Kashgar is de meest Westelijke stad in de enorme woestijn van Xinjiang, aan de voet van de uitlopers van het Pamir gebergte en ligt vlakbij de grens met Pakistan, Kyrgyzstan, Afghanistan en Tajikistan. Het is onder andere door haar plek, zo vlakbij al die andere landen, dat in Kashgar elke week een enorme veemakt gehouden wordt. En die veemarkt is dan weer dé reden dat wij de stad willen bezoeken, op doorreis naar Kyrgyzstan. Het is namelijk één van de meest authentieke bezienswaardigheden in Xinjiang.
Treinen naar Kashgar
De zon is nog maar net op als we ons in een taxi naar het station van Kuqa laten brengen. De trein naar Kashgar heeft maar een kwartier vertraging dit keer, dat valt mee. Het is voor ’t eerst dat we zonder stoelnummers de trein in stappen en we nemen wat onwennig plaats op twee hard seats, waarvoor we, volgens onze medereizigers, niet hoeven op te waarderen. Er zijn namelijk nog plaatsjes genoeg beschikbaar en als wanbetaler kun je gewoon op een willekeurig vrij plaatsje gaan zitten tot iemand mét een stoelnummer zijn plek komt opeisen. De trein wordt zelfs geleidelijk steeds leger en zo maken we een redelijk comfortabele treinreis van 11 uur door de woestijn, voor maar 5 euro per persoon.
De uitzichten vanuit de trein naar Kashgar
Aangekomen in Kashgar vinden we een mooie kamer, waar wel weer genoeg voor betaald moet worden, maar ach… dat kan er nog wel af na zo’n goedkoop dagje reizen. Bij een Pakistaans restaurant eten we onze buiken rond en daarna duiken we erin voor alweer een kort nachtje.
De Veemarkt van Kashgar
Volgens de receptie van ons hotel is 10 uur Beijing tijd, dus 8 uur lokale tijd, de beste tijd om naar de zondagsmarkt te gaan. De markt in Kashgar is echter de moeder van alle markten in heel Centraal Azië en we willen dan ook geen enkel risico nemen daar ook maar iets van te missen. Om 8 uur Beijing tijd, de zon is nog maar nauwelijks op hier in het verre westen, gaan we daarom de deur al uit.
Een taxi brengt ons naar het markt-deel van de stad. Daar wordt al wel druk fruit en kleding aangevoerd, maar de veemarkt, die ons eigenlijk het mooiste lijkt, daarvan zien we helemaal niks. Met ons plaatjesboek vragen we een aantal mensen waar toch de koeien verkocht worden, en de schapen en geiten. Zoals gewoonlijk in China worden we eerst verschillende kanten op gestuurd. Gelukkig is Kashgar niet echt China en na een paar keer vragen onderneemt een Oeigoer actie en hij regelt voor ons een brommertaxi, die ons voor 10 yuan naar de veemarkt zal brengen.
Met de brommertaxi worden we uiteindelijk naar de juiste plek van de veemarkt gebracht
Wat blijkt? De veemarkt is helemaal aan de andere kant van de stad en al jaaaren niet meer naast de fruit- en spullen-markt. Na wat wel een eeuwigheid lijkt, in het oncomfortabele bakje van de brommer, komen we aan en tegen onze verwachting in is ook hier nog niet heel erg veel activiteit. Er staan al een twintigtal koeien en ook al wat ezels en schapen, maar terwijl we rondlopen wordt er nog altijd meer vee aangevoerd. Toch is de handel al wel begonnen, want wie het eerst komt, wie de beste geiten-melk drinkt vanavond.
Het is geweldig om hier rond te struinen en we zien, naast de dopa’s van de lokale Oeigoeren, ook veel hoofddeksels en klederdrachten uit de buurlanden van China. Jongetjes rennen achter kuddes schapen aan, om ze op de juiste plek te krijgen, een grote stofwolk achter latend. Oude mannetjes besturen ezelskarren waar onwillige ezels voor lopen, terwijl de eerste geiten al van baasje wisselen. Een hoefsmid voorziet een paard van nieuwe schoenen en een kok staat Laghman-noedels te maken, hét gerecht van de regio en een geliefd ontbijt voor de kooplui. Een uurtje later is de handel op haar hoogtepunt en we zien vele dieren van eigenaar wisselen, een mooi schouwspel, met het vele roepen en handje klappen van de kopers en verkopers.
Hiervoor kwamen we naar Kashgar – de veemarkt
Terug naar het centrum van Kashgar
Als de zon hoger komt worden ineens twee busladingen toeristen leeg geschoven bij de ingang, we komen ze tegen als we net weg gaan. Met de bus gaan we terug naar de andere markt, in het centrum van Kashgar, waar we ons verbazen over de enorme drukte, de hoeveelheid en variatie aan producten en de inventiviteit van een messenslijper “op de fiets”. Ook hier lijken mensen van heinde en ver gekomen om op de markt spullen te kopen en we zien een enorme variatie aan kleding. Prachtig om te zien. Zagen we op de veemarkt voornamelijk mannen, hier lopen ook veel vrouwen rond, vooral op de kleurrijke stoffenmarkt.
