Zowel aan Lijiang als aan de Tiger Leaping Gorge denken we met gemengde gevoelens terug. Zo schilderachtig als we de houten huisjes met hun grijze dakpannen van Lijiang vonden afsteken tegen de imposante sneeuwbergen, zo ergerlijk waren de hordes luidruchtige Chinese toeristen die massaal achter het vlaggetje van een gids aan door de smalle straatjes dromden. En hoe indrukwekkend zowel de kloof als de natuur van de Tiger Leaping Gorge ook waren, na wéér een nacht zonder slaap vanwege de dronken Chinese medereizigers besloten we voor het eerst dat China echt prachtig is, maar dan wel zonder Chinezen.
De gecancelde Bus naar Lijiang
Als we na het ontbijt met onze volle tassen door een, op de vroege markt na, nog slaperig Dali naar het bus-kantoortje lopen, zien we dat we zo vroeg zijn dat we misschien wel een bus eerder kunnen halen. We vragen de dame achter het loket of er nog plek is in die bus, maar we praten blijkbaar Chinees voor haar, want ze snapt er niks van. Peter doet z’n best met ons taalboekje en ze lijkt het begrepen te hebben, want de telefoon wordt gepakt. Na het gesprek streept ze onze tijd van 10.00 uur door en maakt er 14.30 uur van. Huh?! We wilden graag om 9.30 uur, een bus eerder. Als een andere medewerker binnenkomt wordt er weer driftig gebeld, maar aan z’n gezicht te zien is hij niet echt blij met het nieuws aan de andere kant. Meer telefoontjes worden gepleegd en als we vragen of er een probleem is krijgen we geen antwoord, terwijl hij gisteren nog redelijk Engels sprak toen we de kaartjes bij hem kochten. Vreemd hoe het weinige Engels dat mensen spreken altijd nóg minder wordt bij problemen.
Dali ontwaakt als wij naar de bus richting Lijiang lopen
Na een half uur, het is inmiddels 9.45 uur, vinden we het welletjes en drukken we de knop in, als het zoveelste telefoontje gepleegd gaat worden: wij willen NU een verklaring. Het blijkt dus dat de muts die zich nu zit te schamen ons ticket gecanceld heeft en omgezet naar één voor 14.30 uur. Om een onverklaarbare reden was de 10 uur bus toen binnen 2 minuten vol en kunnen we nu pas om 14.30 uur vertrekken. Aha. Nou, daar hebben wij andere ideeën over en het duurt niet zo lang om die over te brengen, Chinees of Engels… onze reactie spreekt voor zich.
Zo zitten we dan om 10 uur in een taxi naar het lokale busstation van het 15 kilometer verderop gelegen nieuw-Dali, waar de taxi-chauffeur een kaartje voor ons regelt bij het juiste loketje en ons op de lokale bus zet.
Toch op de bus naar Lijiang
Om 10.50, bijna een uur later in plaats van een half uur eerder, rijden we Dali uit, op weg naar Lijiang. We klimmen en dalen voortdurend en zien prachtige berglandschappen voorbijkomen. Als we halverwege de middag in Lijiang aankomen schrikken we ons een bult van het circus dat we hier aantreffen. Het ziet zwart van de, overwegend Chinese, toeristen en al schuifelend banen we ons een weg om een guesthouse te zoeken. Het zal ongetwijfeld een pittoresk plaatsje zijn, maar helaas staan er te veel Chinezen, voorzien van rode of witte petjes of zelfs in identieke trainingspakken, in de weg om hier ook maar een glimp van op te vangen. Het liefst willen we meteen weer weg, maar we weten niet zo goed waarheen, dus zoeken en vinden we een slaapplek. Het is een op dit moment rustig en authentiek klein huis met binnenplaats, zoals je er in Lijiang 13 in een dozijn vindt, en besluiten in elk geval 1 nacht te blijven.
Overnachten in pittoresk Lijiang
Ziek
Die avond voelt Yvonne zich steeds beroerder en wat we aanvankelijk voor hoogteziekte hielden, lijkt toch steeds meer op een voedselvergiftiging, zeker op het moment dat niet meer duidelijk is of het beter is eerst op de pot te gaan zitten of er boven te gaan hangen.
