Cappadocië is een veel bezochte plek in Turkije. En terecht! Er is in Cappadocië echter meer te zien en te doen dan een ballonvaart boven het bizarre rotslandschap van Göreme. Ook in de omgeving is de natuur adembenemend en enorm afwisselend. En je vindt er verschillende steden en dorpen die een bezoek meer dan waard zijn, juist omdat ze niet in hoofdletters in alle reisgidsen worden vermeld.
Met de bus op weg richting Cappadocië
Het busreizen is iets waar we maar niet aan kunnen wennen in Turkije. In vergelijking met de tot de graat versleten barrels met natuurlijke airco van Zuid-Oost Azië zijn de bussen hier ware ruimteschepen. De stoelen zijn voorzien van in hoogte verstelbare rugleuningen, voetensteunen en voorgevormde zitvlakken. Er is speciaal een steward (met vlinderstrik!) aan boord om je elk uur van een natje en een droogje te voorzien en de wegen zijn met een gladgestreken soort asfalt bedekt waar ze in Kyrgyzstan alleen maar van kunnen dromen.
Toch stappen we ook vandaag in Afyon, ongeveer halverwege tussen Istanbul en Cappadocië, weer uit met hoofdpijn en dikke enkels. Zijn we de afgelopen maanden allergisch geworden voor luxe, of zijn de voorgevormde stoelen toch niet helemaal orthopedisch verantwoord voor ons? We weten het niet, maar we missen ze wel… de rokende, toeterende, soms-niet-meer-harder-dan-40-kunnende fossielen die ze in de rest van Azië bus noemen. Ook de medereizigers met hun halve huishouden aan bagage EN hun hele veestapel, die dan overal gestopt wordt waar nog maar een gaatje te vinden is missen we. En waarom is alles hier zo netjes, schoon en saai aan de kant van de weg? Waar zijn de geurende bakjes eten, waarvan je geen idee hebt wat het precies is, die door het raam onder je neus worden gedrukt? Of zouden ze daarmee gestopt zijn omdat het raam niet open kan vanwege de airco? Al met al is het een beetje een saai geheel, dat busreizen in Turkije.
In Cappadocië en de rest van Turkije kom je dit niet tegen
Aankomst in Afyonkarahisar of kortgezegd: Afyon
De afwisselende landschappen tussen Istanbul en Afyon weten onze verveling toch enigszins te verdrijven. Zodra we verder van de Marmara zee komen is het elk kwartier weer heel anders wat we zien. Gele heuvels met pas geoogst graan worden afgewisseld met rotsachtige bergen en witte kalkgrond. Ook zien we her en der al wat van de grillige punten, waar Cappadocië om bekend staat. Bebouwing is er in dit deel van het land haast niet.
Om half 7 komen we in het goudkleurige laatste zonlicht in Afyon aan, waar we aangenaam verrast worden door het enthousiasme van de mensen, die blijkbaar nog niet vaak buitenlandse toeristen hebben gezien. Toch kennen de meesten wel een standaard zinnetje Engels en dus hebben we aan het eind van onze eerste straat al zo’n 6 keer verteld dat we uit Hollanda komen. Ook de man van het tentje waar we gaan eten vertelt trots dat hij Engels kan. Hij legt uit, in vloeiend Turks, dat we 4 gerechten mogen kiezen voor 4 Lira en ondersteunt zijn Engels zin met 4 vingers in de lucht: “Eins, zwei, drei, fünf”.
Gave landschappen op weg naar Cappadocië
Ontoeristisch Afyon
Dat de rijkdom van Istanbul hier nog niet is doorgedrongen en het toeristische Cappadocië toch nog een eindje weg is zien we aan de sjofele kleding van de oude mannetjes die voort schuifelen over de stoep en de families die tussen het afval zoeken naar bruikbare spullen. Ook zijn er veel mensen die met een zelfgemaakt kraampje wat proberen te verdienen: sieraden, vis en kleding; alles is op straat te koop.