Twee porties pilau en lekkere kip-spiesjes doen dienst als lunch en we nemen nog wat gedroogde dadels mee voor later. De rest van de middag benutten we om onze reis naar Kyrgyzstan voor te bereiden.
Afscheid van de veemarkt en verder op de markt in ’t centrum van Kashgar
Ongekende Pakistaanse gastvrijheid
De volgende dag is weer eens een dag van uitersten. Als we zitten te lunchen bij onze, inmiddels favoriete, Pakistaan maken we contact met een chique Pakistaanse zakenmeneer, die zelfs onder politiebegeleiding hier gekomen is. Als hij weggaat geeft hij ons z’n kaartje en nodigt hij ons uit hem te bellen als we ooit naar Pakistan willen, dan zal hij zorgen dat hij ons ophaalt op de luchthaven. Zodra we zelf ook uitgegeten zijn en willen betalen blijkt dat onze nieuwe vriend al voor ons betaald heeft, omdat we zijn gasten hier zijn, zo wordt ons gezegd. Hij is dan zelf al in geen velden of wegen meer te bekennen.
het postkantoor van Kashgar
Ons goede humeur wordt helaas al snel verjaagd door de enorme donderwolk die boven het postkantoor hangt, waar we onze souvenirs willen versturen. Vier keer eerder hebben we in China probleemloos dingen opgestuurd, maar hier in Kashgar vinden “Bank-of-China-achtige taferelen” plaats. In China heeft het postkantoor namelijk het recht alles wat je wilt versturen te bekijken en te beoordelen en met onze souvenirs is eigenlijk alles mis. Onze blikken Beijing sleutelhanger is gevaarlijk, want het is net een mes en de beschilderde kalebassen zijn nog veel erger, want daar zitten zaadjes binnenin.
Ook dit keer biedt de “boss” weer uitkomst en na anderhalf uur vechten voor ons recht om iets op te sturen is het pakje dan toch een soort van goedgekeurd en bijna klaar. De levensbedreigende sleutelhanger hebben we er dan al uitgehaald, die komt misschien nog van pas als we ooit aangevallen worden.
Dan krijgt onze doos ineens een merkteken in Chinese letters en worden we wat achterdochtig. Volgens de balie-dame staat er dat we zelf verantwoordelijk zijn als ons pakje onderweg beschadigt of kwijt raakt… jaja, kwijt raakt… We praten geruime tijd om het merk weer verwijderd te krijgen, maar dan is onze doos van anderhalve kilo en minimaal 30 bij 40 centimeter ineens een “small package” en moeten we een nieuw formulier invullen. Dit formulier heeft geen barcode waarmee het pakje traceerbaar is en dan is het voor ons duidelijk genoeg: dit pakje gaat nooit in Nederland aankomen. En zo vertrekken we weer.. onze souvenirs in de tas. Wie weet kunnen we ze in Bishkek versturen over een paar dagen.
De grote moskee van Kashgar
De oudste wijk van Kashgar
Gelukkig weten we aan het eind van de middag nog wel een betaalbare taxi naar de grens met Kyrgyzstan te regelen, nadat we daar al een paar dagen achteraan waren geweest. Toch nog een positieve afsluiter van deze dag, hoewel de vriendelijke gezichten van de Oeigoeren in de oude wijk ook veel goedmaken. We genieten echt van het rond struinen door dit deel van Kashgar, waar je de geschiedenis kan proeven. Oude huizen, hobbelige straatjes en heel veel vriendelijke gezichten kruisen ons pad. Uiteraard bezoeken we hier ook de Id Kah moskee, één van de grootste moskeeën in China en een indrukwekkend bouwwerk. Ze zijn er zelf ook trots op, want het hele enorme gebouw ziet er tiptop uit.
Sinds ons bezoek aan Kashgar en het schrijven van dit verhaal zijn tienduizenden huizen in de oude stad vernietigd door de Chinese regering. De bewoners hebben een andere woonplek moeten vinden en zijn opnieuw de dupe van Beijing. Geen idee hoe vaak en hoe lang nog.
Yengisar
Onze laatste dag in China lijkt in niets op China en dat is best wel lekker eigenlijk. Met de bus gaan we naar Yengisar, een dorp ten zuiden van Kashgar, niet om daar iets bijzonders te zien, maar gewoon om even de sfeer van het landelijke zuiden van Xinjiang te proeven. In de bus slechts Oeigoeren, die rustig op hun stoeltje zitten, niet rochelen of spugen, niet schreeuwen of stinken en na één belangstellende blik weer gewoon voor zich kijken, zonder te wijzen of te lachen en gieren. Wat een rust… heerlijk.
