Dé reden voor mij om Khutchh en de woestijn rond Bhuj te bezoeken zijn de verschillende stammen die nog in dit gebied wonen. Er is weinig informatie te vinden over hoe je deze, vaak kleurrijke, minderheden kunt bezoeken en welke het meest de moeite waard zijn. Aangezien ik dol ben op stammen en hun lokale klederdracht was ik vooraf vastbesloten er zoveel mogelijk te bezoeken. En dat is gelukt. Ik ben 3 dagen met een gids op pad geweest, waarvan 2 dagen naar de woestijn en dorpjes rond Bhuj. In dit blog deel ik mijn ervaringen met deze schitterende uithoek van Gujarat en geef ik fototips. Die kun je zeker gebruiken, want de meeste dames van de prachtige stammen rond Bhuj willen liever niet gefotografeerd worden.
Eén van de kleurrijkste stamen rond Bhuj zijn de Marwada Meghwal
Het eerste dorpje dat we bezoeken is ongeveer 60 kilometer ten noorden van Bhuj, waar we een kleine week verblijven. Niet ver van Dhordo is telkens een kleine verzameling ronde hutten rond een pleintje gebouwd. De families die er wonen zijn broers van elkaar, met hun vrouwen en kinderen. Als we aan komen rijden halen de ongelooflijk kleurrijk geklede vrouwen en meisjes net water bij de waterput. De dames zijn heel erg traditioneel en zijn in eerste instantie wat ongemakkelijk met onze komst. Ze zijn duidelijk niet gewend aan bezoek, maar dat wij twee blonde meiden bij ons hebben zorgt ervoor dat ze al snel wat loskomen. Hun kleding is zo uitbundig versierd met spiegeltjes, witte biesjes en heel veel kleuren stof, dat we er minutenlang naar kunnen kijken en steeds weer wat nieuws zien.
De Marwada Meghwal bij Dhordo zijn de eerste stam in de woestijn rond Bhuj die we bezoeken
Eén van de jongere dames draagt een hele grote neusring, een bijzonder gezicht. Helaas wil ze echt niet dat ik een foto van haar maak. Deze neusring wordt gedragen door de bruid, zodra ze naar het huis van haar man verhuist. Ze draagt uit respect voor haar nieuwe familie maximaal 5 jaar deze oncomfortabele ring. De anderen dragen een grote, goudkleurige schijf in hun heus, met een knopje in het midden. Ze laten me de speciale dikke, zilveren kettingen zien, die tegenwoordig alleen nog bij tijdens speciale gelegenheden gedragen worden. Al die uitbundige sieraden vindt de jongere generatie veel te onpraktisch tijdens hun dagelijkse werkzaamheden. Verder zijn ze qua kleding en huisvesting echt nog heel traditioneel. Overigens bouwden ze voorheen vierkante huizen, maar sinds de enorme aardbeving in 2001 hebben ze ronde huizen gebouwd. Die zijn steviger. De uitbundige, kleurrijke versiering van andere Marwada Meghwal dorpen ontbreekt hier.
Nog een Marwada Meghwal dorpje bij Hodka
Zij noemen zichzelf Hodko, de inwoners van Hodka. Wij maken ook hier een stop, bij een wat meer op toeristen ingesteld dorpje. In tegenstelling tot het eerste dorpje, is dit slechts een verzameling van een paar ronde, kleurrijk beschilderde ronde hutten. Ze staan in een keurige, rechte rij, dus even heb ik het idee in een echt toeristendorp terechtgekomen te zijn, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ze zijn er, net als een aantal andere dorpjes rond Hodka, gewend aan toeristen. Er is een souvenirwinkel gebouwd, tegenover de ronde hutten. De spulletjes die er verkocht worden, zijn allemaal gemaakt door de vrouwen van het dorpje. Ik vind het veel leuker om eerst een kijkje te nemen bij één van de jongere dames, die voor een hut zit te borduren.
