Karnataka is niet meteen de meest swingende staat van India en een groot deel ervan wordt door reizigers gemeden, vanwege het gebrek aan toeristische voorzieningen en bezienswaardigheden. Reden voor ons om er een kijkje te gaan nemen! En dus vliegen we naar Hyderabad, dat tegen de noordelijke grens van Karnataka ligt. Hier start onze rondreis door Zuid-India.
Hyderabad, onze toegangspoort tot Karnataka
Als we aankomen bij ons gereserveerde hotel is het al donker, maar de chaos in de nauwe straatjes er omheen is er niet minder om. Onze taxi weet zich moeizaam een weg te banen tussen de vele toeterende en ronkende andere verkeersdeelnemers door. Eenmaal binnen wordt ons geheugen even onaangenaam opgefrist: onze kamer is in eerste instantie nog niet klaar, heeft een keihard bed en een hurktoilet en we moeten hem delen met enkele medebewoners met veel poten en voelsprieten. We nemen ons voor om geen kamers meer vooraf te reserveren.
Hyderabad is geen fijne stad, maar in de levendige omgeving van de Charminar, wat zoveel betekent als vier minaretten, vermaken we ons toch geruime tijd met de vele kleurrijke marktstalletjes en de Indiërs. Toch vinden we het geen probleem om hier morgen weer te vertrekken: óp naar Karnataka!
Toegangspoort tot Karnataka – chaotisch Hyderabad
Bussen naar Karnataka
De volgende ochtend gaat al om kwart voor vijf de wekker, meteen bijdragend aan dat echte reisgevoel. 🙂 In het busstation lopen we al struikelend over slapende hoopjes mens naar platform 40, waar onze bus naar Bijapur, Karnataka, om half 6 zou moeten vertrekken. Op nummer 40 staat al een bus, maar naar een andere bestemming. We worden naar platform 32 tot 35 gestuurd, ergens daar zou zo meteen onze bus komen. Als we een paar minuten later nog maar eens vragen worden we weer naar nummer 45 gestuurd, maar ook daar staat een bus naar een andere bestemming. Om kwart voor zes is er nog steeds geen spoor van een bus naar Bijapur, maar zien we er wel één naar Gulbarga vertrekken. Dat ligt op de route, in de noordelijke punt van Karnataka. We stappen gauw in en zijn verbaasd nog een zitplaats te vinden.
Zes uur later staan we in Gulbarga op het busstation, een station waar mensen ons als echte celebrities bekijken en waar iedereen ons vraagt waar we vandaan komen. We worden onmiddellijk naar onze aansluitende bus verwezen en al gauw zijn we weer op weg. Als we ruim drie uur later in Bijapur aankomen worden we ook daar uitgebreid bekeken en regelmatig bevraagd uit welk land we komen. De meesten van deze mensen hebben nog nooit van Holland gehoord. Dat is voor ons nieuw, zeker in India. Net als het feit dat we niet worden toegeroepen of we een taxi willen, water willen kopen of een hotel zoeken. We nemen zonder veel gedoe een tuktuk, die ons geen belachelijk hoog bedrag vraagt en ons zonder verder gezeur bij het gevraagde hotel afzet. Nee, ook dit weer niet figuurlijk, maar slechts letterlijk. Had ik al gezegd dat we nu al Karnataka fan zijn?
Onze eerste stop in Karnataka – Bijapur
Bijapur
Bijapur blijkt een geweldige stad, waar we doorheen slenteren op weg naar de eerste attractie waarvoor we hier komen: de Gol Gumbaz, een tombe die we minstens zo mooi vinden als de Taj Mahal en die in een fantastisch onderhouden park ligt. Via één van de vier torens klimmen we naar de koepel, die 38 meter in doorsnee meet en waar de akoestiek ervoor zorgt dat je elkaar zou kunnen verstaan als je recht tegenover elkaar zou fluisteren. Ware het niet dat half India hier al staat te schreeuwen en te klappen en dat Pavarotti’s Indiase reïncarnatie ook een duit in het zakje doet qua geluid.
