Sighnaghi is zo’n plek waar je plant om een dag naartoe te gaan, maar makkelijk dagenlang blijft hangen. Wij hebben vanuit Sighnaghi Kakheti verkend en dit bleek een perfecte keus, want zo konden we elke avond weer terugkeren naar dit schilderachtige dorpje, bovenop die heuvel. In plaats van die ene ochtend die we in Sighnaghi zelf zouden rondkijken hebben we er uiteindelijk 3 keer een dagdeel doorheen geslenterd. En nog hadden we er geen genoeg van.
David Gareja eerste stop in Kakheti
Halverwege tussen Tbilisi en Sighnagi is een onbeduidende afslag, die in een almaar slechter wordende weg over gaat. Is het asfalt eerst nog redelijk strak, een half uur later slalommen we tussen flinke gaten door, om vervolgens op een onverhard pad verder te hobbelen. Het landschap is desolaat en de weinige bomen die we eerst nog zien verdwijnen langzaam aan helemaal. Na het dorpje Udabno, dat eruit ziet als een echt cowboystadje, rijden we op zo’n 100 meter afstand langs de grens met Azerbeijan. Toch zien we niks van dit land, aangezien een flinke heuvelrug het uitzicht blokkeert. Wel vangen we zo nu en dan een glimp van een oude wachttoren op en uiteindelijk een stenen gebouwtje bij een stoffige parkeerplaats. Een handjevol auto’s staat in de genadeloos brandende zon, van waar wij ook onze klim naar het David Gareja klooster beginnen.
De tocht naar het grotklooster vol schitterende, eeuwenoude fresco’s is met jonge kinderen niet te doen, dus we beperken ons tot het Lavra klooster, waar we genieten van de rust en de fraaie, gerestaureerde gebouwen. Dat het klooster nog door enkele monniken bewoond wordt draagt bij aan de sfeer en ook de klim naar boven, een eindje in de richting van het Udabno klooster is de moeite waard. De uitzichten over de gekleurde, kale rotsen zijn subliem.
David Gareja, onze eerste kennismaking met Kakheti
Aankomst in Sighnaghi
Nadat we eerst het hobbelige pad weer terug gegaan zijn in de richting waar we vandaan kwamen vervolgen we de weg naar Sighnagi. De bochtige bergweggetjes en onze GPS zijn niet zulke goede maatjes en met wat gemopper en keren en nogmaals keren zien we na een lange dag in de auto voor het eerst Sighnaghi op die heuvel liggen. Alsof je een Italiaans dorpje in de verte ziet. Je waant jezelf hier echt niet meer in Kakheti, DE wijnregio van Georgië. Snel stap ik uit om wat plaatjes te schieten, de inmiddels laagstaande zon verlicht de heuvels prachtig, net als dat wat ik kan zien van Sighnaghi.
Ook in het dorp doet de GPS weer vreemde dingen en we rijden meerdere indrukwekkende, Middeleeuwse stadspoorten door voordat we op een dalend keienweggetje aan de andere kant van het dorp komen. Ons guesthouse ziet er op de foto’s al geweldig uit, maar op wat ik zie als we het laatste bochtje maken en de weg plotseling ophoudt ben ik niet voorbereid. Mijn mond zakt open en in een zucht weet ik nog “sto-hop” uit te brengen. Net op tijd staan we stil op het randje. Dít is pas een panorama. Een paradijselijke plek is het, met een zwembad in de tuin, waarbij je in de diepte kijkt naar het lage deel van Khaketi en van opzij de rest van de groene heuvels, met Sighnaghi ziet liggen. Het uitzicht vanaf de veranda, waar onze kamers aan grenzen, is fenomenaal. Wow. Ons thuis voor 3 nachten. We sluiten de dag af met een plons in het heerlijk koele zwembad. Hebben we wel verdiend.