In Hodko in het noorden van Khutchh vinden we nog een dorpje van de Marwada stam
Daarna bekijk ik dezelfde sjaals, dekentjes en sieraden in de hut. Ik laat onze meiden wat kleins uitzoeken. Ik koop de spulletjes veel liever hier, na uitgebreid met de dames gecommuniceerd te hebben. Daar is een gids in deze regio echt een meerwaarde. Zonder hem zouden we nooit zoveel met de mensen kunnen praten. Buiten op het erf zit een groepje dames graan te scheiden, naar eigen zeggen omdat ze eventjes geen werk hebben. In de praktijk, zo vertelt onze gids, is er natuurlijk geen enkele baan die ze hier zouden kunnen doen, al helemaal niet zonder scholing. We praten nog wat verder over dat de jongere generatie veel langer naar school gaat en over het geloof.
Vrijwel alle stammen rond Bhuj zijn Hindu van geloof, zoals deze Marwada Meghwal. De Samma zijn Moslim, maar kleden zich niet langer traditioneel. Ze gaan, net als veel Moslims, onder geen voorwaarde op de foto. Zelfs als ik foto’s maak van onze eigen kinderen, met een baby hertje dat ze uit de woestijn gered hebben, vluchten ze direct aan de kant zodra ze mijn camera zien.
Ook tijdens het graan zeven dragen de Meghwal Marwada in Hodko de mooiste kleding en juwelen
De Dhaneta Jat zijn het meest bijzonder om te zien. Deze Moslim stam draagt enorme neusringen en schitterend borduursel in hun zwarte kleding. Zij willen helemaal niet gefotografeerd worden, óf vragen (en krijgen van rijke Indiërs) absurde bedragen voor 1 of maximaal 5 foto’s.
Nog één Marwada dorpje, maar opnieuw écht traditioneel
Inmiddels hebben we de smaak van de Marwada dorpjes te pakken. We zijn echt fan. We hebben nog geen andere traditioneel geklede stammen in de woestijn rond Bhuj gezien, maar het is nu al onze favoriete “tribe”. Onze gids vraagt en belt daarom voor ons rond om nog een ander mooi Marwada dorpje te vinden. Het lukt. Opnieuw in de omgeving van Hodka gaan we naar een heel traditioneel en nooit door toeristen bezocht dorpje. Hier staan de ronde hutten weer rond een plein en opnieuw leven hier verschillende broers samen met hun vrouwen en kinderen. Ik blijf me verbazen over zowel de geschilderde decoraties op de huisjes, als de met zoveel aandacht gemaakte kleding. Het is echt alsof je bij een cultureel project binnen stapt, dat voor toeristen is opgezet. En toch is dit de manier zoals deze mensen dagelijks leven.
Het laatste traditionele Meghwal Marwada dorpje in Khutchh dat we bezoeken
Opnieuw maken we eerst contact, maar dit keer komt onze gids er niet aan te pas. De jonge meiden in dit dorpje blijken namelijk wat basis Engels te spreken. Van de tv geleerd, vertellen ze enthousiast. Die tv is amper 30 centimeter in doorsnee en nog zo’n ouderwetse, dikke beeldbuis. Ik vraag me af of het nog in zwart wit is. 😉 Ook nu weer bewonderen we alle zelfgemaakte sjaaltjes en sieraden en laten we onze dochters elk wat armbandjes uitzoeken. Daarna vraag ik voorzichtig of ik wat foto’s mag maken. Het mag, maar alleen omdat ik een nieuwe vriendin van ver ben en als ik beloof ze niet op Facebook te plaatsen. Het licht is inmiddels heel hard, zo midden op de dag en de modellen zijn heel onwennig voor de camera, maar ik weet wat leuke foto’s te maken, voor we afscheid nemen.
Rabari in de woestijn, zomaar langs de snelweg
Ik zou het bijna vergeten, maar één van dé redenen dat ik al die stammen in de woestijn rond Bhuj wil bezoeken, is dat daar ook Rabari bij zijn. Ik ben gefascineerd door de manier waarop deze stam nog altijd door de woestijn reist met hun vee. Het aantal daadwerkelijk rond trekkende Rabari wordt wel steeds kleiner. Zowel door de Indiase overheid, als door de maatschappij, wordt een zwervend bestaan elk jaar minder geaccepteerd. Dan ineens, zomaar uit het niets, zien we tientallen kamelen door de woestijn sjokken. We vragen ons af of het wilde kamelen zijn, maar als we beter kijken zien we er kleine figuurtjes tussen lopen, kinderen. Dan, een eind verder, meer kamelen en een aantal herders. We hebben spontaan Rabari gevonden en nog wel met kamelen! Ik kan mijn geluk niet op. Veel Rabari hebben de kamelen ingeruild voor geiten, maar deze zijn echt nog ouderwets. Geweldig om te zien.
