Als we om 7 uur op Thonburi station, ook bekend als Bangkok Noi, aankomen hebben we al snel 2 kaartjes voor de trein naar Kanchanaburi te pakken. De trein zal om 7.45 vertrekken van Platform 1 wordt ons verteld, dus om 8 uur wordt er een rij wagons voorgereden en iedereen stapt in, waarna tot half 9 er verder niets meer gebeurt. Wel komt de ene verkoper na de andere langs, met sateetjes, kip, noodles en drinken. Zomaar een reisdag in Thailand, zoals we er zovelen hebben meegemaakt.
Treinen naar Kanchanaburi
Om kwart voor 9 komt er een locomotief langs gereden, die blijkbaar voor ons bestemd is, want even later bonkt de hele trein een meter naar achteren. Om 9 uur rijden we langzaam en al schuddend Bangkok uit, slechts 75 minuten vertraagd. De vele stationnetjes worden schaarser naarmate we verder het platteland van Thailand in rijden en tegen het eind van de 5 en een half uur durende rit zien we het Karstgebergte verschijnen.
Vanuit Thonburi naar Kanchanaburi – treinreizen in Thailand is super!
Grote chaos als de trein in Kanchanaburi stopt; er willen veel mensen in, maar ook een aantal uit. De fiets-riksja-mannetjes maken daar mooi gebruik van en proberen ons op een dwingende manier een fiets in te krijgen. Wij zien het echter niet zitten onze lange, witte benen, 2 grote backpacks én 2 dagrugzakken in een fietskarretje te vouwen dat bedoeld is voor 1 of 2 Aziatische mensjes. We lopen dus de 500 meter naar ons hostel en worden daar richting de Rafthouses op het water gedirigeerd. Uhm.. ja, maar wij hebben een “garden-room” gereserveerd. Na veel discussie en heen en weer geloop krijgen we eindelijk de bedoelde kamer, één waar ’s nachts geen drijvende disco langskomt, terwijl je al golvend probeert te slapen.
De Brug over de Kwai Rivier
De sfeer van dit stadje en de houding van de riksja-mannetjes én onze hosteleigenaar bevallen ons niet erg. We willen echter wel eerst wat meer zien voor we onze conclusie trekken en huren elk een fiets. Zo staan we al gauw bij de beroemde brug waar het hier allemaal om draait: die over de River Kwai. Wat een kermis is het hier, compleet met treintje dat ladingen toeristen over de brug heen en weer rijdt. Niet erg ons ding, dus we fietsen naar één van de 3 begraafplaatsen waar de duizenden doden uit de tijd van de Japanse bezetting liggen. Een prachtige fietstocht naar de plek waar tijdens de aanleg van de Birma-spoorweg een hospitaal stond. Zo’n 1750 Engelsen, Australiërs en Nederlanders die hier in Thailand overleden zijn liggen er begraven. In het JEATH-museum bekijken we foto’s die in de werkkampen gemaakt zijn en lezen we de ervaringen van slachtoffers. Indrukwekkend, maar ook hier weer een kermissfeer door het constante lawaai van disco-boten die langsvaren.
De toeristenkermis rond de beroemde brug in Kanchanaburi is niet echt aan ons besteed
’s Avonds gaan we terug naar de brug, waar deze week de jaarlijkse licht en geluidshow plaatsvindt. Helaas is de begeleidende tekst alleen in het Thais, dus moeten we raden naar waar het over gaat. Gelukkig vertaalt onze Thaise buuf één en ander. Het slot van de show laat echter geen twijfel mogelijk: horen en zien vergaat ons bij het naspelen van de geallieerde bombardementen van de brug.
Kanchanaburi niet onze plek
Als we moe terug komen in onze kamer zien we een grote kakkerlak lopen en ook de volgende ochtend ligt er bij de wc weer een enorme kever op z’n rug te spartelen. Omdat het ons hier toch niet erg bevalt besluiten we morgen verder te reizen. Op die manier missen de de rit over de “dodenspoorweg” naar de Hellfire-pass en het bijbehorende museum dat we graag hadden willen zien én het Erawan nationaal park, maar we hebben het een beetje gehad hier.
We doen de hele ochtend lekker rustig aan en gaan ’s middags naar het Death Railway Museum, een goed museum met veel informatie. Vanuit de koffie-shop aan het eind kijk je uit over de duizenden graven van de Don Rak begraafplaats. Indrukwekkend!
Verder naar Ayutthaya
Net na de middag vertrekken we in een airco-minibus naar Ayutthaya. De chauffeur had eigenlijk liever piloot willen worden, we vliegen over de weg, maar komen veilig aan in het PK Hostel. De kamer is schoon, ruim en op het eerste oog kakkerlak-vrij.