Weer beneden kijken we nog even rond in het naastgelegen museum, voor we op weg gaan naar de Jama Masjid, de grote moskee. De wijk waar we doorheen lopen is een echte volksbuurt, vol gekleurde huizen en tempeltjes, waar overal varkens snuffelen naar eten en blijkbaar een minimum van 10 kinderen per huishouden geldt. In een mum van tijd zijn er zo’n vijftig kinderen komen aandraven, nieuwsgierig naar de nieuwkomers.
De moskee zelf is een beetje een tegenvaller, zeker vanwege de onvriendelijke manier waarop we hier worden toegesproken. Ook zijn de kinderen die hier rondhangen erg vervelend. We lopen terug naar ons hotel en wagen ons aan een laat Indiaas ontbijt van dosa’s, voor we een nieuwe wandeling door Bijapur maken, met als doel het Ibrahim Rouza mausoleum.
De Gol Gumbaz in Bijapur is wat ons betreft een hoogtepunt van Karnataka
Verder naar Badami
Gisteren hebben we op een tijdschema in het busstation gezien dat om acht uur een bus naar Badami vertrekt. Dat lijkt ons een prima tijd en tegen half acht melden we ons bij de inquiry. De bus van acht uur blijkt gecanceled en de volgende vertrekt pas om half elf. We vragen of we een andere bus kunnen nemen en dan overstappen, maar volgens alle vijf(!) de mannen in het kleine hokje kan dat niet. Om half elf moeten we de bus op platform vijftig nemen.
We gaan toch maar eens rondkijken bij de verschillende bussen en al snel komen we erachter dat platform vijftig niet bestaat. Bij platform drie vertrekt wel een bus naar Bagalkot, dat een heel eind in de richting van Badami ligt. Wij springen aan boord.
Twee uur later staan we op het busstation in Bagalkot, aangestaard door enkele honderden Indiërs. Voordeel van onze nieuwe celeb-status is dat ons onmiddellijk gevraagd wordt waar we heen gaan en er dus met ons opgelet wordt welke bus we moeten nemen. Erg handig, zeker omdat de letters die op de bussen staan in Karnataka niet in het Engels en ook niet in het Hindi zijn. Men spreekt en schrijft hier namelijk Kannada en nee, dat is geen Noord-Canadees, maar iets onverstaanbaars met veel krullerige, ronde vormen.
Drie kwartier later krijgen we te horen dat die bus daar de onze is, die ene, waar inmiddels al zo’n honderd mensen voor de deur staan te dringen. We proppen ons er nog bij en twee miniscule dorpjes later hebben we elk een zitplaats. Het is een echte buurtbus, die door de meest kleurrijke kleine gehuchtjes rijdt, waar mensen hun ogen uitkijken naar ons. En wij naar hen.
Kleurrijke gehuchtjes en bevolking onderweg naar Badami, hartje Karnataka
Badami en haar tempels
Een uurtje later stappen we uit in het stoffige Badami, waar een levendige markt aan de gang is. Zodra we een kamer hebben gevonden gaan we op ontdekking. De markt is op sommige plekken enorm druk, de hele omgeving lijkt uitgelopen en wij vergapen ons aan wat allemaal verkocht wordt. Bij de koe met de 5 poten, die als een God vereerd wordt, staan we nog even wat langer stil dan bij enkele van de vreemdsoortige producten.
Vervolgens lopen we het oude dorp in, met z’n kleine huisjes en houtsijwerken deuren, maar daar worden we niet erg vrolijk van: hoe dichter we bij de toeristische grotten van het dorp komen, hoe irritanter de kinderen worden. Wie geeft die kinderen hier toch steeds een “skoelpen, swiets, chocolaaaaaate”?
Als je graag iets wilt geven aan de arme bevolking van Karnataka, breng het dan bij een school, zodat de leerkracht het eerlijk kan verdelen en de kinderen geen bedelaars worden!
