Luang Prabang is de tweede stad van Laos, maar wat mij betreft veel meer een must visit dan hoofdstad Vientiane. Waar Vientiane meer een uitgestrekt en wat onpersoonlijk aandoend dorp is, pakt Luang Prabang me meteen op dag één. Geen idee of het de mooie, gouden gloed van het licht is, dat mijn fotografiehart sneller deed slaan, of de relaxte sfeer rondom de Mekong rivier. De mensen die we ontmoeten bij het bijzondere Big Brother Mouse project en de vele, toegewijde monniken hebben ook zeker hun steentje bijgedragen. Eigenlijk voelt Luang Prabang voor ons direct als een veilig thuis ver van huis. Ik neem je mee naar die prachtige stad in Laos, waar ik best wel zou kunnen wonen.
Meteen op pad in de omgeving van Luang Prabang
Zodra we na onze eerste aankomst in Luang Prabang gesetteld zijn in het fijnste guesthouse van Luang Prabang nemen we, op aanraden van een toevallige voorbijganger, spontaan een tuktuk naar een dorpje vlakbij, waar veel geweven wordt. Prachtige zijden sjaals en kleding worden er met de hand gemaakt en vervolgens verkocht en ook worden er spulletjes gemaakt van bamboe, zoals lampen en boekjes. Het klossen van de zijde gebeurt met behulp van oude fietswielen en houten stokjes, erg inventief en geweldig leuk om te zien.
Meteen op pad in de omgeving van Luang Prabang
Terug in Luang Prabang kijken we een beetje rond, we shoppen wat en komen te weten dat een motorbike huren hier niet zonder risico is. De Luang Prabang motorbike scam is berucht. We raken met een Laotiaan aan de praat die z’n “uncle” gaat vragen of we de zijne “unofficial” kunnen meekrijgen om wat verder te kunnen rondkijken, maar huren voor morgen eerst een fiets.
Fietsend Luang Prabang rond
De volgende dag fietsen we halverwege de ochtend, onder een stralend winterzonnetje, de straat van ons guesthouse uit. Het licht, in combinatie met de sfeer, lijken magisch hier in Luang Prabang en we genieten meteen al. In een foldertje heeft Peter iets gezien over een project dat jonge schrijvers en tekenaars aan het werk zet om boeken te maken voor kinderen. Dit is ons eerste doel voor vandaag en we zijn erg gecharmeerd van de manier waarop het Big Brother Mouse project draait. We besluiten voor een afgelegen schooltje op het platteland een Book Party te sponsoren, zodat alle kinderen van de school een boek krijgen en er op school een bibliotheekje gestart kan worden om de boeken na het lezen om te ruilen. Mocht je meer willen weten, lees dan mijn blog over de Bookparty en Big Brother Mouse.
Big Brother Mouse maakt lezen toegankelijk voor álle kinderen
De ochtend is al bijna voorbij als we verder gaan en we fietsen wat rond in de omgeving van Luang Prabang, wat zeker geen straf is. Het leven is hier bijzonder relaxt voor een tweede stad van een land. Aan de rand van de stad bezoeken we Wat Phon Phao, die op zichzelf niet zoveel indruk maakt. De schitterende, groene omgeving raakt ons des te meer en we blijven lang hangen, voor we de rijk versierde Wat Xieng Thong met een bezoekje vereren. Als we daarna de Phousi-heuvel beklimmen en van het 360 graden uitzicht over de stad en de beide rivieren zitten te genieten slaat mijn arme buik ineens alarmfase drie en gaat het in sneltreinvaart naar beneden. Zonsondergang op de wc dus en niet boven op de berg; ach, Azië… je kunt ook niet alles hebben hè?!
Zonsondergang Luang Prabang
Kuang Si Waterval
Een bekend uitje in de omgeving van Luang Prabang is dat naar de hoge Kuang Si waterval. Uiteraard willen ook wij deze highlight niet overslaan en we nemen een tuktuk er naartoe. We zijn vroeg vertrokken en de eerste tijd zijn we hier alleen en genieten we van het geluid van het water en de groene jungle om ons heen. We klimmen zo’n 100 meter omhoog via een steil bospad, om daar de rivier bovenaan de waterval over te steken, een avontuur op zich.
Peter vindt het nog niet avontuurlijk genoeg en schudt een vrucht uit de boom die er op het eerste gezicht zacht en harig uitziet. Als hij hem op wil vangen blijkt het toch iets minder zacht en nogal stekelig te zijn, als zo’n cactus met allemaal hele kleine, venijnige naaldjes. Zijn hele hand zit eronder. Creatief als ik ben doe ik allemaal suggesties over het verwijderen van de stekeltjes, maar Peter gaat onder grote belangstelling van passanten aan het werk met een pincet, dat gelukkig in ons zakmes zit. Een uurtje later is de hele hand weer stekelvrij en gaan we aan de andere kant van de waterval weer naar beneden. Aan deze kant is een smal paadje, waarlangs je middenin de waterval op een eilandje kunt komen… erg mooi om zo middenin het kraakheldere water te staan, vlak voor de andere toeristen hun weg naar hier gevonden hebben.
Bekend uitje vanuit Luang Prabang: de Kuang Si waterval
Tempels en het leven aan de rivier
De volgende dag beginnen we aan de rivier, waar net een hele vracht goederen is aangekomen, inclusief uiteenlopende soorten dieren. Het is heerlijk om hier te zitten en het eenvoudige leven van alledag gade te slaan. Houten bootjes, alles met de hand en alsof de tijd niet bestaat gaat alles hier z’n gangetje.
