We zijn nauwelijks nog Abu Road uit, of onze chauffeur trapt op de rem. Een Rabari herder loopt in traditionele kleding met zijn geiten het stadje uit. Witte los zittende kleding, rode tulband, dikke zilveren sieraden en de typische leren muiltjes van de Rabari maken het plaatje compleet. We maken een praatje, met de hotelmanager als tolk. Hij is nog een jonge vent, die heeft aangeboden met ons op zoek te gaan naar de lokale stammen van Gujarat rond Abu Road. Tours en gidsen lijken hier niet of heel lastig te regelen. Het is me vooraf online in elk geval niet gelukt en dus gaat Joshi spontaan met ons mee. We betalen zijn “friend” de lokale taxiprijs en mogen Joshi zelf geven wat we willen, maar hij lijkt vooral mee te gaan om ons een plezier te doen. Dat lukt perfect. Hij lijkt precies te weten wat wij interessant vinden en gaat in al onze wensen mee.
dorpje Siyava – Adivasi tribe
We maken een korte stop bij de werkplaats voor lokale ambachten in Siyava. Hier maken de vrouwen van lokale stammen uit de omgeving van Abu Road dagelijks de mooiste traditionele voorwerpen. Vooral de kleien poppenhoofden zijn beroemd en worden met grote precisie gemaakt. Vandaag wordt niet gewerkt, vanwege de vrije dagen na Diwali. Daarom gaan we gauw verder, om een minuut later alweer te stoppen. Een eenvoudig boerderijtje, aan de kant van de weg, bestaat uit verschillende armoedig uitziende gebouwtjes van leem. Een hekwerk van takken schermt het erf af en zorgt ervoor dat de geiten en de koe niet weglopen.
Net buiten Abu Road ontmoeten we deze Rabari man en bezoeken we Adivasi
Nieuwsgierig, maar zeker ook wat argwanend worden we met onze twee gidsen welkom geheten. In 3 aparte huisjes wonen zo’n 25 familieleden in pure armoede. De Adivasi behoren tot de laagste kasten van India. Kinderen gaan vrijwel nooit naar school en ouders hebben geen betaald werk. Ze komen rond van wat ze verdienen met klusjes doen, bewerken kleine stukjes land en houden wat vee. Wat we om ons heen zien is eigenlijk heel verdrietig. Het leven is hard, vooruitzicht op beter levensomstandigheden zijn er niet.
Een moeder is in één van de huisjes met haar naaimachine bezig, waarschijnlijk een opdracht om wat geld te verdienen. Een enorme stenen pot trekt mijn aandacht. Er zit zelf gemaakte yoghurt in. Ik wil op het bed gaan zitten om een foto van haar en haar dochtertje te maken, als iemand me verschrikt op een bundeltje wijst. Daar, op het bed, ligt het allerkleinste baby’tje dat ik ooit heb gezien. Deze moeder is nog maar net een paar dagen bevallen van dat kleine bundeltje, dat op het bed naast haar ligt. Ze moet lachen om mijn verschrikte gezicht. Trots naait ze verder, als ze ziet dat ik haar werk bewonder.
De moeder en 2 van haar kindjes op het Adivasi boerderijtje buiten Abu Road
De Adivasi worden beschouwd als de oorspronkelijke bevolking van India. Zij wonen in het centrale deel van India, maar ook in het uiterste Noorden en Noordoosten. Veel kleinere stammen zijn kwetsbaar door de manier van landbouw en de vooroordelen, discriminatie en geweld van andere bevolkingsgroepen.
Rabari dorpje tussen Sivaya en Ambaji
Tussen Sivaya en Ambaji passeren we een dorpje waar verschillende Rabari families hun boerderijtjes hebben. Ondanks dat Rabari van oudsher een zwervend bestaan leiden, hebben ze tegenwoordig steeds vaker (ook) een permanente verblijfsplaats. Noodgedwongen hebben veel Rabari hun zwervend bestaan opgegeven, omdat rondtrekken met kamelen en geiten door de overheid van India ontmoedigd wordt. Toch zijn er ook nog genoeg Rabari die met hun vee door de woestijn van Rajasthan en Gujarat trekken. In de droge maanden, als er weinig te eten valt in de woestijn, verblijven ze wel vaak in of rondom hun dorpjes met eigen woonhuizen.
Op de thee in een Rabari dorpje op de grens tussen Rajasthan en Gujarat
In het kleine dorpje dat wij passeren, wonen een aantal bekenden van onze chauffeur. Zo weet hij dat er ook verschillende Rabari families bij elkaar wonen. Het mooie aan India is dat je mensen helemaal niet persoonlijk hoeft te kennen, om bij ze aan te kloppen. Onze twee nieuwe Indiase vrienden maken makkelijk contact met de bewoners van een huis langs de weg en worden het erf van een boerderij op gewezen. En daar, onder het afdak van dat eenvoudige boerderijtje, zit het beste dat me vandaag gaat overkomen: een hele groep traditionele Rabari mannen zit thee te drinken en te roken. Het lijkt wel een Rabari dorpsvergadering. Er lijkt ook daadwerkelijk een soort van stam-oudste te zijn, die ons direct welkom heet.
