Kaapverdië is een verzameling eilanden in de Atlantische Oceaan, voor de Afrikaanse kust van Senegal. Er zijn negen bewoonde eilanden en een aantal onbewoonde. De verschillen tussen de eilanden zijn opmerkelijk. Elk eiland heeft een geheel eigen karakter en uiterlijk en ook in formaat verschillen ze van elkaar. Sao Vicente is het culturele eiland. Hier kun je de Kaapverdische muziek echt leren kennen. Op Santo Antao zul je diep onder de indruk zijn van de paradijselijke natuur en de verschillende gezichten van het eiland. Na elke bocht zijn de vergezichten weer compleet anders. Fogo heeft een echt maanlandschap, dat gevormd is door de bijna drie kilometer hoge vulkaan op het eiland. Leven in de brouwerij vind je zeker in de Praia, bruisende hoofdstad van het land. Kortom: Kaapverdië is één van de meest afwisselende en verrassende bestemmingen van Noord-Afrika. Dat al die mooie plekken in Kaapverdië verdeeld zijn over verschillende eilanden, zorgt er ook voor dat rondreizen in Kaapverdië wat ingewikkeld kan lijken. Dat valt in de praktijk gelukkig reuze mee.
Vervoer tussen de eilanden
Het lijkt logisch dat het vervoer tussen de eilanden van Kaapverdië deels bestaat uit veerdiensten. Dat is helaas een stuk minder makkelijk en voor de hand liggend dan je zou denken. De afstand tussen de meeste eilanden is best groot en de Atlantische oceaan kan behoorlijk te keer gaan. Reken daarom veelal niet op heel relaxte boottochtjes. Voor een aantal eilanden zijn juist de veerboten de enige manier om er te komen. Wandeleiland Santo Antao bijvoorbeeld, is alleen met de veerboot vanuit Sao Vicente bereikbaar. En Brava heeft ook geen luchthaven.
Het vervoer op Kaapverdië gaat deels met de veerboot
Tussen verschillende eilanden zijn vaste lijndiensten. Twee maatschappijen varen dagelijks meerdere keren heen en weer van Sao Vicente naar Santo Antao en vice versa. In een uur sta je aan de overkant. Niet voor niks kozen wij ervoor om juist deze twee eilanden met elkaar te combineren. Ook tussen Santiago, Fogo en Brava zijn vaste verbindingen met de boot. De andere eilanden van Kaapverdië liggen verder uit elkaar. Daarmee is een overtocht per boot minder praktisch en vaak oncomfortabel. Een route die eens tot twee maal per week gedaan wordt is die tussen Sao Vicente en Nicolau. Mocht de oceaan té ruw zijn, dan wordt hij geannuleerd.
Vaartijden op al bovenstaande routes veranderen nog weleens. Het loont daarom, om deze een paar weken voor vertrek te controleren en een dag voor vertrek nogmaals. Een kaartje zou je theoretisch online kunnen kopen, maar het is mij niet gelukt om een werkende website te vinden. Je beste optie is om ze bij het havenkantoortje te kopen, een dag voor vertrek. Kom op een tijdstip dat er niet net een boot bijna gaat vertrekken. De rijen kunnen lang zijn en de service traag. Houd daar ook rekening mee als je pas op de dag van vertrek je ticket wilt kopen. In Mindelo en Praia zijn ook tourbureautjes die de kaartjes voor de veerboot voor je kunnen regelen.
De veerboot van Sao Vicente naar Santo Antao
Ben je een beetje avontuurlijk aangelegd, dan kun je ook zeilend tussen de Kaapverdische Eilanden reizen. Soms nemen zeilers mensen mee. Kun je zelf zeilen? Dan kun je een zeilboot charteren. Van een zeiler op Sao Vicente hoorden we dat zeilen in Kaapverdië wel een flinke dosis ervaring vereist.
Het vliegtuig in de meeste gevallen beter vervoer Kaapverdië
Vanwege de Atlantische Oceaan en haar onstuimige karakter is vliegen meestal een betere optie. Wat dat betreft niet zo’n handige bestemming voor mensen met vliegschaamte. Zelfs op dagen met mooi weer kunnen de golven tussen Santiago en Fogo of Brava nog best hoog zijn. Het is een stuk comfortabeler en sneller om het vliegtuig te nemen. Tussen veel eilanden is het zelfs de enige optie. Ik schrijf betere optie, maar reizen in Kaapverdië gaat echt op z’n Afrikaans. Vertragingen komen vaak voor. Stel je daar dus op in, dan kan ’t nooit tegenvallen. Vluchten zitten ook al vlot vol, zeker in het hoogseizoen. Extra vluchten zijn er niet en er is slechts een bepert aantal stoelen beschikbaar. Hoe vroeger je boekt, hoe beter het is, zeker als je Kaapverdië met kinderen bezoekt en dus meerdere tickets nodig hebt.
Alle eilanden hebben een kleine luchthaven, op Santo Antao en Brava na. Binnenlandse vluchten zijn in Kaapverdië vrij frequent en relatief goedkoop. Het is immers ook voor de eilandbewoners de enige manier om tussen de eilanden te reizen. De vluchttijd varieert van dertig minuten tot een uur.