Al vroeg is het weer zonnig en warm, de lucht nog altijd strakblauw. We lopen wat rond in de wijk onderaan de 200 meter hoge, bizarre, kale rots met het Middeleeuwse kasteel, Karahisar kalesi, er bovenop. Deze wijk is de oudste van de stad, met Ottomaanse huizen van hout en klei gemaakt. Sommigen zijn in een vergevorderd stadium van verval, maar veel van hen zien er nog prachtig uit en ze zijn in mooie kleuren geschilderd. Kinderen spelen er in de deuropening en moeders hangen de was aan een lijntje aan de voorgevel. Mannen van elke leeftijd zitten in de ochtendzon op hekjes te praten.
Afyon tussen Istanbul en Cappadocië
Imaret Camii en Karahisar kalesi in Afyon
We besluiten om met de beklimming van Karahisar kalesi te wachten tot het in de late namiddag wat koeler wordt en nemen eerst een kijkje bij de 15de eeuwse Imaret Camii, de oudste moskee van de stad met een eigen badhuis. Pas om half 6 is de temperatuur genoeg gezakt om ons aan de klim van 700 treden naar het kasteel te wagen. In de volkswijk, aan de voet van de heuvel, komen de kinderen ook weer naar buiten om te spelen en Yvonne maakt een paar foto’s van één van hen. Om het meisje op haar gemak te stellen en om te proberen iets van een lachje op het serieuze gezicht te brengen praat ze tegen haar, uiteraard als altijd bij kinderen en oude mensen, gewoon in het Nederlands. Het gewenste effect blijft uit, op de foto gaan is hier nog een serieuze zaak, misschien voor jonge kinderen zelfs een beetje eng. Een grotere jongen roept behulpzaam: “she no English”. Nou, dat valt ons wel een beetje tegen van een 5-jarige.
Dan moeten we er toch aan geloven en al zwetend beginnen we aan de klim. Het is best een pittige inspanning en een half uur later naderen we uitgeput de top. Het uitzicht delen we met enkele Turkse families die ook naar boven geklommen zijn en is echt geweldig. We kijken 360 graden uit over de hele stad en de weide omtrek. Van het originele kasteel is niet veel meer over, van dichtbij is duidelijk te zien dat vrijwel alles kort geleden opnieuw opgebouwd is. Wel zien we waar de bouwmaterialen voor het oorspronkelijke verdedigingswerk uit de rots gehouwen zijn en enkele kleine stukjes van de oude muur staan nog overeind. Voor de zon onder gaat dalen we weer af naar de stad, de heuvel is namelijk niet verlicht ’s avonds.
Imaret Camii en Karahisar Kalesi in Afyon
Verder naar Nigde
We slapen uit, want pas om 12.15 uur gaat de eerste bus in de richting die wij uit willen, de bus op de onchristelijke (of onislamitische?) vertrektijd van 6.00 uur niet meegerekend. Onze bus heeft ook nog wat vertraging, dus om 12.30 uur rijden we eindelijk Afyon uit. We worden verrast met een aangenaam Eau de Cologne geurtje uit een flesje, waar de steward mee langs komt lopen en waarmee je geacht wordt je handen uitgebreid in te smeren. Turken blijken namelijk een uitgesproken voorliefde te hebben voor geurtjes. Zo hangt er in het internetcafé een soort van Brise-elk-half-uur-een-nieuw-stinkje-apparaat en wordt er in de bus regelmatig een flinke hoeveelheid spray in de airco gespoten. Mannen ruiken vaak behoorlijk naar aftershave en vrouwen naar parfum. Er gaat niets boven een flinke dosis geur uit een flesje of spuitbus hier.
De landschappen zijn plat en saai en soms echt woestijnachtig. Dorpjes worden steeds eenvoudiger en de huizen zijn vaak niet meer dan kleien hutjes met een dak van riet en leem.
Aan het eind van de middag stappen we over en precies om 19.30 uur stappen we uit op het busstation van Nigde. We zijn blij dat het busstation van deze stad geen kilometers buiten de stad ligt en dat we gewoon, lekker makkelijk, naar het dichtstbijzijnde hotel kunnen lopen. Dit hotel is meteen ook het duurste van de stad, maar we besluiten onszelf even een keer te verwennen. Turkije is een groot land en de reistijden zijn niet gering, dus af en toe een beetje luxe kan geen kwaad.
