Een paar jaar terug alweer maken we een lange reis. Na een paar maanden Zuid-Oost Azië komen we aan in Kunming, Yunnan. Wat een cultuurshock!
Grote Chinese karakters overal; neonreclames; alles, alles te koop. Geen gammele, zelfgemaakte voedselstalletjes met huisgemaakte, zelfgefabriekte etenswaren, maar keurige restaurantjes van alle soorten die je maar wensen kunt. Geen vieze, lawaaiige motortjes en tuktuks met mannetjes die constant naar bleekneuzen schreeuwen of ze meewillen, maar geluidloze en geurloze elektrische scootertjes, zelfs voor de politie. Geen plastic en ander afval overal waar je kijkt, maar smetteloze trottoirs, zonder losliggende stenen en obstakels. Geen muziek uit té grote boxen en te pas en te onpas roepen in een microfoon, maar georganiseerde drukte van keurig geklede Chinezen. Geen lawaai van buiten onze hotelkamer in het centrum van Kunming, of gegalm van andere gasten in de gangen, maar oorverdovende stilte… onnatuurlijk en heel eng! Dikke vloerbedekking en gordijnen die breed én lang genoeg zijn. Geen onophoudelijk gejengel van Lao of Thaise muziek.
Hoe je in een paar maanden tijd aan de Zuid-Oost Aziatische, onafgebroken mishandeling van je zintuigen kunt wennen en hoe anders China dan is. We moeten even resetten.
Kunming
Op het overbevolkte station van Kunming, voorzien van alle treintijden en loketnummers, maar alles alleen in het Chinees, spelen we een spelletje Hints. Wij winnen, want mét de treinkaartjes voor onze doorreis naar Dali in de broekzak staan we al snel weer buiten. Toen we eenmaal wisten naar welk loketje we moesten gaan, bleek die van ons degene te zijn zonder rij met minimaal 30 Chinezen ervoor. Blijkbaar wil niemand naar Dali. Dat dit de makkelijkste van alle stations is, die we in China gaan zien, daar komen we gelukkig pas later achter. 🙂
Grote drukte op het station van Kunming en eindelijk weer een McDonalds 😉
Kunming blijkt een waar koopparadijs, met maar liefst 6 camerawinkels in dezelfde straat om een nieuwe lens te vinden voor onze camera, en waar dure kleding en make-up als warme broodjes over de toonbank van de vele luxe warenhuizen gaan. In het centrum is grote belangstelling voor de modeshow van extreem chique bruidskleding en elke minuut zie je wel een glimmende auto van zeer bovengemiddelde waarde voorbijrijden, meestal in de kleur zwart. Als dit het communisme is, waarbij alles eerlijk verdeeld wordt en er voor iedereen werk is, waarom ligt pal voor die dure winkel dan een al maanden niet gewassen vrouw, met dikke klitten in het haar, huilend op de grond? En waarom zit even verderop een vader zonder armen met z’n driejarige dochtertje in de goot te bedelen, terwijl Chanel jurken en Levi’s broeken aan hem voorbijlopen. Het gaat goed met China, dat zien we en we gunnen het ze zeker, na een tijd van grote armoede. Het zou echter fijn zijn als iedereen hiervan kon meeprofiteren, of als er minstens hulp zou komen voor hen die dat nodig hebben.
Het Stenen Woud, dagtrip vanuit Kunming
We zijn hier een beetje beland in de fase waarin je helemaal alleen naar de winkel mag voor een boodschap, die je moeder op een briefje heeft geschreven, dat je keurig afgeeft aan de mevrouw bij de kassa. Zo’n briefje met daarop “het Stenen Woud”, maar dan in Chinese karakters, laten we op het busstation van Kunming zien en we worden naar de juiste bus doorverwezen. De kaartjes worden voor ons gehaald bij één van de loketjes en bij ons gebracht. Wat een service hè?!
Door de verkeerschaos van de ochtendspits rijden we even later Kunming uit en over de splinternieuwe snelweg rijden we naar Shilin. Anderhalf uur later zien we de eerste bijzondere rotsformaties opdoemen en nog een kwartier later staan we op een enorme parkeerplaats met touringcars vol Chinezen. Als we ons door het hele souvenir- en voedselcircus hebben heengeslagen en de, voor Chinese begrippen, forse entreeprijs van 12 en een halve Euro per persoon hebben afgetikt mogen we het Unesco Werelderfgoed met eigen ogen aanschouwen. Gigantische, piekerige rotsformaties staan op korte afstand van elkaar en als je daar tussendoor banjert voel je je best heel klein.
Het stenen woud op anderhalf uur van Kunming
We zien nauwelijks Westerlingen, maar des te meer Chinezen in grote groepen, die gezellig kakelend achter een opper-Chinees, voorzien van gekleurd vlaggetje, aanhobbelen. Toch zijn er hoekjes en paadjes genoeg waar we ons helemaal alleen wanen tussen de reusachtige rotsformaties. De tours doen allemaal dezelfde route en die gaat voornamelijk langs de paviljoens en souvenirstalletjes. We hebben uitgebreid de tijd om onze nieuwe lens uit te proberen en de verschillende delen van het park te bekijken. Alles ziet er trouwens even keurig verzorgd uit, soms zelfs een beetje té.