Gelukkig komen we in de woestijn rond Bhuj de Rabari tegen
Zo gauw mogelijk laten we de auto aan de kant van de weg zetten en loop ik met mijn camera de woestijn in. Zo goed mogelijk de doornige struiken en ongelijke, keiharde moddergrond overbruggend nader ik de grootste groep kamelen op een meter of 10. De herders zijn bezig ze te melken. Zonder na te denken pak ik de camera en begin foto’s te maken. Eén van de mannen komt op me af en lijkt niet zo blij. Een paar minuten later is onze gids er ook en hoor ik dat hij het prima vindt als ik foto’s maak, als ik 200 roepies geef voor veevoer. Die 2 en een halve euro voor kamelenvoer wil ik graag missen en de sfeer slaat om als een blad aan een boom. We kijken hoe de benen van de kamelen bij elkaar worden gebonden en de dieren gemolken worden. De kleintjes zijn echt té schattig. Eén van de moeders likt haar kleintje voortdurend. We krijgen er geen genoeg van, maar er komt een enorme onweersbui aan. Het is uitzonderlijk weer voor de tijd van het jaar. Onze gids wil graag naar de auto terug.
Als we bijna bij de auto zijn krijg ik echter een andere groep kamelen in het oog. De eerste groep die we zagen wordt door 3 kinderen opgejaagd en naar de andere groep toe geloodst. Luid roepend en met stokken zwaaiend komen ze eraan. De meiden, elk een jaar of 10, dragen traditionele, zilveren kettingen en hebben zulke mooie, karakteristieke gezichten. Bijzonder om te zien hoe ze de baas zijn over zo’n grote groep van die imposante dieren. Met moeite weet ik me los te weken van dit tafereel. Ik had zo nog uren kunnen blijven staan, in de stromende regen. Dit groepje van 6 mensen slaapt al maanden non-stop in de woestijn, bij hun dieren. Geen tent, geen enkel comfort, bij zon en bij regen. Wat een bestaan. Zij blijven met hun 100 kamelen achter en trekken de komende week langzaam richting hun thuisbasis.
De Rabari nomaden zijn een echt woestijnvolk in Kutchh
Meghi Ben, een beroemdheid in Sumrasar
Als afsluiter van onze eerste dag zoeken naar stammen in de woestijn, gaan we naar Kala Raksha, een project dat de verschillende volkeren een plek geeft om hun zelfgemaakte handwerk te verkopen. We hebben er een beetje een apart gevoel bij. Misschien omdat er tegelijk een groep Europese toeristen in een bus wordt afgezet die onmiddellijk op het rek met kleding duikt en diep in hun buidel tast om wat van die “unieke souvenirs” mee naar huis te nemen. Veel leuker is de spontane ontmoeting met een Ahir dame die op het stoepje voor haar huis zit te borduren. Ze laat me zien hoe ze dat precies doet en ook al spreken we elkaars taal niet, het is super om elkaar te ontmoeten.
Aan de overkant van de straat valt mijn oog op één van de meest fotogenieke Ahir dames die ik vandaag heb gezien. Het blijkt een hele beroemdheid te zijn ook nog. De bejaarde Meghi Ben woont hier in Sumrasar in haar traditionele huisje, maar is een aantal jaren terug naar Amerika gevlogen. Daar werd ze speciaal uitgenodigd vanwege haar bijzondere borduurwerk, dat ze vol trots laat zien. In haar werk zijn scènes uit het dagelijks leven van plattelands Gujarat te zien. Ze leerde als klein meisje deze borduurstijl van haar moeder. Het is laat geworden, dus met een beetje tegenzin nemen we afscheid van haar. Wat weer een bijzondere ontmoeting.