Na een ochtend en ook een deel van de middag in bed en wat gemberthee van een lokale restauranthouder en een antibiotica-pil van onszelf gaat het weer wat beter. We lopen wat door het doolhof dat Lijiang heet en zien op de rustigere plekken, die er toch wel blijken te zijn, dat het inderdaad een heel schattig stadje is. Jammer wel dat na de aardbeving in 1996 de meeste Naxi-mensen weggetrokken zijn en vrijwel alle huizen zijn opgekocht om souvenirwinkeltjes van te maken. Jammer ook dat de toeristen die hier en masse rondlopen alleen de in klederdracht gehesen verkopers zien en dat ze de echt authentieke bewoners, die van armoe in de prullenbak vissen, over het hoofd zien.
Fotogeniek Lijiang, met de Jade Dragon Snow Mountains altijd in de achtergrond
Fotogeniek Lijiang en een alternatief voor Dragon Pool Park
We willen er de volgende ochtend eigenlijk meteen op de fiets op uit, maar het is zulk helder weer en alles ziet er daardoor zo mooi uit dat we minstens een uur lang foto’s blijven maken in het oude centrum van Lijiang. De Naxi huizen, met rode details, steken prachtig af tegen de besneeuwde pieken van de Jade Dragon Snow Mountain en de strakblauwe hemel. Pas om 10 uur fietsen we na een gezond ontbijt de stad uit. Na een aantal kilometer op een kaarsrechte en splinternieuwe boulevard zien we een waterreservoir met leuke beplanting er omheen en twee bogen-bruggetjes. Voor het gehypte en vast overvolle Dragon Pool Park hebben we de fikse entreeprijs niet over, maar dit lijkt een aardig alternatief, dus we wandelen wat rond en genieten van het vrije uitzicht op de besneeuwde toppen in de verte.
Alternatief voor Dragon Pool Park
Baisha met de Jade Dragon Snow Mountain in de achtertuin
Weer op de fiets komen we steeds dichter bij de Jade Dragon Snow Mountain en voor we er erg in hebben zijn we in het plaatsje Baisha. We zien mensen met handkarren in de weer en mannen halen water bij de pomp, met twee emmers aan een houten draagstok over de schouder. We lopen wat rond en als we een oudere man tegenkomen nodigt hij ons spontaan uit om zijn huis te komen bekijken. We gaan mee en moeten eerst zijn trots aanschouwen: een plant met twee enorme bloemen erin.
Als Peter in opdracht van het mannetje een foto van elke bloem en de plant als geheel heeft gemaakt pakken we ons taalgidsje erbij en zo komen we te weten dat opa al 74 is, twee kinderen en één kleinkind heeft. We krijgen uitleg hoe we bij de belangrijkste tempel van het dorp komen en hoe we de naam daarvan in het Chinees moeten uitspreken en daar gaan we weer. De tempel is niet veel en de toeristen-trekpleister dokter Ho zegt ons niks, dus fietsen we naar het volgende dorpje, bijna aan de voet van de indrukwekkende Jade berg.
Wie gaat fietsen in de omgeving van Lijiang ziet dorpjes in de schaduw van besneeuwde toppen
Terug naar Lijiang
Ook hier zien we lemen huizen, in een vierkant om een binnenplaats gebouwd, met graan, stro of mais te drogen op rekken. Het waait hier inmiddels flink en omdat we ook nog terug moeten, keren we om. Via bochtige weggetjes en door groene velden vol wuivend graan fietsen we terug naar Lijiang, waar we ons in het nieuwe deel van de stad verbazen over het enorme Mao-standbeeld.
We maken gebruik van het heldere weer en schieten nog wat plaatjes vanaf de heuvel aan de rand van de oude stad, vanwaar je een mooi uitzicht hebt over de zee van daken beneden. Helaas hebben de andere gasten in ons guesthouse de lente in hun bol en het blijft nog tot erg laat onrustig. Wij hebben het, precies om deze reden, nooit zo gehad op oude, houten guesthouses die iedereen altijd karaktervol en knus vindt, maar die wij steevast afdoen als “ouwe gehorige meuk”. Geef ons maar een betonnen, ongezellige, vierkante doos, waarin je tenminste kunt maffen!