Kennismaking met Cappadocië met de rotskerk van Gümüsler
In de relatieve koelte van de ochtend bezoeken we de rotskerk van Gümüsler, een prima plek om in de sfeer van de grot- en rotslandschappen van Cappadocië te komen. Bijzonder om te zien dat de Christenen hier voor hun geloof uren in de rotsen hebben staan hakken. Behalve een kerk met verschillende losse ruimtes zijn ook een complete ondergrondse stad en een heel stel bovengrondse woningen uitgehouwen. Het is een indrukwekkend geheel, waar we in alle rust van kunnen genieten, want van andere toeristen is hier weer eens geen spoor.
Gümüsler rotskerk in Nigde Cappadocië
Nigde
Als we terug zijn in de stad bekijken we nog de moskee en het fort op de heuvel en een andere moskee in het centrum. Dan wordt het weer erg heet en we brengen de middag in onze kamer door.
Zo stiekempjes-aan begint het hier toch weer wat op Azië te lijken. “Müzé?” (museum) Grote glimlach, “go straight and … ehm… left”, met een hand enthousiast naar rechts zwaaiend. Bordjes staan er natuurlijk niet, of toch wel, een hele ouwe… wijzend naar de verkeerde straat. Uiteindelijk loopt een man een blokje met ons mee om ons het juiste gebouw te wijzen. Aan de buitenkant zou je ook totaal niet zeggen dat dit een museum is, maar binnen worden we aangenaam verrast door de interessante voorwerpen van de Grieken, Romeinen, Byzantijnen en Ottomanen. Het meest indrukwekkend zijn 5 nog erg goed in tact zijnde mummies, waar zelfs de wimpers en leerachtige huid nog op zitten.
Naar Göreme, het hart van Cappadocië
Na het museumbezoek checken we uit in ons hotel en nemen we de bus naar Göreme, onze volgende bestemming, waar we eindelijk het echte Cappadocië gaan zien. Na een overstap en nog een half uurtje bussen zien we plotseling de vallei met de honderden rotsige punten voor ons liggen, een onvergetelijk gezicht. We zijn er en we begrijpen in die ene, allereerste seconde meteen waarom Cappadocië zoveel bezoekers trekt.
Het is heet en als we een paar keer te horen hebben gekregen dat de private rooms vol zitten proberen we een pension bij mensen aan huis. Zij hebben nog plek zat en de kamer is schoon en netjes. Ook mooi meegenomen is dat we nu de helft betalen van de drukke, lawaaiige guesthouses die wél in de Lonely Planet staan.
Die eerste blik op Göreme in Cappadocië is onvergetelijk
Cappadocië
Even na zevenen worden we wakker van een vreemd geluid. Er vliegen luchtballonnen over ons huis. De rotsachtige punten van Cappadocië schijnen er vanuit de lucht heel erg mooi uit te zien en elke ochtend gaan tientallen mensen in een ballon de lucht in. Peter heeft hoogtevrees en dus blijven wij met beide benen op de grond. We wandelen naar het Göreme openlucht museum, een verzameling kerken en kloosters in de rotsen, waarvan sommige nog uitzonderlijk mooie fresco’s hebben. Uren dwalen we rond door het aparte landschap. Ook collega blogger Jacomijn bezoekt deze unieke kerkjes en houdt enorm van wandelen in Cappadocië. Met Göreme als uitvalsbasis maakt zij een aantal schitterende wandelingen.
’s Middags nemen we de bus naar Uçhisar, waar ze naast een groot aantal rotswoningen ook een enorm kasteel uit het steen hebben uitgehakt. Het gevaarte torent overal bovenuit en is een ware gatenkaas, waar je via een serie trappen bovenop kunt komen. Zo zien we Cappadocië toch nog van bovenaf, ook al is het dan niet vanuit een luchtballon. Van boven heb je zicht op heel Cappadocië en in de verte zien we Göreme liggen, een prachtig plaatje.
We dalen weer af, omdat we het kasteel net iets te hoog vinden om alles goed te zien en lopend door het maanlandschap dat Cappadocië heet gaan we terug naar ons pension, terwijl de zon steeds lager zakt en de schaduwen weer langer worden. Wat een sprookjesachtige omgeving is dit toch.
Ben jij wel eens in Cappadocië geweest?