Aankomst in Sighnaghi en een welverdiende plons
Sighnaghi meest fotogenieke plek van Kakheti
Eigenlijk hadden we het plan om de volgende ochtend vanuit Sighnaghi Kakheti te gaan verkennen, maar na een ontbijt aan de rand van het zwembad trekt het stadje zelf ons toch meer. We laten de auto dus staan en struinen een paar uur rond over de gekasseide straatjes van Sighnaghi, waar veel huizen recentelijk in oude staat hersteld lijken te zijn. Van een enkel huis is alleen de voorgevel nog gerestaureerd en als je door een gesneuveld raampje naar binnen gluurt zie je dat de gevel vrijwel het enige is dat nog overeind staat. Nu het toerisme in Georgië aantrekt zal het wel niet heel lang meer duren voor ook deze panden een investeerder gevonden hebben.
Wat verder opvalt in Sighnaghi zijn de druivenranken tegen vrijwel elke gevel. Hier in Kakheti wordt al sinds de 8e eeuw wijn verbouwd, als eerste plek ter wereld, en daar zijn de Georgiërs maar wat trots op. Per huishouden schijnt er maar liefst 5000 liter per jaar geproduceerd te worden. Voor eigen gebruik! Ik zie ergens een bord staan met de tekst “save the earth, it’s the only planet that has wine”. Ja, de Georgiër drinkt graag z’n glaasje en dat is op straat en in de restaurants geregeld te merken. Ook rondom de markt is het een gezellige bedoening. Hier wordt, naast lokale wijn, ook fruit en groenten uit de omgeving verkocht. Buiten wordt onze belangstelling getrokken door een boertje dat, naast hazelnoten, wel heel bijzonder fruit verkoopt: gestreepte mini-meloentjes.
Het is heerlijk om al lopend Sighnaghi te verkennen
’s Middags bezoeken we nog het Bodbe klooster, net buiten het dorp, waar ons ook meteen opvalt hoeveel er hier geïnvesteerd wordt. Een gigantische, nieuw ogende kerk trekt al van verre de aandacht. Het uitzicht is ook aan deze kant van Sighnaghi fantastisch. Ook hier staat bij de ingang weer een mannetje met die grappige minimeloentjes, die we nog nooit eerder zagen. Zoals op veel plekken in Georgië ligt zijn koopwaar uitgestald op de motorkap van een oude auto, die tevens dienst doet als taxi.
Sighnaghi – Bodbe klooster
Terug in de tijd in het noorden van Kakheti
Op zondag wordt in Kabali, tegen de grens met Azerbeijan en Rusland, een wekelijkse markt gehouden. Deels is dit een veemarkt, waar handelaren van heinde en ver op af komen, maar een groot deel is ook een warenmarkt met de meest uiteenlopende producten, een voedselmarkt met alles dat hier vers van het land komt en een vlooienmarkt waar oud ijzer domineert. Als we na een nieuw gevecht met onze GPS wat later dan gepland aankomen is het al een gigantische drukte aan de toegangsweg naar Kabali. Auto’s waarvan de houdbaarheidsdatum al lang verstreken lijkt, paard- en wagens, busjes met Nederlandse en Duitse belettering er nog op uit de tijd dat ze nieuw waren, alles gaat kris kras door elkaar. Aan de zijkanten van de weg zien we de koopwaar al liggen van de mensen die op de echte markt geen plekje meer wisten te veroveren.
We hebben al een hele tijd rond geslenterd tussen de bonte verzameling spullen en mensen als we ons afvragen waar nou die dieren zijn die er ook te koop zouden zijn. Verwachten dat er hier ook maar iemand is die Engels spreekt lijkt wat belachelijk en gewapend met een Russisch taalgidsje weet ik iemand duidelijk te maken waarnaar we op zoek zijn. Ogenblikkelijk staat er een vriendelijke, jonge gast naast ons die toch een paar woordjes Engels kent en ons meeneemt naar een achteraf-veldje. Hier was toen de zon net op was de veemarkt, maar nu zijn alleen de “slechte” dieren nog over, de echte handel is voorbij. Jammer, het had me geweldig geleken om ook dat te kunnen zien. Voor onze meiden maakt het echter niks uit. Ook de afgekeurde dieren aaien ze graag en de handelaren babbelen nog wat na, of vervoeren hun aankopen naar huis. Alles ziet eruit als een filmset uit de jaren ’20 en met de Kaukasus in de achtergrond maakt het geheel een nogal surrealistische indruk.