Een paar uurtjes later zijn we wel uitgekeken, want tja… het blijven stukken steen natuurlijk. In anderhalf uur bussen we dan terug naar Kunming en we leren de Chinese manier van doen steeds een beetje beter kennen. Staren is niet erg, je bent immers nieuwsgierig naar die witte buitenlanders met hun grote neuzen, die je normaal nooit ziet. Wat pakken ze nu weer uit kun tas, waarvan maken ze een foto en wat lezen ze? Even meekijken doe je niet stiekem, maar openlijk en zeer uitgebreid, terwijl je ondertussen even flink rochelt, maar je kwakje deponeer je wel keurig netjes in de prullenbak. Toch zijn ze erg behulpzaam en ze lachen veel. We voelen ons hier al best een beetje thuis! Hoewel het echt even wennen is dat we werkelijk niks kunnen lezen of ontcijferen op straat.
Onze eerste indrukken van Yunnan: vriendelijk lachende mensen en alles in het Chinees
Die middag ga ik nog even gauw naar de kapper, het mag wel weer eens, na een paar maanden. Het Chinese vrouwtje kent weinig Engels, met als resultaat dat het kapsel een beetje té Chinees en aan de voorkant heel erg kort uitvalt. Terwijl we de omvang van de ramp met elkaar bespreken barst het vrouwtje na herhaaldelijk “o solly, I am zo solly” in tranen uit. Ach, zo erg is het nou ook weer niet hoor mevrouwtje. Het groeit wel weer aan.
Treinen naar Dali
Ruim op tijd nemen we, veelvuldig en van elke kant nieuwsgierig bekeken, plaats in de wachtruimte voor trein N808 naar Dali. Elke trein heeft zijn eigen wachtrij en een half uur voor vertrek komt de trein binnenrijden en gaan de hekken naar het perron open. Bij elke genummerde wagon staat een strak-in-pak mannetje dat de kaartjes controleert en op elk kaartje staat welke plek de jouwe is, in het Chinees, dat wel. Met wat hulp vinden we toch onze stoelen. Zo! Wat bijzonder goed geregeld was dit en hoe georganiseerd en rustig gaat het eraan toe om 800 mensen een trein in te krijgen.
Vanuit de trein krijgen we de kans de mooie heuvelachtige provincie Yunnan goed te bekijken. We zien leuke dorpjes met lemen huizen en heel veel typisch Chinsese daken, goudkleurige velden met graan, groen beboste heuvels en moderne steden. Het is verrassend hoe makkelijk de trein door bergachtiger gebied rijdt, door kilometerslange tunnels en over hoge bruggen. Italië en Oostenrijk zijn er niks bij.
De trein van Kunming naar Dali
Als we na acht uur op een harde bank te hebben gezeten behoorlijk gaar de trein uitrollen gaan we op zoek naar bus 4, die ons volgens de reisgids in een half uurtje naar de oude stad van Dali zal brengen. We vinden echter geen bus 4 en ook niemand die begrijpt waar we heen willen. Dan ziet ons conducteurtje uit de trein ons staan en hij steekt 2 vingers in de lucht: duim en wijsvinger. Je zou verwachten dat we naar lijn 2 worden gestuurd, maar in China is alles anders en zelfs iets simpels als met vingers een cijfer aanduiden is hier niet zo makkelijk als het lijkt. Duim en wijsvinger omhoog betekent namelijk 8!
Dali verkennen
Dali is een leuke plaats en ons hotelletje blijkt een eindje buiten het toeristische centrum te zitten, lekker rustig. Als we onze gordijnen openschuiven zien we lokale mensen in klederdracht met grote manden op de rug naar de markt lopen, door de smalle, betegelde straatjes. Zo’n beetje elk huis heeft van die leuke rode lampions aan de deur hangen en van binnen klinkt op veel plekken Chinese muziek. Onderweg naar het echte centrum wordt het steeds drukker met mensen die op de markt inkopen gaan doen. Eén mannetje is zo verbaasd over Peters lengte dat hij prompt een meetlint uit z’n broekzak trekt en Peter gaat opmeten. Wel 1.90 m!! Ja, dat wisten wij natuurlijk al.
Sfeervol Dali, waar Peter wordt opgemeten
Toeristen zijn er nauwelijks, misschien is het niet het seizoen. We schooien wat over de markt met z’n vele kleurrijke vrouwtjes, die voornamelijk groenten verkopen, en doen daarna een geslaagde aankoop in de boekwinkel: een Engels-Mandarijn zinnen- en woordenboek. Regelmatig hebben we al met onze mond vol tanden gestaan in dit land waar nauwelijks Engels wordt gesproken. Al snel kunnen we een paar woordjes wisselen met enkele nieuwsgierige mannen die, gastvrij als ze zijn, Peter een sigaret komen aanbieden.