Daarna vinden we het tijd worden dat we weer eens wat van de stad zien en dus bekijken we de tempels die we tot dusver nog niet gezien hebben. Dat zijn er nogal wat en na een stuk of 4 kunnen ze ons, ondanks het vele goud en de pure schoonheid van de bouwwerken toch wat minder bekoren. Stiekem hebben we er ook even genoeg van om de van sierlijk houtsnijwerk voorziene gebedshuizen te moeten delen met andere toeristen. Daarom laten we ons met een bootje naar de overkant van de Mekong brengen, naar het dorpje Ban Xieng Maen. Als we van boord gaan zijn we even in shock. We hebben het idee op een vuilnisbelt beland te zijn: wat een rotzooi ligt er hier. De overheid doet er gelukkig wel wat aan, want we zien overal borden staan dat je afval niet op straat mag gooien en dat het in de afvalbak moet. Helaas zijn ze er nog niet aan toe gekomen ook daadwerkelijk afvalbakken te plaatsen. Of zouden ze dat misschien vergeten zijn?
Tempels en Mekong: helemaal Luang Prabang
Aan deze kant van het water zijn de tempels van Luang Prabang eenzaam, verlaten en vervallen. Het lijkt alsof we een compleet andere wereld in zijn gestapt. Met 2 jochies gaan we nog een tempel-grot in. Hier staan de half vergane Boeddhabeelden uit andere tempels en met veel fantasie vormt een bepaalde rots een olifant vertellen ze ons in opmerkelijk goed Engels… ja, ja… heel misschien zien we hem als we ons hoofd ietsje schuin houden. Of toch niet.
De monniken van Luang Prabang
Monniken. Je ziet ze veel in Luang Prabang, door het grote aantal tempels en kloosters hier. Dat is ook de verkopers op de toeristische markten opgevallen, gezien hun enorme aanbod in schilderijen met oranje kwaststreken, die veel gelijkenis vertonen met een wortel. Of 2 wortels, naast elkaar onder een parasolletje.
Monniken dus. Wij komen er vanochtend voor dag en dauw ons warme bed voor uit. Elke ochtend maken de monniken hier in Luang Prabang namelijk hun ronde. Ze dragen dan een nap mee, waar gelovige Boeddhisten wat rijst of ander eten in doneren. Nergens in Laos is dit ritueel zo groots als hier en dat willen wij wel eens zien. Om 6 uur gaan we de deur al uit, want rond zonsopkomst om half 7 ongeveer zal het geheel plaatsvinden.
Aan monniken geen gebrek in Luang Prabang
Zodra we onze neus buiten de deur hebben, worden we belaagd door een verkoopster die ons eten wil verkopen om aan de monniken te geven. We bedanken, omdat we geen Boeddhist zijn en het ritueel niet willen helpen tot een toeristen-circus uit te groeien. Blijkbaar hebben andere mensen daar minder moeite mee, want op sommige plekken zitten de witte toeristen rijen dik met hun mandje eten klaar en een grote camera om de nek. Er zijn maar weinig Laotianen op straat, maar bij het slaan op de trom, om kwart voor 7, komen er toch enkele hun huis uit.
Op een afstandje slaan we het geheel gade: honderden monniken verlaten in rijen hun kloosters om in stilte hun eten te ontvangen. Jammer genoeg wordt ons plekje al gauw door meer witte neuzen ontdekt en worden de passerende monniken van dichtbij in het gezicht geflitst met allerhande camera’s. Toch een beetje triestig keren we terug naar onze kamer. Het lijkt een beetje hypocriet om negatieve gevoelens te hebben over andere toeristen, als je er zelf één bent, maar het lijkt erop dat hier met rasse schreden een eeuwenoude traditie wordt verbouwd tot topattractie. Zo jammer hoe dit werkt.
Overdag kun je kennis maken met de monniken van Luang Prabang bij hun tempels of op straat
Om in de sfeer te blijven gaan we tegen het eind van de middag naar de Wat Mahathat om te zien hoe de monniken daar bidden. Gelukkig is daar weinig toeristisch aan en kunnen we rustig kijken en luisteren. Het blijft een bijzonder geluid, al die monniken stemmen bij elkaar, ook al kunnen we er niks van verstaan. We gaan stil in een hoekje zitten en genieten van het moment. Met moeite weten we ons een half uurtje later richting het centrum te begeven voor een hapje eten. Als we onderweg nog even om het hoekje gluren bij de iets bekendere Wat Mai worden we daar weer compleet weg geflitst door rijen toeristen, dus lopen we gauw door voor een laatste maaltijd bij ons favoriete restaurantje. Morgen reizen we verder naar Nong Kiaw. Met pijn in ons hart laten we Luang Prabang achter ons.
Het is inmiddels al wat jaren geleden dat we verliefd werden op Luang Prabang. Niet verwonderlijk dus, dat we tijdens onze lange Azië-reis met onze kinderen terugkeren. Wat zijn we blij om te zien dat het nog steeds een mooie, authentieke plek is, ondank het toegenomen aantal toeristen. We genieten opnieuw van de bezienswaardigheden van Luang Prabang.
Oh, ik herken het gevoel over Luang Prabang helemaal. Een van de leukste Aziatische steden waar ik ben geweest! Het voelt meer als een dorpje dat als tweede stad van een land. Wat ik me ook kan herinneren is hoe goed het eten er was, in heel Laos, maar zeker in Luang Prabang. Ik doe een moord voor een stukje Lao sausage…te lekker!
Ahhh, leuk om te horen Martin! En inderdaad, het voelt echt zo dorps.. heerlijk toch?!
Oh, wat een moment om last van je buik te krijgen. 🙁 Gelukkig was de rest van je verblijf hier wel een wervelend succes. Ik had al eerder gehoord dat dit echt een fijne stad is, maar van jou verhaal word ik pas echt enthousiast
Leuk om te horen Sanne. 🙂 Was jij in Laos nou al eens geweest?