In het uiterste noorden van Kakheti ga je jaren terug in de tijd
Geschiedenis proeven in Nekresi en Gremi
We vervolgen onze weg aan de voet van de Kaukasus, samen met weggebruikers als ezelkarren, trekkers, UAZ busjes en ander Sovjetmateriaal, tot we aan de voet van één van de bergen niet verder kunnen. Wie het Nekresi klooster wil bezoeken moet z’n auto hier achterlaten en met een Marshrutka verder. Deze rijdt echter pas als er minstens 10 personen zijn. Het alternatief is lopen. Met ons erbij zijn we met 6 (volwassen) mensen. Ah, dat schiet op. Na 5 minuten wachten zijn er nog steeds 6 en besluit ik de resterende 6 Lari (€2,20) te betalen om het busje de berg op te laten rijden.
Al gauw ben ik blij dat we ons niet hebben laten verleiden om te gaan lopen. De weg is onwaarschijnlijk steil en enkele lopers met paars aangelopen hoofden staan hijgend naar het busje te kijken. Het klooster is qua bouwwerk niet heel speciaal, maar het uitzicht is erg gaaf en het gezang dat ons naar de kerk lokt erg mooi. Het is zondag en dus is er een dienst gaande. Bij de ingang worden we min of meer geweigerd, maar als anderen wel binnen mogen knoop ik een sjaaltje om en ga er achteraan. Of ik Christelijk ben? Ja hoor. Orthodóx (zware klemtoon) Christelijk? Uhm… ja hoor. De kleine Boeddha om mijn nek wordt met wat geluk door het sjaaltje aan het zicht onttrokken. We branden een kaarsje, genieten van de sfeer en lopen weer naar buiten, waar het busje al staat te wachten om ons weer naar beneden te brengen.
Nekresi en Gremi zijn beide highlights in Kakheti
Na een kwartier in onze huurauto zien we voor ons een bijzonder bouwwerk opdoemen. Het Gremi kasteel is deels gerestaureerd en voorzien van nieuwe daken, maar zeker op een prima manier gedaan. In het kleine museumpje laat een animatie zien hoe de verschillende delen van het kasteel zijn gebouwd en vergroot en hoe het er hier ooit uit zag. Vanuit de toren heb je een mooi uitzicht over nog meer restanten van het kasteel, zoals het vroeger was. Bij één van de kraampjes aan de voet van de heuvel kopen we nog wat aardbeien uit eigen tuin, voor we terug rijden naar Sighnaghi, waar we de volgende ochtend nog een wandeling door het centrum maken. Met pijn in ons hart verlaten we daarna Sighnaghi. Wat hebben we genoten van dit sfeervolle stadje, met haar torentjes, druivenranken en het fantastische uitzicht.
Heb jij ook zo’n plek waarbij het liefde op het eerste gezicht was en je eigenlijk niet meer weg wilde?
Beste Yvonne,
Weet jij bij benadering nog hoe lang het ongeveer rijden was van het David Gereja klooster naar Signagi? Is de weg te doen zonder 4×4?
Groetjes, moniek
Oh, dat weet ik niet meer precies, maar je moet over (onverharde) dezelfde weg heen en terug naar de verharde weg als je geen 4×4 hebt. Ik heb ‘t idee dat we toen maximaal drie uur in de auto hebben gezeten, maar weet het echt niet meer zeker.
Ik was zo teleurgesteld: in Signagi kon ik makkelijker wijn krijgen dan thee. En dat voor iemand die verslaafd is aan thee en geen alcohol drinkt 🙂
Ik vond Signagi geweldig. David Gareja heb ik helaas niet bezocht.
Haha, ja wij kregen ook onmiddellijk een fles voorgezet bij aankomst. 🙂