Rond het Er Hai Meer
Na een heerlijk ontbijt stappen we in de auto die we voor vandaag gehuurd hebben. In China mag je niet zelf rijden, dus we hebben er een chauffeur bij. Jammer genoeg duurt het even voor deze meneer door heeft dat wij niet komen voor attracties als de felgekleurde kabelbaan naar de kleurrijk verlichte grot in de berg en het nagebouwde Bai-huis, maar dat we liever de echte Bai huizen bekijken, waar de verf afbladdert en de varkens over het erf rondscharrelen. Het zal er wel mee te maken hebben dat hij bij al deze geweldig mooie attracties een commissie krijgt van de belachelijk hoge entreeprijzen. Volgens hem is er in het eerste dorpje, Xizhou, geen lokale markt (zonder entreekaartje), dus volgen we de stroom vrouwtjes met uitpuilende manden op de rug in omgekeerde volgorde om de markt zelf te vinden. Grote strooien, versierde hoeden en kleurrijke klederdracht bepalen het straatbeeld en de producten variëren van gember en anijs tot levende kippen en vissen.
Wij zien liever het echte China rondom Er Hai Lake
In Shuanglang, een dorpje aan de overkant van het meer, staan we net nieuwsgierig door de poort van één van de in een vierkant gebouwde huizen het erf op te gluren, als de eigenaresse thuiskomt. We worden binnengevraagd en krijgen de familiefoto’s van de vrouw des huizes te zien. Ondertussen zit opa zich te vergapen aan Peters blauwe ogen. Als de foto’s op zijn is het tijd om verder te gaan, want ook mét Chinees taalboekje is het onmogelijk een gesprek te voeren.
In Wase, het volgende dorp dat we aandoen, hebben we geluk. Er blijkt net een jaarmarkt (of zoiets) aan de gang te zijn, waarvoor iedereen zich op z’n mooist heeft uitgedost en waar de hele omgeving voor lijkt uit te lopen. Tijd om tanden te laten trekken of een nieuw kunstgebit te laten aanmeten op straat of weer eens een keertje naar de kapper te gaan.
In de hele wijde omgeving zijn mensen bezig graan en een soort bonen te oogsten. De oogst wordt op straat uitgespreid en terwijl auto’s en paardenkarren er rustig overheen rijden wordt het kaf van het koren gescheiden, gedorst wat er erg leuk uitziet. In Haidong, wat zoveel betekent als “ten Oosten van het Meer”, stappen we uit om het eens wat beter te bekijken. We begrijpen nu waarom we dit in Nederland nu anders doen: pfff wat een werk!
rondom Er Hai Lak is overal markt en wordt volop graan geoogste
Het laatste stuk weg, om het rondje om het meer compleet te maken, is afgesloten en dus worden we over een soort muilezelpad de bergen over gestuurd. Hier zien we naast paard- en wagen ook mensen die zelf voor hun kar met stro of graan lopen sjouwen en erg eenvoudige dorpjes van leem. Na een half uur hotsen en klotsen zien we weer geasfalteerde weg en dan zijn we al gauw weer in Dali.
We slapen uit, ontbijten en dan vindt Yvonne het tijd wat aan het mislukte kapsel te laten doen. Europees haar knippen lijkt echter toch een vak apart en hoewel we beiden ons best doen elk plukje dat eraf moet aan te wijzen zegt het meisje “yes”, terwijl ze “no” doet. Uiteindelijk neemt Peter de schaar maar van haar over om de schade nog een beetje te beperken en het is maar goed dat we pas uren later in ons vertaalboekje zien staan: “I should never have let you near me!”
Ik zou heel graag nog een keer naar Yunnan willen. Het stenen woud lijkt me ook heel bijzonder. Toch maar een keer terug naar China 😉 .
Yunnan vond ik echt zo super. Het was het eerste dat we zagen van China en toen waren we nog vol goede moed, haha. Ik denk er dus ook met veel plezier aan terug… maar er naartoe… hmmm… weinig kans. 🙂
Toen ik ooit een 1/2 jaar in Azië ging backpacken riep ik voor vertrek volmondig: “Ik wil sowieso naar Yunnan”. Guess what, ik reisde kriskras door China, maar Dali, Lijiang en Kunming moesten het destijds zonder mij doen.
Wat jammer Eva. Wij vonden Yunnan het fijnste stukje China… hoewel… China… ook gepikt land natuurlijk, net als Tibet en Oeigoeristan in het westen. 🙁
Ik weet nog steeds niet wat ik van China moet vinden. Aan de ene kant trekt het me en aan de andere ook weer totaal niet. Misschien gewoon eens proberen en kijken hoe het bevalt. Dit klinkt in elk geval erg interessant!
Ik geloof dat ik geen eenduidige mening over China heb.. we hebben de regio’s zo verschillend ervaren. Vooral de minorities in de gebieden die van oorsprong niet Chinees zijn vonden we geweldig. De Han-Chinezen waren iets minder favoriet. 😉