Terug in Lijiang
Verder naar de Tiger Leaping Gorge
Na een erg kort nachtje zijn we eigenlijk wel klaar met de “ouwe gehorige meuk” en aangezien je in Lijiang geen andere keus hebt, behalve door in de nieuwe stad in een té duur hotel te gaan zitten, besluiten we door te gaan naar de Tiger Leaping Gorge. We blijken precies 5 minuten voor vertrek van de bus op het station aan te komen, al doen de eigenaars van minibusjes buiten ons geloven dat er geen bus gaat naar Qiaotou, het begin van de kloof. De laatste twee stoeltjes, de meest oncomfortabele twee dus en ook niet naast elkaar, zijn voor ons. Tussen een ik-ben-belangrijk-en-zit-dus-breed-Chinees met hoge hoed en een wat stevig uitgevallen jongere vent zit
Yvonne ingeklemd op de achterbank en Peter heeft één plaatsje daarvoor een losse stoel.
De bus klimt eerst naar een plateau, vanwaar we constant prachtig zicht hebben op de Jade Dragon Snow Mountain, terwijl de weg dan wel en dan weer niet geasfalteerd is. Regelmatig kiest onze chauffeur de grootste van een serie kuilen om doorheen te ploegen en komt iedereen een halve meter los van z’n stoel. Het berglandschap maakt dit allemaal goed en drie uur later rollen we, nog enigszins zeeziek, de bus uit in Qiaotou. We stallen onze grote rugzakken bij het eerste eetcafé dat we tegenkomen, om daar ook een te hapje eten en stappen daarna in bij een man die zijn auto als taxi verhuurt.
Uitzicht uit de Bus van Lijiang naar de Tiger Leaping Gorge
Kennismaking met de Tiger Leaping Gorge
Al snel rijden we tussen onvoorstelbaar hoge pieken, waarvan sommige besneeuwd, die pal tegenover elkaar gelegen een kloof vormen. In de diepte kolkt de Yangtze rivier en soms knikken onze knieën behoorlijk als we stiekem over het randje gluren, waar ons chauffeurtje heel dicht langs stuurt, om gevallen rotsen te omzeilen. De steile wanden van de kloof zijn indrukwekkend, nu al, voor we zelfs maar een meter gelopen hebben, dus we zijn benieuwd naar de komende paar dagen waarin we lopend teruggaan naar de ingang van de kloof.
Eerste etappe Tiger Leaping Gorge
De zon is nog niet boven de bergen uit als we op weg gaan. Het eerste half uur lopen we over de verharde, vlakke weg terug in de richting van Qiaotou en ook van de hoogste pieken van de Canyon. Dan slaan we af en over een steil bergpad gaan we omhoog. Steeds hoger klimmen we, de uitzichten zijn spectaculair, helemaal als de zon alles verlicht. Na twee uurtjes klimmen bereiken we het hoogste punt en meteen daarna wordt de route wel erg avontuurlijk, als we twee watervallen moeten oversteken en een boel puin, waar stukken rots naar beneden zijn gekomen. Hier wordt ook een nieuwe tempel gebouwd en regelmatig komen we nu ezels tegen die de dakpannen daarvoor aanvoeren. De boomstammen voor de rest van de tempel worden door sterke mannen hierheen gesjouwd. Over smalle richels balanceren ze, met een enorme vracht aan boomstammen op de schouder.
Tiger Leaping Gorge eerste etappe
De uitzichten op de steile wanden aan de overkant en de besneeuwde pieken daarboven zijn indrukwekkend en regelmatig staan we even stil om rond te kijken. Rond de middag komen we in een dorpje, waar we wat eten en meteen daarna zijn we even het spoor bijster. Er wordt een betonnen pad aangelegd en hele stukken rots moeten daarvoor wijken. Waarschijnlijk zijn er met de werkzaamheden wat pijlen verdwenen, maar ons handen- en voeten- Chinees is intussen vloeiend, dus met de hulp van één van de werkmannen vinden we het juiste pad weer. De afgronden zijn hier steil en het pad smal, maar halverwege de middag komen we veilig aan bij het Tea Horse Guesthouse, waar we willen overnachten. We kijken nog even in het dorpje rond en genieten van het 360 graden uitzicht op bergen, voor we eten en de bergen steeds roder zien worden bij een ondergaande zon.