Peter wordt onmiddellijk uitgenodigd om bij hen plaats te nemen. Ik mag in de keuken komen kijken, waar de vrouw des huizes de lunch aan het voorbereiden is. Ze draagt blauwe armbanden om haar bovenarm, een teken dat ze getrouwd is. Waar dit soort accessoires in grote delen van India steeds meer uit het straatbeeld verdwijnen, zie je ze op het platteland van Rajasthan en Gujarat nog wel veel. Ook jonge vrouwen dragen nog traditionele sieraden, zoals deze Rabari dame in kleurige kleding. Prachtig! Onze chauffeur wijst ons op een gaatje in het dak. Dat zit daar heel bewust, in traditionele huizen. Op die manier is er namelijk altijd een beetje licht in huis, ook als de stroom uitvalt.
Zo ziet een Rabari huishouden in de omgeving van Abu Road eruit
We worden uitgenodigd voor de lunch, maar slaan dat af. We willen vandaag nog meer lokale stammen rond Abu Road zien. We vragen via onze beide tolken vanalles over de cultuur en gebruiken én over de inrichting en aankleding van het huis. Onze meiden knuffelen nog even met de kalfjes buiten, voordat we verder gaan.
Poshina terracotta paarden tempel
Via de tempel in Ambaji, vervolgen we onze weg naar Poshina. Daar is een enorme verzameling terracotta beelden van paarden rond een oude, heilige boom. Deze heilige plek van de Adivasi is eigenlijk niet door buitenstaanders te bezoeken, maar voor een financiële bijdrage willen ze wel een uitzondering maken. Er is ons dus vooraf verteld om een afgepast geldbedrag in onze broekzak te stoppen en vol te houden dat we niet meer contant geld bij ons hebben. Er schijnt altijd wel iemand lucht te krijgen van bezoekende buitenlanders, maar vandaag is blijkbaar een uitzondering. Het is dan ook midden op de dag en behoorlijk warm. We kunnen onze baksheesh in onze zak houden en rustig deze bijzondere plek met duizenden beelden bezoeken.
De terracotta paarden van Poshina
De enige andere bezoekers zijn een dame die de boel netjes houdt en een man met zijn zoontje die duidelijk komen bidden. De kleien paarden zijn overweldigend in aantal om te zien. Sommigen zien eruit alsof ze gisteren zijn neergezet, andere staan er duidelijk al jaren. Zodra de beelden er staan, kunnen ze niet meer verplaatst worden. Het zijn de dromen en wensen van de Adivasi die schijnbaar van heinde en verre komen om een terracotta paard aan de enorme verzameling toe te voegen. De Kumbhar, de pottenbakker van het dorp, maakt de paarden op bestelling en biedt ook paarden aan die direct meegenomen kunnen worden. Ze zijn vaak niet goedkoop en het maken ervan wordt ook als iets heiligs beschouwd. Opnieuw ben ik onder de indruk van de levendigheid van de cultuur van de lokale stammen van Gujarat rond Abu Road en later ook rond Ahmedabad.
Bhil en Garasia dorpje ten zuiden van Abu Road
Net ten zuiden van Abu Road, niet ver van de doorgaande weg naar Palanpur, ligt een bijzondere plek. Hier wonen twee van de lokale stammen van Gujarat gezamenlijk in één dorpje. Bhil en Garasia hebben elk een aantal eenvoudige, kleien woningen vlakbij een industrieterrein. Net als de Adivasi behoren deze stammen tot de oorspronkelijke inwoners van India. Net als eerder op de kleine Adivasi boerderij, is het hier armoe troef. De huisjes van de eerste stam die we bezoeken zijn niet meer dan aan elkaar geknoopte krotten. Van plastic zakken, takken, pallets en zeiltjes zijn hutten gebouwd. Van klei zijn bankjes gemaakt. Er wordt gekookt op houtvuur van gesprokkeld hout. Stromend water en sanitair zijn er niet. Sommige huisjes zijn van klei, die zien er net wat beter uit.
Een bijzonder armoedig Bhil dorpje bij Abu Road
Bezoek uit het buitenland hebben deze mensen van de Bhil stam nog nooit gehad, dus zijn ze eerst wat schrikkerig. Zodra ze wat gewend zijn aan onze komst, komen de kinderen nieuwsgierig een beetje dichterbij. Kinderen zijn er in overvloed. Geen van hen gaat naar school. Op mijn vraag wat ze hier de hele dag doen en hoe ze aan eten komen, wordt ontwijkend geantwoord. Uiteindelijk blijkt dat enkele mannen uit het dorp elders in India aan het werk zijn. De kinderen en vrouwen dragen eenvoudige, maar toch bijzondere, traditionele sieraden. Een jonge moeder met een kindje op de arm en duidelijk opnieuw zwanger trekt mijn aandacht. Haar blik heeft zoiets hopeloos en treurigs. Het haar van haar peuter piekt alle kanten op, vliegen cirkelen om hem heen en zijn buik is opgeblazen van de honger. Dit is één van de meest trieste aanblikken die ik in India gezien heb. Ze blijkt nog 2 kinderen te hebben, allemaal onder de 5.