De lieve buurvrouw en Meghi Ben in Sumrasar
Dhebriya Rabari en Ahir in Kotay
De volgende ochtend vertrek ik zonder man en kinderen, maar mét de vrouw van onze gids als extra gangmaker naar Kotay. Dit is het dorp dat de Rabari nomaden die we gisteren hebben ontmoet thuis noemen als ze met hun dieren voor de zomer terugkeren. Zij behoren tot de Dhebriya Rabari, één van de 3 verschillende Rabari stammen. We ontmoeten er verschillende families, op uitnodiging van de mannen die ik gisteren wat geld voor veevoer heb gegeven. Nu worden we onthaald alsof we familie zijn.
Er wordt me overal thee aangeboden en ik mag ze het hemd van het lijf vragen. Zo hoor ik dat de tatoeages op hun ledematen en in de hals tot 10 jaar terug als versiering bij de vrouwen werden aangebracht. Inmiddels wil de nieuwe generatie daar niks meer van weten. Zij willen Westerse kleding dragen en mooie spullen kopen. De kinderen gaan allemaal naar school en spreken zelfs een beetje Engels. Ze hopen op een goede baan als ze klaar zijn.
Chai drinken bij deze lieve Rabari vrouwen in Kotay
Bijzonder aan Kotay is dat er naast Dhebriya Rabari ook Ahir wonen. Waar de Rabari zo dichtbij Bhuj inmiddels geen traditionele sieraden meer dragen, doen de Ahir dat nog wel. De vrouwen dragen allemaal een grote, witte armband. Ik mag even voelen en schrik me rot: deze armband weegt wel bijna een kilo en kan nooit af. De vrouwen slapen er zelfs mee. Verlaat je het gebaande pad echt en trek je naar Oost Khutchh, dan kun je bij de Rabari nog wel de enorme, zilveren oorbellen en kettingen zien, die de vrouwen daar dragen. Je hebt dan echt een gids nodig met veel kennis van de regio en veel sociale contacten.
Ben je geïnteresseerd in de cultuur en klederdracht van de stammen in de woestijn rond Bhuj, dan mag je het Living and learning design centre niet overslaan. Dit museum is volgens Westerse standaarden en heel interactief en aantrekkelijk ingericht. Je krijgt hier een goed idee van de 10 verschillende stammen die rond Bhuj leven en hun traditionele cultuur.
Ook de Ahir rond Bhuj dragen kleurrijke kleding
Nog één keer Marwada in Rudramata
Een dorpje dat steeds meer is ingesteld op toerisme is Rudramata. Ik maak er een stop om bij één van de clusters ronde hutten te kijken hoe de mannen samen een heus guesthouse bouwen. Nog even en je kunt hier als toerist, in het dorp overnachten. De huizen en hutten van het dorpje zien er dan ook heel aantrekkelijk uit, zo kleurig geschilderd. Met spiegels en witte klei zijn er zelfs patronen aangebracht op de binnen- en buitenmuren. Eén van de traditioneel geklede vrouwen neemt me mee naar binnen, om de inrichting van haar hut te bekijken. Vooral het rijk bewerkte, koperen theeservies, de gedecoreerde muur en het meubel dat dient als graanopslag trekken mijn aandacht. Wat een werk is hieraan besteed.
Dit is misschien wel het mooiste dorpje dat ik gezien heb hier rond Bhuj. Eén van de huizen is ingericht als souvenirwinkel. Ze zijn gespecialiseerd in leren tassen en andere leren producten, echt mooie kwaliteit en alles zelf gemaakt.
Rudramata is misschien wel het mooiste dorpje in de woestijn rond Bhuj
Ahir en Rabari in en rond Ratnal
Mijn laatste stop in de woestijn rond Bhuj is in Ratnal. Om er te komen moeten we een enorme verkeersopstopping trotseren, bij de spoorwegovergang. Het dorpje is het wachten waard. Mannen drinken hier ’s middags thee drinken onder de bomen, bij kleine cafeetjes aan de doorgaande weg en bij de dorpspleintjes. Vrouwen zitten in minuscule ateliertjes te naaien. Ik ontmoet veel Ahir en Rabari in hun dagelijks leven in dit wat meer wereldse dorp. De Marwada dorpjes die ik eerder heb gezien, zijn allemaal veel kleiner. Toch heeft Ratnal ook haar charme.
