spreekt kunnen we hem vragen of we even in z’n schooltje mogen rondkijken. Het mag! De kinderen die dichterbij wonen zijn allemaal alweer op het plein en we maken ook kennis met de andere leerkracht. De foto’s van Yvonne’s laatste klas worden zo enthousiast bekeken, door alle 38 tegelijk, dat we ze in een rij neerzetten, zodat iedereen wat kan zien als de foto’s langskomen. Als het fotoboekje uit is staan ze nog zo stil en aandachtig dat Yvonne ze ook tot 10 leert tellen in het Engels, terwijl ze zelf de cijfers in het Chinees leert.
Alle leerlingen van het schooltje poseren buiten voor ons
We kijken nog even binnen in het fonkelnieuwe gebouw, waarin boeken zoals gebruikelijk weer ontbreken, maar gelukkig wel gedacht is aan een elektrische schoolbel en een enorme breedbeeld-televisie. We maken nog een groepsfoto en nemen afscheid. Terug in Zhongdian regelen we alvast de buskaartjes voor morgen en ’s avonds gaan we nog naar het dagelijkse dansen op het plein in de oude stad, iets dat van oudsher hier gedaan werd, maar nu alleen nog voor de toeristen in stand wordt gehouden.
Over de Bergen naar Deqin
Ruim op tijd zitten we in de bus naar Deqin, op de grens met Tibet, zodat we zeker twee zitplaatsen hebben en langzaam zien we de bus volstromen met afwisselend Chinezen en westerse toeristen. Vandaag zien we meer toeristen bij elkaar dan in de afgelopen tijd opgeteld, maar het zal misschien komen omdat er slechts een paar bussen per dag die kant uit gaan. We maken kennis met Peter en Yvonne (echt waar!) en hun zoon Mark. De afgronden zijn weer afschuwelijk steil, helemaal zo zonder vangrail, maar de uitzichten zijn echt fenomenaal.
Na een uur komen we langs de eerste politiepost, maar meer dan even autoritair kijken gebeurt hier niet. Nog een uur later is het anders en wordt van alle toeristen het paspoort ingenomen en de gegevens daarvan worden genoteerd, alvorens iedereen z’n stickerboekje weer terugkrijgt.
Na een uur of 3 klimmen we uit een groene vallei steeds hoger de droge, kale hellingen op, om uiteindelijk zelfs boven de sneeuwgrens te komen.
Zelfs op de hoogste pas tussen Zhongdian en Deqin wonen mensen
Verbazingwekkend genoeg wonen er hier op 4000 meter hoogte mensen in eenvoudige hutjes en zelfs in zelfgebouwde (plastic) tenten. We vragen ons af waarom de asfaltweg hier overgaat in van die oncomfortabele keien, maar op het antwoord moeten we nog een paar dagen wachten. Voorlopig trekken we de conclusie dat het zal zijn vanwege het puin en de brokstukken die regelmatig naar beneden komen en anders het asfalt beschadigen.
Als we ook de hoogste pas van 4210 meter over zijn dalen we nog een anderhalf uur tot we in Deqin aankomen, waar we een taxi nemen naar Feilai Si. Dit is een toeristendorpje met een aantal hotels, eetcafé’s en een prachtig uitzicht op de Meili Xue Shan, de Meili Sneeuwberg. Deze 6740 meter hoge top is heilig voor de Tibetanen die hier wonen, maar ook voor de Chinezen en zelfs de Thai.
Meili Xue Shan
Vanochtend stappen twee Peters, twee Yvonne’s en één Mark in de auto bij een chauffeurtje dat ons vijven naar de voet van Meili brengt. Onderweg pikken we een monnik en een wel erg onwelriekend meneertje op, die anders het hele eind hadden moeten lopen. We zijn blij als we aan de geur van tenenkaas kunnen ontsnappen en kunnen beginnen aan een pittige klim van twee uur steil omhoog, naar het uitzichtpunt op ’s werelds laagste gletsjer.