De tempels, gelegen aan het water, zijn echter een plaatje in de steeds lager hangende zon en we trotseren weer hele meutes schoolkinderen om de beroemde grotten van Badami van binnen te gaan bekijken. Bij de kaartverkoop worden we onaangenaam verrast: maar liefst drie schoolbussen vol gillende scholieren staan klaar om los gelaten te worden. De grotten zijn echter zeker de moeite waard en ook het uitzicht over het lager gelegen kunstmatige meer is super.
Nog een highlight in Karnataka: de tempels van Badami
We lopen nog even binnen bij de dorpsschool, om te zien waar al die skoelpen-vragers de hele dag worden onderwezen. De headmaster spreekt helaas geen Engels en ook geen van de andere leerkrachten, maar één van de dames is zó enthousiast over ons bezoek dat ze ons meetroont naar haar klas. De kinderen moeten onmiddellijk gaan staan om een Engels liedje voor ons te zingen, waarvan we niet één woord verstaan.
De bus naar Pattadakal, de beste bus van Karnataka
Tegen negenen zijn we op het busstation, waar we proberen uit te zoeken hoe laat de bussen naar Pattadakal, één van dé Unesco sites van Karnataka, vertrekken. We zijn blij eindelijk weer eens een Engels vertrektijdenbord te ontwaren, maar die blijdschap duurt slechts tot het moment dat de enige Engelssprekende medewerker ons vertelt dat die tijden oud zijn en dat de bus nu gewoon om kwart voor tien gaat. Om kwart voor tien zitten we nog altijd te wachten, maar hoe stipt de bussen in India anders altijd zijn, hier is nog geen bus te bekennen. Om tien uur vragen we nog maar eens of we het wel goed begrepen hebben, maar de stationschef vertelt ons dat de bus echt om kwart voor tien vertrekt. Uhm…maar het is al tien uur. Ja, dat klopt: de bus is te laat. Aha.
Om half elf is er nog steeds geen bus en geven we het op. We lezen een beetje in onze kamer om het net na de middag opnieuw te proberen. We krijgen te horen dat de bus over een uur vertrekt. Jaja, dat zal wel. Wij kijken wel even of er echt geen andere bus te vinden is in het dorp zelf, misschien is er een privébus die die kant op gaat.
Eenmaal in het centrum kost het ons verrassend weinig moeite om de Tempu naar Pattadakal te vinden: een soort buurtbus met zitruimte voor twaalf plus een bestuurder. Volgens een bordje op de achterkant. Waarom moeten we daar toch bij voorbaat al een beetje om lachen?
Als er ongeveer dertig mensen na ons zijn ingestapt vindt de chauffeur het vol genoeg en al hotsend en klotsend schuifelt het afgeladen busje over een landweggetje naar Pattadakal. Daar stappen we een uur later uit, om tot onze verbazing een andere toerist uit een grote bus te zien stappen. Het blijkt de bus van twaalf uur geweest te zijn die om één uur vertrokken is. Of zoiets.
Pattadakal
De tempels van Pattadakal zijn echt wel mooi en voorzien van schitterende beelden, maar misschien toch niet helemaal de hoge entreeprijs waard.
Meer Unesco werelderfgoed in Hampi
De volgende ochtend zitten we al vroeg weer in de bus. Karnataka krijgt wat ons betreft de twijfelachtige eer voor de beroerdste wegen van India, zeker wat betreft de rit naar Hampi. Het dorpje is in een bizar landschap van grote, donkergekleurde rotsen gelegen aan de rivier en een ware backpackersoase. De moderne hippie, voorzien van i-pad en digitale spiegelreflex, is er ruim vertegenwoordigd en dus is er een grote keus aan betaalbare restaurantjes en overnachtingsmogelijkheden. We vinden al snel iets dat ons bevalt en we maken al struikelend over oude tempels een wandeling door de prachtige omgeving.