De huizen van de Garasia zijn net wat beter en allemaal gemaakt van leem. Hier scharrelt meer vee rond de huizen en de kleding is kleurrijker. Heel triest is wat ik aantref in één van de bijgebouwtjes: een blinde, oude vrouw zit helemaal alleen op de kale grond. Het lijkt erop alsof ze niet kan lopen en een verstandelijke beperking heeft. Niemand lijkt zich om haar te bekommeren.
Terwijl de kinderen buiten spelen, zit een blinde vrouw alleen binnen in dit Garasia dorpje
Een trotse jonge moeder laat haar prachtige kindje door mij fotograferen. Ze bedankt me en ik pak haar handen. Pas dan zie ik dat één van de handen slechts stompjes heeft, in plaats van vingers. Ze heeft Lepra. Dan zie ik dat haar kindje ook beginnende plekjes heeft. Op de zijkant van haar huis zijn handjes gestempeld: een teken dat er iemand in huis ziek is.
Ook hier spelen onze kinderen met de dieren en de lokale kinderen, voordat we verder reizen. Een moeder van beginnende pubers en enkele jongere kinderen laat zichzelf wat verlegen fotograferen. Aangemoedigd door haar kinderen gaat ze ervoor staan, maar in de camera kijken durft ze niet. Vol gemengde gevoelens rijden we even later verder. Wat zal er van deze mensen en de kinderen terechtkomen?
Prachtige Garasia moeders met hun kindjes
dorpje tussen Siddhpur en Patan, waarschijnlijk Nedra
Na ons bezoek aan de indrukwekkende, pastelkleurige koopmanshuizen van Sidhpur, rijden we verder richting Patan. We maken nog één stop, in schijnbaar een willekeurig dorpje langs de route. Onze chauffeur kent er niemand, maar hij vermoedt dat wij Nedra een leuke plek zullen vinden. Hij heeft gelijk. We worden enthousiast ontvangen en kijken onze ogen uit. Dit is weer een heel andere plek dan de woonomgeving van de lokale stammen die we eerder bezochten. Deze mensen zijn duidelijk net wat minder traditioneel en wat beter af dan de stammen die we eerder bezocht hebben. Hun huizen zijn van steen en de jonge meiden lopen in vrij moderne kleding. Een enkeling heeft zelfs een telefoon, waarmee de nodige selfies worden gemaakt met onze kinderen.
Deze mensen zijn boeren. De grond rond het dorpje wordt met allerlei gewassen beplant en er zijn koeien, geiten en buffels genoeg. Wel wordt alles nog heel kleinschalig gedaan. Het land wordt met handgemaakte werktuigen bewerkt in kleine groepjes. Een man is zijn geiten aan het scheren. Er is hier meer bedrijvigheid en meer welvaart. Mooi om te zien. Wat ons bijzonder opvalt is de lichte kleur ogen die veel mensen in dit dorpje hebben. Het lijkt op een mengeling van lichtbruin en blauw, heel opmerkelijk.
De fotogenieke bewoners van Nedra in Gujarat
Ook de lokale stammen van Gujarat rond Abu Road bezoeken
Lijkt het jou ook wel wat om op de lokale stammen van Gujarat rond Abu Road te bezoeken? Je kunt met een georganiseerde rondreis mee, individueel of in een groep. Er zijn ook verschillende Indiase aanbieders die een rondreis met privéchauffeur aanbieden. Je gaat dan niet alleen de lokale stammen rond Abu Road bezoeken, maar reist vaak ook rond in de omgeving van Ahmedabad en Vadodara. Je luxere accomodatie is dan in de prijs inbegrepen, maar de kosten voor zo’n reis zijn best fors.
Je kunt ook zelf naar deze regio afreizen en ter plekke contact leggen met een chauffeur, waar je zelf afspraken mee kunt maken over de te bezoeken plekken. Dit is altijd een beetje een gokje, want niet elke chauffeur is even relaxed. Soms begrijpen ze niet precies wat je wilt, of spreken ze toch minder goed Engels dan je zou verwachten. Wij boffen en treffen de juiste mensen. Waar we eerst denken: “moeten we hier slapen, midden in deze heksenketel rond station Abu Road?” treffen we uiteindelijk de fijnste lokale “reisleiders” die we hadden kunnen wensen. Voor ons is dit onderdeel van het avontuur.. en avontuur vind je genoeg in India. Wij houden ervan!
Wil je meer ongerept India zien en ben je dol op het bezoeken van kleurrijke, authentiee stammen? Ga dan naar de Rathwa dorpjes rond Chhota Udaipur.