Het schattige mannetje van de fietsverhuur beneden, maakt ons nog een beetje blijer. Hij is vastbesloten ons zijn beste fietsen te verhuren en doet daarvoor zijn uiterste best. De banden worden nog eens extra hard opgepompt en de remmen verder aangedraaid. Op de fiets verkennen we een stukje van deze voormalige hoofdstad van Thailand en de Wat Phra Mahathat bekijken we alvast van dichtbij. Dit is ook de tempel met het beroemde Boeddhahoofd dat door boomwortels is “opgegeten”, een bizar gezicht.
Ayutthaya Wat Phra Mahathat
Bij elke grote tempel in Ayutthaya betaal je een kleine toegangsprijs, meestal rond de 50 Baht, maar al met al wordt je niet arm van het bekijken van de tempels van Ayutthaya. Het Ayutthaya Historical Park is open van 8.30 – 16.30. In een lange dag kan je alle tempels prima bekijken, zeker als je een tuktuk huurt, maar 2 dagen is relaxter, zeker als je fietst.
Sommige tempels zijn nog steeds in gebruik. Kleed je daarom netjes als je op een dag meerdere tempels gaat bezoeken en gedraag je respectvol. Ga niet met je rug naar Boeddha staan voor een selfie en loop niet te grappen op plekken waarvan duidelijk te zien is dat er gebeden wordt.
De volgende dag fietsen we opnieuw het Unesco werelderfgoed stadje rond en bekijken we verschillende van de oude tempels en het museum met schatten die in de tempels gevonden zijn. De Wat Chai Watthanaram is onze persoonlijke favoriet. ’s Avonds weer een “light and sound”, want ook in Ayutthaya is, net nu wij er zijn, een festival begonnen. Ditmaal is alles redelijk goed te volgen, mede dankzij summiere info in het Engels. Kwaliteit van het geheel is vele malen beter dan een aantal dagen geleden in Kanchanaburi. Een prachtige show met veel gekostumeerde mensen en zelfs olifanten en een paard, waarmee de koninklijke strijd om het oude Thaise koninkrijk wordt nagespeeld.
Het is heerlijk om in Ayutthaya van tempel naar tempel te fietsen
Kao Yai National Park
Net als de vorige keer reizen we opnieuw 3de klas in de trein, iets wat ons hier in Thailand erg bevalt. Ook nu weer zijn we de enige witten tussen de Thai en vandaag mogen we aanschuiven bij een familie met een baby en een peuter, precies naast de monniken-ruimte. De vrouwen zijn te verlegen, maar de man probeert in zijn beste Engels contact te maken. Als we foto’s van thuis tevoorschijn halen en een kaartje overhandigen is de verlegenheid verder wel over en even later zit Yvonne zelfs met de peuter op schoot liedjes te zingen.
Nadat we zijn opgehaald door de eigenaar van Green Leaf guesthouse and tours gaan we de natuur in en volgt een gevarieerd programma van een grotbezoek met vleermuizen en een schorpioenspin (op je hand!) tot allerlei proefjes met gekko’s (in allerlei maten), leuke weetjes over planten en hun vruchten en het toppunt van de excursie: 2 miljoen vleermuizen die bij schemering een grot uit vliegen.
De volgende ochtend gaan we al vroeg echt de jungle in. We zien veel makaken, een aantal gibbons, neushoornvogels in verschillende soorten, ijsvogels, slangen, een reuze-duizendpoot en als het al donker is zelfs een olifant. De laatste was niet erg gecharmeerd van al dat bekijks en kwam ineens met een kwaaie kop op ons afstormen. Gauw vooruit dus met die jeep.
Khao Yai National Park Thailand
Apen in Lopburi
Het stadje Lopburi, waar we vanuit Khao Yai snel zijn, is een stuk levendiger dan we hadden verwacht en de grote markt pal voor de deur van ons nieuwe onderkomen draagt daar zeker nog aan bij. Mensen in dit deel van Thailand spreken haast geen Engels, maar met wat handen en voetenwerk weten we weer de heerlijkste dingen buit te maken. We zien weer allemaal compleet nieuwe dingen op het gebied van eten en proberen alles uit wat ons lekker lijkt.
De ruïnes van Wat Phra Si Ratana Mahathat hadden we gisteren al bekeken, dus blijven er nog maar 2 tempels over voor vandaag, waarvan 1 de apentempel San Phra Karn is. Al vooraan in de straat zitten de apen in grote aantallen op de huizen, in de stroomkabels en op de weg. Ook de Phra Prang Sam Yod wordt bevolkt door hele apenfamilies. Brutaal als ze zijn proberen ze ons flesje drinken te pakken te krijgen en ook onze rugzak vinden ze bijzonder interessant. Gewapend met een stok bekijken we het lui-lekkerland dat de Thai om de San Phra Karn voor ze gecreëerd hebben.