Ook de dag daarop staan we weer vroeg op om er wandelend op uit te trekken. Aan de rand van het dorp beklimmen we een serie oude stenen trappen en we nemen een kijkje in verschillende tempels, tot we ineens in de diepte een prachtige tempel zien liggen midden tussen de groene begroeiing. We voelen ons onwijs avontuurlijke ontdekkingsreizigers als we door het groen afdalen om de tempel van dichtbij te bekijken. Dat gevoel duurt precies totdat we drie andere toeristen ontdekken die ook al tussen de oudheden rondlopen, maar de tempel blijft prachtig.
Gave landschappen en eeuwenoude tempels in het relaxte Hampi
Als we uit-ontdekt zijn vervolgen we onze route naar de Vittala Tempel, dé tempel die je gezien moet hebben in Hampi. Hij is werkelijk indrukwekkend, maar daardoor kunnen we de andere tempels, die we ‘s middags nog bekijken, toch minder waarderen.
Op onze laatste dag in Hampi brengen we een bezoek aan de belangrijkste, nog in werking zijnde, tempel van het dorp: de Virupaksha Tempel. De gekte van het bloemen en bananen verkopen bij de ingang hebben we de voorgaande dagen al gezien, dus daar kijken we niet meer van op. In de donkere toegangspoort naar het voorplein staat een moeder met een zwaar gehandicapt, jong kind en een aantal magere, oude dametjes te bedelen. Een man met misvormde ledematen kruipt op ons toe. We zijn blij dat we geen bananen voor de beschilderde, heilige olifant hebben gekocht, terwijl deze mensen met knorrende magen moeten toezien hoe al dat fruit langs komt.
Verderop worden bij de beelden van verschillende Goden kokosnoten geofferd, die door de makaken worden weggegrist en opgegeten. De tempel verschilt niet zo heel veel van andere die we al gezien hebben, hoewel de rijk bewerkte toren bij de ingang erg indrukwekkend is. Als we er genoeg van hebben kijken we bij de rivier, waar mensen zichzelf en hun kleding wassen, maar ook vissen, zwemmen en nog meer heilige beelden vereren of gewoon gezellig zitten te kletsen. Van de kleurrijke mensen in Karnataka, en eigenlijk in heel India, kunnen we nooit genoeg krijgen en we doen niets liever dan naar ze kijken en met handen en voeten een gesprek met ze aangaan.
De kleurrijke bevolking van Karnataka
Op Weg naar Mysore
We nemen een snel Indiaas ontbijt van warme rijstkoeken bij de busstand en stappen dan in de bus naar Hospet, waar we overstappen op de bus naar Mysore, een rit van bijna twaalf uur. Dat weten we van te voren gelukkig nog niet, want onze Lonely Planet heeft het over ongeveer de helft van die reistijd, maar dat is dan misschien buiten India en haar verrassingen onderweg gerekend.
Ergens halverwege staan we ineens stil, in een rij van ander verkeer. Met weinig hoop op een begrijpelijk antwoord vragen we de kaartjesverkoper wat er te doen is. Met moeite brengt hij het woord “strike” uit. Van een medereiziger horen we dat het een staking van de boeren is, maar meer dan dat kan hij ons ook niet duidelijk maken. Iedereen verlaat de bus en we vrezen dat het wel eens lang kan gaan duren. Na een half uur komt iedereen weer aanrennen en blijkt er weer gereden te worden. We zien ook ineens allemaal blij kijkende mannen met groene sjaaltjes langs komen rijden op trekkers: vast de boeren. Blijkbaar hebben ze hun zin gekregen in wat voor kwestie dan ook. En natuurlijk nieuwe hoop dat er best wel wat te bereiken is als je maar gaat staken.
Mysore in het uiterste zuiden van Karnataka
Mysore in het uiterste zuiden van Karnataka
Mysore, in het zuidelijkste puntje van Karnataka, blijkt een aangename en schone stad te zijn, met enorm veel mooie gebouwen uit de Engelse tijd. We wandelen rond en genieten van dit stukje India, dat weer zo anders is dan de rest wat we van dit gigantische land gezien hebben. De sfeer is er relaxt en we slenteren over de markt, waar naast de gebruikelijke spulletjes ook de speciale Mysore wierook en olie verkocht wordt. Tenslotte zien we het beroemde Mysore Palace, een juweel van een gebouw, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant. De versierde vloeren, muren en plafonds zijn prachtig. Ook gaan we naar het Railway-museum, waar we zelfs de luxe wagons van de Koningin bekijken, een waardig afscheid van deze bijzondere staat. Met de supersnelle trein naar Chennai verlaten we morgen Karnataka.