Vanuit Deqin is een dagtocht naar de Meili Xue Shan prima te doen
Het is de moeite meer dan waard, want van boven hebben we een fantastisch zicht op het krakende ijs beneden, waar soms zelfs hele brokstukken van afbreken en neerstorten ergens daar beneden. Ook zien we aan de overkant een sneeuwwaterval, die aan één stuk verse sneeuw aanvoert. In de tempel aan het begin van de gletsjer ontmoeten we ook onze lift-monnik weer, die hier de nacht gaat doorbrengen. Verder zitten er drie kleurig uitgedoste vrouwtjes uit te puffen van een eind sjouwen met hun manden op de rug.
Na enig aarzelen volgen we de sportieve Limburgers nog een ander pad omhoog, zo mogelijk nog steiler. Bovenaan wacht een kleine tempel, gebouwd en bewoond door een nogal stevige monnik, die duidelijk even aan menselijk contact moet wennen. Pas rond 18.30 uur zijn we weer beneden en nog maar net voor het donker zijn we de bochtige bergweg weer over naar ons hotel.
Poging tot terugreis naar Zhongdian nummer 1
Rond 10 uur vertrekken we vandaag terug naar Zhongdian, we delen een auto met Peter, Yvonne en Mark, zodat we regelmatig even kunnen stoppen om van een bepaald uitzicht wat langer te genieten en foto’s te maken. Helaas zijn de weergoden, waar we hier in dit bergachtige gebied zo dichtbij zitten, ons niet erg gunstig gezind, want het is erg bewolkt en het regent zelfs. Door de laaghangende wolken komen we al snel in steeds dikkere flarden mist terecht, tot Yvonne het bovenaan de eerste heuvel niet meer ziet zitten en de auto uit rent.
Dichte mist en een varken tussen Deqin en Zhongdian
We schuilen voor de regen in een huisje naast de weg, behalve door de bewoonster ook nog vergezeld door een buurvrouw en een aan het plafond te drogen hangend varken in twee delen. De mist lijkt steeds dikker te worden en even later zien we zelfs het huis aan de overkant van de weg niet meer. We wachten een hele tijd, gelukkig is het houtgestookte kacheltje lekker warm, maar halverwege de middag besluiten we toch dat het beter is terug te gaan naar Deqin. Stapvoets rijden we de 15 minuten weer terug naar het dal.
Toch terug naar Zhongdian
We slapen heerlijk in een fijn hotel, maar als we de volgende ochtend de gordijnen open schuiven blijkt het op de heuvels aan de overkant gesneeuwd te hebben en is het nog steeds erg mistig om ons heen. We twijfelen lang, zeker als soms het zonnetje lijkt door te breken en uiteindelijk kopen we kaartjes voor de bus van 12.00 uur. Op de valreep zien we nog een stoet kleurig geklede Tibetanen voorbijlopen, onderweg naar een bruiloft en vergezeld door knallend vuurwerk dat alle kanten uit wordt gegooid. We steken nog even onze neus om de hoek bij het feest, maar moeten dan echt gaan.
In Deqin zien we nog net een Tibetaanse bruiloft
In de stromende regen rijden we Deqin uit, maar al snel gaat de regen over in natte sneeuw. Toch vinden we de sneeuw stukken beter dan de dichte mist van gisteren. We hebben echter te vroeg gejuigd, want drie bochten later hebben we natte sneeuw EN dichte mist. Gelukkig kunnen we de diepe afgronden waar we langsrijden nu in elk geval niet zien en ons chauffeurtje maakt een ervaren indruk en rijdt rustig.
Met sneeuw keren we terug naar Zhongdian
Als we de 4210-meter pas beginnen te beklimmen wordt de sneeuw steeds hardnekkiger en regelmatig is de weg nu helemaal wit. We vrezen al voor de hoge stenen-weg, maar als die dan opduikt snappen we het eindelijk: Chinese ZOAB! De sneeuw verdwijnt in de kieren tussen de stenen en de weg blijft goed zichtbaar en biedt grip aan alles wat er over moet. Ineens snappen we hoe comfortabel deze oncomfortabele weg is.