Uitzicht Teahorse guesthouse Tiger Leaping Gorge
Tweede etappe Tiger Leaping Gorge
Na een redelijk laat ontbijt klimmen we over de bosachtige helling, om de hoogste top te bereiken, die we over moeten. Wederom wordt de afgrond steeds dieper en het pad steeds smaller, soms nog maar amper 30 centimeter. Als we dan een bocht omgaan waar je recht een afgrond inkijkt van honderden meters, met boven de steile toppen waar we over moeten, besluiten we dat we dit toch liever aan de echte berggeiten over laten en we keren om. Gelukkig gaat naar beneden sneller dan naar boven en een dik half uur later staan we weer bij het guesthouse waar we vannacht een poging tot slapen gedaan hebben (poging helaas weer eens mislukt door dronken Chinezen).
Door naar Shangri-La
Dit keer nemen we het pad naar beneden, naar het dal. We volgen de bulderende rivier nog een uurtje, tot we bij de parkeerplaats komen waar de Chinezen gedropt worden om de kloof te zien. Hier nemen we een taxi terug naar het eetcafé, om de rugzakken op te halen en net als we op de bus staan te wachten blijkt er een minibusje nog 2 passagiers te zoeken naar Zhongdian. En laten we daar nou net toevallig naartoe willen! Het Shangri-La van China ligt in een redelijk onherbergzaam gebied, aan de zuidkant van Tibet en we zijn benieuwd hoe zo’n mystieke plaats uit een non-fictie boek eruit zal zien. Binnenkort lees je het hier, in het het vervolg van dit verhaal. Update: De reis er naartoe is zo intens en mystiek als je zou verwachten, maar verder is Zhongdian iets minder het Shangri-La dan vooraf misschien verwacht. 🙂
Leuk om te lezen, zeker ook de wat minder positieve ervaringen. Fijn juist dat niet alles zo opgehemeld is, het geeft een goed beeld. Ik ga in april 3 weken naar China en vind het weer zo moeilijk om te kiezen waar we heen gaan. We starten in Hong Kong en eindigen in Beijing, waar ik eerder al geweest ben maar waar ik zo weer met gemak een week kan vullen. Ik ga even rondsnuffelen naar meer China leesvoer 😉
Wat iedereen vergeet; die klaagt over de vele toeristen die je toch overal maar ziet als je iets bezoekt; is dat je zelf OOK toerist bent. En veel Chinese toeristen? Ja natuurlijk, ook zij gaan graag die hoogtepunten die ook jij net bezoekt graag zien. Ook voor hun is het vaak een enorme reis geweest om er te komen. En passend bij hun cultuur reizen ze graag en groupe.
Je schrijft prachtig over China, maar dit is best irritant elke keer.
Ik ga binnenkort voor de 5e keer naar China, mijn ervaring met de Chinezen is, dat ze heel gezellig zijn, graag communiceren en heel behulpzaam zijn. En ze staren, jazeker, maar wij ook naar hun mooie kleding of naar die prachtige oude man met die pijp, of die man die een varken op de fiets vervoerd. En wij staren niet alleen wij maken ook een foto ervan, meestal ongevraagd.
Als westerse toerist moeten we oppassen onszelf niet boven de bevolking waar we te gast zijn te stellen.