Nergens in Thailand zijn de apen zo brutaal als in Lopburi
Even later zien we op de markt dezelfde kakkerlakken liggen die wij in Kanchanaburi in onze kamer zaten, klaar om te kopen en op te eten. We hadden ze dus gewoon op kunnen eten, was het probleem meteen opgelost geweest.
Als we, nadat we het Narai National Museum bekeken hebben, even relaxen in onze kamer zien we eerst een gekko over de muur langslopen en even later komt er door het open raam ook nog even een aap op visite. Van bovenop ons gespannen waslijntje grijnst hij ons toe, om er vervolgens toch maar weer vandoor te gaan. We horen nog een hoop lawaai, waardoor we het idee krijgen dat hij met z’n vrienden de boel flink aan het verbouwen is.
Verder Noordelijk naar Sukhotai
In een supersnelle trein met airco en zelfs een railtender met gratis maaltijd reizen we naar Phitsanulok. Hier stappen we over op iets minder luxe vervoer: een tuktuk brengt ons naar de non-airco bus op het busstation, vanwaar we in een dikke 2 uur (incl. de file) naar Sukhotai boemelen. Dankzij het Aziatische vol-is-nooit-vol-principe komen we, ondanks de goeie start, toch nog moe aan.
De accommodatie die we aantreffen maakt het gelukkig allemaal weer goed. We slapen bij Garden House in een leuke bungalow. Het huisje is gelegen aan een sfeervolle tuin met bananenbomen, vijvertjes en tropische bloemen. Centerparks zou jaloers zijn op dit stekkie. We besluiten meteen wat langer te blijven, zodat we ook een beetje in de landelijke omgeving hier kunnen rondkijken. Over een dag of 4 gaan we dan naar Lampang om vandaar uit een dag in het Elephant Conservation Centre door te brengen.
Sukhotai op de fiets verkennen
Op de mountainbike trekken we erop uit. Vanuit New Sukhothai fietsen we zo’n 12 kilometer naar de oude stad, via de Khlong Maerampan, een kanaal waarlangs de houten huizen en hutten staan van heel wat Thaise families. Overal waar we langskomen wordt er door jong en oud al van verre spontaan gezwaaid en geroepen: “hello, hello”.
Eén van de meest relaxte plaatsen van Thailand is Sukothai, de mensen zijn er zo lief
In een zijstraatje waar 3 of 4 generaties samen buiten zitten stappen we af. Oma voelt verbaasd aan Yvonnes witte huid, terwijl ze haar, door tabak rood geworden, tanden bloot lacht. Enthousiast worden de foto’s van thuis bekeken die we bij ons hebben. De kleinste van allemaal vindt die witten maar eng en gaat bijna huilen als ze een vingerpoppetje van ons krijgt. We nemen afscheid en vervolgen onze weg door rijstvelden, tot we een eerste vervallen tempel tegen komen.
Tempels hoppen in Sukothai
Met een boog fietsen we om het openlucht-museum heen naar enkele afgelegen tempels buiten de stad. Voor eentje moeten we een beste klim maken over een steil paadje, maar eenmaal boven zijn we alleen met de reusachtige Buddha en een mooi uitzicht over de heuvelachtige omgeving. Als we in het Ramkhamhaeng Museum ook de kostbaarheden die uit de tempels zijn gered hebben bekeken, gaan we weer naar ons huisje om lekker wat te luieren. We zijn dan inmiddels behoorlijk bekaf van de 40 kilometer in de warme zon, en erg rood.
De dag erna hebben we onze gehuurde mountainbike ook echt nodig, aangezien het pad dat we volgen naar Wat Thawet vanaf halverwege niet langer verhard is. Langs de rivier Yom, waar we langs fietsen, staan traditionele houten huizen en de enkele Thai die ons zien langsrijden begroeten ons weer enthousiast. Als we aankomen is de tempel nog dicht, maar een monnik maakt meteen alle deuren en ramen open, zodat we kunnen rondkijken.
De landelijke omgeving van Sukothai geeft je een kijkje in het echte Thailand
Naar Lampang, het echte Thailand
Al vroeg zitten we aan onze fruitsalade met muesli en yoghurt uit eigen keuken bij Garden House. We willen de bus van 9.15 naar Lampang nemen, maar komen richting het busstation de (zoals altijd) verlate bus van 8.20 tegen. Onze tuktuk-chauffeur houdt de bus aan en zo zitten we even later in een bus mét airco, maar zonder vering, bestuurd door een chauffeur mét spleetogen, maar zonder hersens (of met een enorme portie doodsverachting). Halverwege de rit zien we steeds meer groene, beboste heuvels verschijnen; die hadden we hier nog niet gezien.