Dit is eng en mooi tegelijk, want op den duur rijden we door minstens 10 centimeter sneeuw. De hutjes en tenten zijn nauwelijks meer te zien en soms wordt het zelfs het ZOAB wat te veel en is het voor ons niet helemaal duidelijk waar de weg is en waar de rand. Gelukkig lijkt ons chauffeurtje dit wel te weten en ook al draaien we soms erg dicht langs de afgrond, het voelt allemaal redelijk betrouwbaar. Een paar uur later rijden we dan ook glibberend maar veilig Zhongdian binnen, waar we onze intrek nemen in onze vertrouwde kamer mét verwarming.
Wat een mooie foto’s van de bevolking! Ik vind dat altijd zo moeilijk om mensen op de bestemming te fotograferen.
Dank je! Het is inderdaad even de manier vinden om het te vragen, soms vind ik het ook nog wel lastig… vandaag nog, op een klein station hier in Sri Lanka. Uiteindelijk wel gedaan een een hele mooie foto. 🙂
Ik vond vooral de omgeving van Zhongdian erg mooi!
Ik belandde toevallig in een paardenfestival. Ik heb weinig met paarden, maar zulke festivals blijven je echt wel bij.
Oh dat soort festivals, of je nou wel of niet van hetgeen houdt waar het om draait, zijn altijd de moeite waard. Helemaal als je er onverwacht op stuit. 🙂 Inderdaad is de omgeving van Zhongdian en Deqin geweldig mooi!
Wat een avontuur zeg! Lijkt me een geweldige uitdaging!
Het is een prachtig gebied!
Een prachtig gebied, je ziet nog echt de puurheid! De mensen zijn overigens echt allemaal prachtige gekleed, de kleuren maken mij erg vrolijk!
Bij het zien van deze foto’s mis ik China. Ik zag gisteren nog een herhaling van het programma van Ruben Terlou en zei nog tegen mn vriend: we moeten terug! Dit ziet er ook heel erg mooi uit, geweldig hoe afgelegen het is en hoe groot het verschil met modern China!
Oh, China mis ik echt geen seconde… maar dit soort plekken… oh echt zo mooi! Jammer van de Chinezen, je moet er wat voor over hebben 😉
Wat een bijzonder gebied! Lijkt me fantastisch! Ik ga ook altijd graag op scholen kijken, super leuk 🙂 .
Ja, dit was echt zo’n magisch gebied… sowieso heb ik altijd iets met (hoge) bergen, zo’n bijzondere sfeer vind je daar. En scholen zijn inderdaad erg leuk om te zien, overal 🙂
Wat een mooi verhaal en die foto’s! Fantastisch mooi 🙂 Ik ben dol op de Tibetaanse sfeer, die is zo bijzonder. Al lijkt het weer dat jullie hadden me verschrikkelijk. Ik ben doodsbang voor mist en in een bus door de sneeuw (met naast je enorme afgronden) lijkt me ook geen pretje. Je moet er soms iets voor overhebben, voor dat reizen 😉
Dank je! Die sfeer vind je echt niet vaak hè?! Zo bijzonder, ik ben echt een bergen-mens ook (en een woestijnmens, maar de bergen zijn toch altijd nr 1). Inderdaad echt erg spannend weertje, ik zou niet graag weer die pas overgaan op die manier, maar er was geen keus. En dan moet je er af en toe wat voor over hebben ja. 😉
Prachtig dit soort plekken! Ik was in 2000 in Tibet en herken de sfeer van die reis terug in jouw verhaal en foto’s. Ik moest altijd vreselijk lachen als we weer eens bij een restaurantje kwamen en we van de menukaart bestelden. Van de 25 artikelen hadden ze eigenlijk standaard alleen maar yak thee, en vegetarische momo’s. Mijn foto’s zijn geweldig, want wat is e lucht daar heler op die hoogte. (En inerdaad ook heeeeel koud )
Kan me voorstellen dat de sfeer in Tibet vergelijkbaar is met die van Zhongdian en Deqin, zo apart, alsof je in een andere wereld bent. En inderdaad, die heldere (en zo schone) berglucht… heerlijk en fantastisch voor de foto’s!
Wij zijn twee jaar geleden in Shangri La geweest, wat wel leuk was om te bezoeken waren de warmwater bronnen en grotsauna’s. Dit lag iets buiten Shangri La.
Dat klinkt heel bijzonder Eefje!