Je hebt helemaal gelijk, ook wij zelf zijn toeristen. 🙂 En ook ik kijk, maar ik maak dan wel altijd contact en giechel niet met degene naast me. Het gevoel van beter zijn dan de ander, dat is juist het gevoel dat we soms hebben gekregen van de Chinezen. Ik heb in China ook echt prachtige ervaringen opgedaan, maar me ook vaak geïrriteerd. Vervelend dat dit jou weer irriteert, maar het blijft een persoonlijk verhaal. Mijn foto’s zijn trouwens bijna nooit ongevraagd, hoewel soms wel pas achteraf. Ik check dan of mensen er okee mee zijn en als ik daaraan twijfel bied ik aan de foto te wissen. Dat doe ik ook zo in Europese landen. Een enkele keer vraagt iemand daadwerkelijk om de foto te wissen (hoewel dit in China niet altijd over kwam vanwege de taalbarrière)
Jammer van die Chinezen hé hahaha… het weerhoudt mij tot nu toe ook om naar China te gaan. Ik wil graag naar het land, maar ja…
Ja, als ze die nou allemaal met vakantie sturen, dan kunnen wij gewoon naar China! 😉
Kut van de voedselvergiftiging, maar wel een spectaculair mooi stuk China! Ik ben tijdens mijn reis niet zover gekomen helaas, maar had er graag willen rondkijken!
Ook wij hadden tijdens onze lange reis plannen om nog andere landen te zien, maar zijn uiteindelijk niet meer in Indonesië, Vietnam, Australië en Nieuw-Zeeland terecht gekomen. Ach… er moet wat te wensen overblijven hè?! 😉
Oh heerlijk.. China is absoluut een een land waar ik graag naar toe zou willen, de cultuur lijkt me heel bijzonder. Ik heb me er alleen nog nooit goed genoeg in verdiept om te weten wat ik dan per se wil zien in dat bijzondere land.. Dankjewel voor dit leuke artikel! ALS we ooooit naar China zouden gaan, weet ik heel goed wat ik wil zien 😉
Klopt! Wij waren ook blij destijds maar liefst 3 maanden door China te kunnen reizen, omdat we ook anders moeilijk konden kiezen. Alleen al in Yunnan zijn we een maand geweest en we hadden er makkelijk nog een maand langer kunnen rondreizen. Dus zorg vooral voor genoeg tijd als je die kant op gaat. 🙂
Haha, Chinese toeristen! Niet meteen de beste mede-reizigers, maar ik zou dat snel vergeten want wat een mooie uitzichten en plaatjes 🙂 Jaloers!
Ja, die uitzichten en al het moois dat je verder ziet doen mij soms ook weleens weer twijfelen. En dit is echt een heel mooi stukje China!
Ik vind China persoonlijk geweldig maar ik weet dat jij inderdaad een haat-liefdeverhouding hebt. Het zijn ook vreemde snuiters die Chinezen…ook in Thailand ergerde ik me aan de hordes Chinezen achter die stomme vlag. Een voedselvergiftiging helpt ook niet erg mee. Ik heb de omgeving Lijiang niet bezocht maar ik zou best nog wel eens terug willen naar China. Verstand op nul, oogkleppen op, oordoppen in en wie weet ga ik er dan wel voor 😉 .
Ja die oogkleppen he?! Dat zou wel wat zijn, maar ja… dan ruik je ze nog steeds, haha… grapje. Soms twijfel ik ook om er nog eens terug te gaan, maar die twijfel slaat gauw om als ik mijn eigen verhalen terug lees. 🙂
Prachtig! Toen ik de regio bezocht had ik niks dan regen en wolken. Het was daarom verboden door de tiger leaping george te lopen, de kans op aardverschuivingen was te groot.
Ondanks de drukte vond ik het gebied zeker de moeite.
Wat zonde zeg, die regen! Wij hadden dat bij de Karstbergen van Yangshuo. Dan ziet zo’n landschap er toch heel anders uit.
Haha de eeuwige haat-liefdeverhouding met China. Ik moest trouwens lachen om je woordgrapje “…maar we praten blijkbaar Chinees voor haar, want ze snapt er niks van.”
Ja, die haat-liefde verhouding… die hebben veel mensen volgens mij wel, net als bij India. De laatste tijd begin ik toch te twijfelen of we bepaalde plekken die we destijds gemist hebben alsnog eens moeten bezoeken… maar dan lees ik dit soort verhalen terug en besluit ik dat we dit toch echt niet moeten doen, haha
Wat een prachtige fotoserie. Moet een geweldige reis geweest zijn.
Dank je, inderdaad een erg mooi stukje China!