Op Sao Vicente is een vliegveld, op Santo Antao niet
Laat je niet verleiden door de lage prijzen van internationale vluchten naar Sal of Boa Vista, als je eigenlijk andere eilanden wilt bezoeken. Een enkeltje kost je al gauw 100 Euro per persoon. Kijk dus zeker ook naar de prijzen voor vluchten naar Sao Vicente of Santiago.
Vervoer op de eilanden zelf
Vervoer vinden op de eilanden zelf is makkelijker dan je vooraf en ter plekke misschien zou denken. Inderdaad zijn de wegen heel rustig. Alleen in de twee grote steden, Santiago en Mindelo, is het gezellig druk. Hier zijn volop bussen, taxi’s en minibusjes voorhanden. Daar buiten is het aanbod een stuk minder, maar toch is het nooit moeilijk om je bestemming te bereiken. Moet je een vlucht halen, of heb je maar kort de tijd om een eiland te verkennen, dan is een taxi of huurauto ideaal. Heb je de tijd, dan is het geweldig om op de lokale manier te reizen. Stap gezellig in één van de aluguers. Dat zijn de minibusjes, die overal komen en nooit vertrekken voordat ze echt Afrikaans vol zijn. Ook leuk zijn de stadsbussen in Santiago en Mindelo. Stap gewoon eens in en kijk waar je uitkomt!
lokaal vervoer Kaapverdië – de aluguers
Auto huren op Kaapverdië
Verkeersdrukte kennen ze in Kaapverdië niet. In Santiago en Mindelo kan het drukker zijn, maar een echte chaos is ’t er nooit. Bovendien hebben de mensen hier de tijd. Duwen en trekken in ’t verkeer is er hier niet bij. Een auto huren is dan ook heel goed te doen. Met een huurauto kom je overal en hoef je nooit te wachten om te vertrekken. De wegen in Kaapverdië zijn heel rustig en in redelijke staat. Wel zijn er veel bochten en is er geen snelweg. Op Santo Antao vind je bovendien niets anders dan kilometers aan klinkers, over heel het eiland. Haast maken is er dan ook niet bij, maar dat zou ook zonde zijn. Daarvoor zijn de landschappen veel te mooi.
Op Santiago na is het aanbod aan huurauto’s zeer beperkt. Grote verhuurders als Sixt en Avis zijn er niet buiten de hoofdstad Praia. Alle verhuurders zijn lokale bedrijven. Op de meeste eilanden is een auto huren toch betrekkelijk eenvoudig. Zodra je aan de luchthaven uit stapt, of de veerboot verlaat, zul je vanzelf benaderd worden, of je een auto wilt huren. Wil je heel graag een 4×4 (op Sao Vicente bijvoorbeeld echt een pré als je op de mooiste plekjes wilt komen) of heb je andere specifieke wensen, dan kun je het beste vooraf een mail sturen.
lege wegen op Kaapverdië – perfect voor de huurauto
Reis lokaal en stap in de aluguer
Wij vinden niets heerlijker dan op reis lokale ervaringen opdoen. Daarom hebben we er tijdens onze reis door Kaapverdië voor gekozen om geen auto te huren. In plaats daarvan hebben we het lokale vervoer gecombineerd met eens een taxiritje of een transfer. Voor vertrek had ik me voorgesteld dat dit niet altijd even makkelijk zou zijn. Vooral omdat we de taal niet spreken en we misschien daardoor niet zouden kunnen ontdekken hoe het systeem werkt, of waar de vertrekplaatsen zijn. Of misschien zou er te weinig aanbod van lokaal vervoer zijn. Niks blijkt minder waar.
Aluguers zijn dé manier om rond te reizen in Kaapverdië. Deze minibusjes komen werkelijk overal, want dit is ook hoe de bewoners zich zelf verplaatsen. In de echt kleine dorpjes zijn er slechts enkele aluguers per dag, maar op de meeste plaatsen is er genoeg aanbod. Zoeken naar het juiste busje is heel eenvoudig. De bestemming staat op het raam of de zijkant van het busje geschilderd. Aluguers vertrekken meestal vanuit de grootste plaats van het eiland, rond de markt of een centraal plein. Zelfs als je de taal niet spreekt, kun je het woord aluguer in combinatie met de plaatsnaam vragen aan een toevallige voorbijganger. Negen van de tien keer zullen ze je onmiddellijk in de juiste richting wijzen, of zelfs meelopen om je het juiste busje zelf aan te wijzen.
Favoriet vervoer Kaapverdië – de aluguer
Vol is nooit vol en er kan altijd nog iemand bij. Net als in de rest van Afrika vertrekken de busjes pas als werkelijk niemand meer een vin kan verroeren. En net als de chauffeur de motor start, is er altijd nog iemand die toch nog een stukje kip of wat fruit wil kopen vanuit het raam, of er moet toch nog een geit mee. Daarna wordt geregeld eerst nog even langs het tankstation gereden, maar dan.. kan de radio vol open, de deur dicht en zijn jullie weg. Geweldig toch?! Mijn beste reisherinneringen van Kaapverdië zijn die aan de ritjes met de aluguer.