Je ziet: de bezienswaardigheden van Karnataka zijn een bezoek meer dan waard!
Hoelang heb je over deze rondreis in Karnataka gedaan? In de zomer ga ik voor 5 weken naar India, en zou deze reis graag willen combineren met Jaipur en Varanasi (en misschien agra als dit kan). Zou dit haalbaar zijn?
Over de hele route door Karnataka, Tamil Nadu en Kerala hebben wij een maand gedaan. In 5 weken kan je Jaipur, Varanasi en Karnataka zeker zien. Ik zou 3 weken voor Karnataka uittrekken, dan heb je echt voldoende tijd.
India lijkt me echt een bijzonder land. Badami ziet er tof uit, mooie plek!
Dat is het zeker Marcella, ik kan iedereen aanraden er minstens een keer te gaan kijken! 🙂
Minder toeristische voorzieningen en bezienswaardigheden is voor mij ook juist een reden om wél te gaan kijken. Jullie zijn wel meteen in een (bus)avontuur terecht gekomen 😉 Maar die tempels van Badami, prachtig!!
Tj, dat soort avonturen krijg je dan in “rural” India op de koop toe. Maar het droeg zeker bij aan het reisgevoel. 😉
Wat een avontuur! Je verslag beschrijft precies alle elementen waardoor ik zo’n haat-liefde verhouding met India heb. De tempels zijn schitterend, maar je bus-avonturen daar zou ik op een gegeven moment echt genoeg van hebben. Ik vind lang reizen niet erg, maar van onduidelijkheid word ik wel een beetje chagrijnig. Toch, mocht ik ooit nog eens terug willen naar India, dan zou ik ook overwegen om naar Karnataka te gaan, omdat het veel minder toeristisch is.
Haha, kan me voorstellen dat je daar niet blij van wordt als je niet tegen die onduidelijkheid kan. Als wij reizen zijn we daar heel relaxt in. We stappen in een bus of trein en zien het wel… genieten vaak enorm van de dingen die we onderweg zien en tegen komen en leren op die manier een land echt kennen.
Hyderabad… dat zijn dus de plekken waar ik niet graag naartoe zou willen, haha. En misschien zijn dit soort steden vanwege de helse drukte ook de reden dat Azië niet hoog op mijn bucketlist staat. Maar eerlijk is eerlijk… die tempels zijn super mooi en je verhaal spreekt me zeker aan 🙂
Snap ik helemaal, maar gelukkig was de rest van de staat heel relaxt… zo anders dan heel veel plekken in Azië (en vooral India)!
Wat een mooi avontuur, Yvonne. Voor mij zijn dit de minder bereisde paden omdat de tempels minder bekend zijn dan bv Taj Mahal en het zeker ook minder toeristisch is. Dat busgedoe ken ik wel. Brrr, in Israel zou bus 285 vanaf Jeruzalem rechtstreeks naar het vliegveld voor het eerst rijden op de dag dat wij ‘m nodig hadden. Alleen; niemand wist waar. En we zien ‘m net wegrijden toen we op zoek gingen naar ander vervoer na lang gewacht te hebben. Leermomentje…
Ja, hier voelde reizen echt nog avontuurlijk… zo leuk! Balen van die bus in Jeruzalem… dat zijn idd leermomentjes. 😉
Ach ja, India, blijft een geweldig land. Nog niet in Karnataka geweest, maar het lijkt me zeker de moeite.
Ja, zeker! Karnataka voelde zo anders dan de plekken in Noord-India en andere meer toeristische staten waar we zijn geweest.
Wat een heerlijk avontuur door Karnataka!! En … Nu wil ik ook!!
Haha, graag gedaan hoor! 😉