Lampang is een typische Thaise stad en er is dan ook geen toerist te zien (link). Veel mensen verdraaien hier hun nek als we langs lopen en spelende schoolkinderen komen naar ons toe rennen. Veel winkeltjes hier zouden bij ons geen kans meer maken om te bestaan. Zo zit een echtpaar schoenen te repareren met naald en draad en repareert een oud mannetje allemaal fietsonderdelen met de hand naast de lijstenmaker en de meubelstoffeerder. Alles gaat op een zo ouderwetse manier… alles wordt met de hand gedaan, echt vakwerk.
Goede tips! Komende zomer staat Thailand op de planning dus deze tips komen zeker van pas 😉 De brutale apen ken ik van Ghana, die kwamen gewoon de kamer in als de deur niet op slot zat… Ieh dat was best spannend 😛
Heerlijk zo op de fiets om mooie dingen te kunnen zien! Enne…kakkerlakken kopen om ze op te eten….zo had ik ze nog niet bekeken…bijzonder ranzig..hahaha
Haha, dat vind de lokale bevolking niet hoor. 🙂
Ik ga dit later nog eens rustig doorlezen. Ik was vorige week nog in Thailand (op reis naar Laos). Helaas heeft de Thaise ‘regering’ (junta) besloten om het voor buitenlanders veel lastiger te maken om het land in te komen. Vooral als je hier woont is het echt heel erg vervelend wat ze nu besloten hebben. Bezoekjes aan Thailand zullen dus steeds lastiger gaan worden voor me vrees ik, en i.i.g. duur(der).
Dat is echt balen, dat je zo dus eigenlijk wordt “tegengewerkt” om tripjes naar Thailand te maken… jammer. Wie weet verandert het nog weer, gebeurt in India voortdurend. Momenteel is het daar weer erg relaxt, maar dat is ook wel anders geweest.
Van alle plekken die je hier beschrijft (ik bereisde ze allen, minimaal 1 x) vond ik Lampang ook het leukst. Vooral omdat het minder bekend is en daardoor heerlijk rustig
Die plekken waar je het echte Thailand kan ontdekken zijn toch het leukste hè?! Ik kan daar echt van genieten, meer nog dan van bijvoorbeeld de mooie tempels!
Wat heb ik genoten van Sukothai. Ik ben al vaker in Thailand geweest, maar had Sukothai nog niet eerder bezocht. Het was de lange busrit vanuit Chiang Mai met dreumes helemaal waard. We hadden redelijk dichtbij het park een hotel. Dus de eerste dag liepen we er naar toe. Met voor dag 2 huurden we ook een fiets. Ondanks de hitte hebben we echt veel kunnen ontdekken.
Wat relaxt om er zo dichtbij te slapen! Met kids is het vaak wel erg convenient om dichtbij alles te zitten… zeker nu met 2! 🙂
Wat een leuk en uitgebreid artikel Yvonne! Ik ben nog niet in dit gedeelte van Thailand geweest dus heb het met plezier gelezen en bekeken. Apen lijken trouwens inderdaad altijd zo lief, maar ze kunnen behoorlijk brutaal zijn haha!
Tja… dan pas snap je waar het spreekwoord van de brutale aap vandaan komt hè?! 😉
Ik vond Kanchanaburi wel leuk, maar het was wel jammer dat de watervallen bijna helemaal droog stonden. Ayutthaya vond ik ook erg mooi, maar had wel een baaldag. Ik verdwaalde op de fiets waardoor ik de mooiste tempel niet heb bezocht. Wat was ik kwaad op mezelf en de wereld zeg, haha. Het hoogtepunt van mijn reis was absoluut Sukhothai. Wat ben ik verliefd geworden op Sukhothai 🙂 .
Wat jammer inderdaad dat je watervallen bezoekt die dan bijna droog staan… verkeerde seizoen dus. 🙂 Haha, ik zie je al fietsen met een kwaad gezicht door Thailand… niet leuk op dat moment!!
Wij vonden het Death Railway Museum erg indrukwekkend, dat brengt het verhaal van de brug pas echt tot leven. De Erawan watervallen waren op zich heel mooi, maar superdruk. Totaal niet wat we van tevoren verwacht hadden. Er liepen zelfs mensen met van die grote opblaasdieren voor het zwembad… Daar hebben jullie dus niks aan gemist. Ayutthaya vond ik persoonlijk ook erg leuk, op een scootertje van tempel naar tempel. Het was ons iets te warm om te fietsen 😉
Wat jammer dat het zo druk was bij de watervallen, kan me voorstellen dat dit niet het beeld was dat je in gedachten had. En goed idee, om op de scooter te gaan… fietsen is inderdaad vaak erg warm (wij waren gelukkig in de koelste maanden in Thailand).