Als kers op de taart ontmoeten we op de terugweg naar Bhuj nog twee Rabari mannen met hun enorme kudde geiten. Zij horen tot de Rabari die niet langer nomadisch zijn. Ze keren elke middag weer terug naar hun huis in de stoffige omgeving van Ratnal. Het nomadische is er dan misschien vanaf, maar hun klederdracht is nog altijd traditioneel. Hoewel.. de mojari zijn inmiddels vervangen door plastic schoenen. Met deze ontmoeting komt een eind aan mijn rondreis door Kutchh, de unieke uithoek in de woestijn van Gujarat.
Ahir mannen en Rabari dame in Ratnal, Kutch
Ervaringen fotograferen van de stammen rond Bhuj
De kleurrijke stammen rond Bhuj schreeuwen gewoon om gefotografeerd te worden. Het eerste dorpje dat wij bezoeken, bij Dhordo , kan ik mijn ogen niet geloven. Bij de waterput staat een groepje van 4 of 5 dames en wat meisjes en hun kleding is zo kleurrijk en vol spiegeltjes en kraaltjes, dat ik in eerste instantie denk dat we in een themapark terecht zijn gekomen. Behalve die uitbundige kleding hebben ze hun hele armen vol armbanden, van beneden tot boven én dragen ze zilveren sieraden rond hun enkels, in hun oren, om hun nek en in hun neus. Het blijkt hun echte, dagelijkse kleding te zijn.
Het liefst was ik de auto uit gesprongen om het geweldige tafereel vast te leggen. Met veel moeite weet ik me te bedwingen, want zo werkt het immers niet. Als ik zelf ineens een paparazzi voor mijn neus zou hebben, zou ik daar ook echt niet blij van worden. Gekscherend hebben we het in India weleens over de Selfie maffia. Ze lijken soms allemaal wel “ek selfie” te willen, maar na nummer 372 zijn we er meestal wel een beetje klaar mee. Onze jongste al na de eerste trouwens.
Het valt niet mee de kleurrijke Meghwal te fotograferen rond Bhuj
In plaats van direct op de dames af te springen, stappen we rustig uit, om ze aan onze komst te laten wennen. Onze gids maakt een praatje met ze en informeert naar hun borduurwerk. Dit hebben we zo afgesproken. Het borduurwerk willen ze graag even laten zien, het liefst zelfs aan ons verkopen, voor het nodige inkomen. Als je daadwerkelijk interesse hebt om wat aan te schaffen, vergroot dat zeker je kansen om foto’s te mogen maken. Wij hebben dat niet en in plaats daarvan laten we onze meiden hier en ook bij volgende dorpjes die we bezoeken wat leuke sieraden uitkiezen, die de jonge meiden zelf gemaakt hebben. Een stuk goedkoper en ook zo creëren we goodwill. Ondertussen wordt onze jongste spruit in een geweldig mooie jurk gehesen. Zo kan ik van haar wat foto’s maken en wordt er direct al gezegd dat we ook van de kinderen in klederdracht foto’s mogen maken.
Tips fotograferen stammen rond Bhuj
Kom met de camera al uit de tas, maar laat die nonchalant en niet gebruikt over je schouder hangen. Zo is het geen enorm ding als je hem tevoorschijn haalt en kunnen mensen er alvast aan wennen dat hij er is. De camera is een onderdeel van de fotograaf.
Bij het fotograferen van deze Rabari was mijn camera direct zichtbaar
Maak eerst contact en toon je oprechte interesse. Dit kost meer tijd, maar is voor mij geen enkele moeite, want ik vind die stammen zo waanzinnig interessant. Probeer het maken van foto’s voor te stellen nadat je in elk geval een praatje gemaakt hebt, of een (klein) souvenir van ze gekocht hebt. Geef voordat je neemt!
Stel eerst voor om foto’s van kinderen of mannen te maken. Dit is vaak veel makkelijker. Laat de foto’s zien en stel dan eens voor om close-ups te maken van de mooie sieraden die de dames dragen. Wie weet kun je een spontane foto van één van hen tussendoor maken. Of anders kun je ze na de close-up foto vragen om 1 foto van hen zelf te maken. Houd er wel rekening mee dat ze er echt voor gaan staan, met een uiterst serieus gezicht. Als het kan zijn spontane, onverwachte foto’s voordat ze klaar staan vaak mooier.