Ook in Yengisar zelf, bekend om haar handgemaakte messen, geen spoor van China. Een taxichauffeur die er duidelijk plezier in heeft ons te mogen rijden brengt ons naar de rand van het stadje, waar we rondkijken op de gigantische begraafplaats van klei. Indrukwekkend. In de verte zien we de besneeuwde pieken van de Tien Shan. We lopen naar een dorpje verderop, dat bestaat uit krotten en waarvan de inwoners duidelijk leven van de opbrengsten van de enorme afvalberg die er pal naast ligt. Volwassenen en kinderen scharrelen tussen het vuil en brengen alles wat ze kunnen gebruiken naar hun huisjes. Hiervan heeft de gemiddelde toerist, in hypermodern Beijing of Shanghai, werkelijk geen weet. Toch worden we ook hier weer vrolijk toegelachen en een enkeling durft zelfs “hello” te roepen.
Vriendelijke bewoners van Yenisgar en de indrukwekkende begraafplaats
Een beetje triestig, vanwege wat we net gezien hebben, lopen we weer terug naar waar we vandaan kwamen. Aan de hoofdweg komen we na een paar kilometer bij een ander dorpje, waar we de dorpsschool bezoeken. Trots worden we rondgeleid. Het is inderdaad een mooie school. Als we willen vertrekken gaat juist de bel en met een hele schare kinderen achter ons aan lopen we de weg uit. Bij een rivier, die door een brede kloof loopt, kijken we hoe molenaars een inventief systeem hebben bedacht om met waterkracht mais te malen. Een echtpaar komt net meel kopen en daarna staan ze erop dat we samen met hen en twee vriendinnen brood en yoghurt eten. Zo zitten we in het mulle zand, onder een boom, nan in yoghurt te dopen en te genieten van de rust van het dorpse leventje hier. Kashgar lijkt op dit moment echt mijlenver weg.
Halverwege de middag nemen we de bus terug, maar het wordt een lange rit. Bij de eerste politiecheck waarop we stuiten blijken twee heren namelijk geen goeie identificatie bij zich te hebben en dus moet de hele bus rechtsomkeert maken. Welkom in China jongens. Wat zijn we blij dat we er morgen uit mogen! Uiteindelijk worden de mannen na een kwartiertje of zo overgeladen in een taxi en zo blijft voor de andere passagiers de vertraging nog beperkt. We keren dus weer om en zijn een uurtje later weer in Kashgar. Na een laatste avondmaal bij de Pakistaan gaan we vroeg ons bedje in. Morgen wacht ons een nieuw land, maar de herinneringen aan deze gastvrije Oeigoerstad zullen we niet snel vergeten. Vaak denken we nog aan de mensen die we in Kashgar en de rest van Xinjiang ontmoet hebben en we vragen ons af hoe ’t met ze zal gaan. We hopen maar op het beste voor ze. 🙁
Ben jij weleens in een land of regio geweest waar de bevolking onderdrukt werd en hoe heb je dat ervaren?
Ja inderdaad echt jammer dat China zich zo slecht gedraagt en onderdrukt oeigoeren. Dat is fijn om te horen dat jij mooi ervaring hebt over oeigoeren ondanks daar nog slechte , onderdrukte sfeer aanwezig zijn. Ik woon sinds 10 jaar in Nederland, namelijk in Noord Holland en ben ik niet meer teruggeweest naar mijn eigen land omdat dat niet mogelijk is.
Wat jammer dat je niet terug kan. 🙁 En super dat je het verhaal in je eigen taal gaat vertalen! Ben heel benieuwd naar reacties. 🙂
Hoi. Wat een mooi verhaal. Ik geniet echt heel erg van. Ik ben zelf een Oeogier en ik kom uit Kashqar. Dat is echt leuk de verhalen over mijn eigen land in het Nederlands te lezen.
Wat leuk om te horen! Wij hebben Oeigoeristan echt als prachtig en zeer gastvrij ervaren.. zo jammer hoe China zich daar gedraagt. Waar woon je nu?
Wat een indrukwekkende trip! Helaas heb je overal corruptie…zo veel moeite om iets te mogen versturen en dan weten dat het gewoon ergens achterover gedrukt gaat worden…bah! Prachtige foto’s heb je gemaakt! Ik ben in Tibet geweest en daar is vooral het gebied rond Lhasa erg Chinees…
Ik heb ’t idee dat het niet zozeer corrupt was, als wel dat ze het eigenlijk niet wilden versturen.. het was wel wat daar! Achteraf leuk voor de verhalen, op dat moment ietsje minder.