Geef voor je neemt, liefst oprechte interesse of koop een souvenir
Respecteer “nee”! Maak geen foto’s tegen iemands wil. Dit vind je zelf ook niet fijn. Je bent immers in contact met deze bijzondere mensen omdat je interesse hebt en niet in de dierentuin, waar je foto’s “neemt”.
Als je toestemming krijgt om te fotograferen: maak nooit meer dan enkele foto’s van één persoon. Anders worden de dames achterdochtig en denken ze dat je iets met de foto’s van plan bent. Waarom anders heb je zoveel interesse in hen?
Bedank altijd uitbundig voor de foto’s, ook al zijn ze niet zo geworden als je had gehoopt. Ik heb veel foto’s met een te serieuze of rare (nerveuze) blik. De stammen rond Bhuj zijn duidelijk niet heel comfortabel met het maken van foto’s. Laat de foto’s als het even kan zien. Zo weten mensen dat je geen hele gekke foto van ze gemaakt hebt.
Kun jij zien wie van deze mensen in Kutch niet comfortabel was met de portretfoto’s?
Heb je kinderen mee: laat die dan het ijs breken. Verre reizen met kinderen maken zorgt dat je tegen wat beperkingen aanloopt in wat je kunt doen qua route en aantal activiteiten op een dag. Het opent echter ook deuren. Ik ben 1 dag mét kinderen op fototour rond Bhuj geweest en 1 dag zonder kinderen. De dag zonder kinderen heb ik meer plekken kunnen zien en veel meer tijd voor de mensen genomen. De dag met kinderen waren contacten vrijer en spontaner. Beide dagen heb ik even veel en vergelijkbare foto’s gemaakt, maar de aanpak was heel anders.
In een apart artikel schreef ik uitgebreid over het maken van portretfoto’s op reis. Lees daar zeker even verder als je Bhuj en haar stammen wil bezoeken. Tenslotte een bestemming in de regio die zeker ook een stop waard is als je van Rajasthan naar Gujarat reist: de stoffige stad Sidhpur, met haar pastelkleurige, historische koopmanshuizen.
Mooi verhaal en prachtige foto´s Yvonne. Je hebt toch aardig wat dames op de foto kunnen zetten. In het dorpje Hodka ben ik ook geweest (zie mijn foto op instagramm). Ik ben ook helemaal weg van die kleurrijke huisjes en de dames in prachtige jurken. Ik ga zeker terug naar Kutch en hopelijk heb ik dit keer wat meer geluk met de gids.
Ik heb nog even je tips voor portret tips op reis gekeken. Mijn gouden tip, of eigenlijk is deze tip van (mijn grote voorbeeld), Steve McCurry himself, neem een gids of tolk, die spreekt de taal en weet de lokale gebruiken.
Dank je wel Maria! Jouw foto’s zijn ook echt schitterend. Ik heb trouwens het idee dat Hodka een verzameling kleinere dorpjes is, want we reden wat heen en weer en waren later in een dorpje waarvan de gids opnieuw zei dat het Hodka was. Zou ik zeker even vragen als je er weer bent: of je meer dorpjes daar kunt bezoeken.
En inderdaad, zeker een toegevoegde waarde, een tolk of gids. In elk geval in gebieden als dit. Op andere plekken lukt het ons vaak zelf goed contact te hebben, zeker met Google translate tegenwoordig. Soms hebben we, zeker nu we met kinderen reizen, de leukste gesprekken met mensen. Maar in Gujarat hebben we in de dorpen echt veel aan de gidsen gehad.
Dank je voor de prachtige reportage. De foto’s zijn geweldig. En wat een prachtige stammen. Zo interessant om bij die volken te zijn en even te zien hoe de mensen leven. Ik houd zelf ook van stammen maar heb de durf niet om zo op zoek te gaan. Ik lees je artikelen graag!
Dank je wel voor je bericht en het compliment! Misschien kun je een keer met een gids samen op pad gaan?! Het is heel bijzonder om in het echt te zien. En anders lekker blijven meegenieten met de foto’s hier.