Hami is waar Xinjiang en China elkaar raken en zowel het naast elkaar bestaan van de culturen als het strategische belang van de stad zijn ook op de dag van vandaag nog merkbaar. Ooit was Hami de eerste stop op de zijderoute, komend vanuit China, tegenwoordig is Hami gewoon ingelijfd en onderdeel van de autonome regio Xinjiang. Wij zagen er dingen die je als gewone toerist vaak niet te zien krijgt, maar wie langzaam en onafhankelijk reist ziet nou eenmaal meer.
Treinen naar Hami
Tot onze grote verbazing zijn we, even na middernacht, de enige twee passagiers die hier in Jiayuguan instappen in de trein naar het Westen. Na de drukte in de wachtruimte is de stilte in de tunnel naar de sporen een bizarre gewaarwording. Onze trein naar Hami staat er al en snel zoeken we de juiste coupé. Die is al helemaal donker, want in de Hard Sleeper gaan om 10 uur ’s avonds standaard alle lichten uit. Met alleen de noodverlichting van het gangpad zoeken we onze bedjes. Die blijken, ondanks de opeenvolgende nummers 12 en 13, elk in een ander hokje te zijn. Eén van de twee bedden is ook al beslapen en niet meer van nieuwe lakens voorzien. Omdat het niet erg druk lijkt en er in verschillende bedjes nog schoon beddengoed ligt doen we een snelle wisseltruc. De stewardess staat nog altijd op het perron en dus gaan wij, onwetende Westerlingen, naast elkaar op bedje 11 en 12 liggen. Gelukkig komt er gedurende de nacht niemand meer nummer 11 claimen en behalve één bovenbuurvrouw blijven ook de bovenste bedjes leeg.
Aankomst in Hami
Als het om 6 uur licht wordt zien we twee uur lang een vrij eentonig woestijnlandschap aan ons voorbijtrekken. Tegen 8 uur komen we aan in de oasestad Hami, waar we gauw een taxi nemen naar het centrum dat met haar brede, boulevard-achtige straten niet echt op een centrum lijkt. We trakteren onszelf op een luxe hotel. Dat hebben we wel verdiend na alweer een nacht van weinig slaap, een terugkerend thema hier in China. We beginnen dan ook eerst met nog een paar uurtjes inhalen in ons enorme kingsize bed.
Eerste verkenning van Hami
’s Middags gaan we op onderzoek uit in onze eerste stad in Xinjiang, maar helaas was onze indruk vanuit de trein toch de juiste. Van de oorspronkelijke bebouwing en bewoners van Hami rest nog maar weinig. Verschillende van de grote merknamen zijn ook hier in de woestijn aangekomen, gevestigd in de nieuwe hoogbouw in Chinese stijl. Net als in het Tibetaanse deel van het land ook hier weer tweetalige borden: meestal hele grote Chinese karakters, met daaronder kleine Arabische letters.
Toch vinden we in de buitenwijken nog een enkel stukje oud Hami, hoewel we ook enorme stukken land zien waar net de sloophamer zijn werk heeft gedaan en waar nieuwbouw de grond uit gestampt wordt. Neemt niet weg dat Hami een bijzondere indruk op ons maakt. Worden de oorspronkelijke bewoners, de Oeigoeren, in de binnenstad gedomineerd door de Han-Chinezen, in de Islamitische wijk is dit heel anders. Nieuwsgierig worden we opgenomen en vrolijk toegelachen door de vriendelijke mensen hier. Een man staat bij de oven voor zijn restaurantje brood te bakken en de buurman rijgt vlees op stokjes, terwijl op zijn terras een groepje mannen thee drinkt.
Straatbeeld in Hami, zoals je het veel in Xinjiang ziet
Vanuit ezelkarren worden de bekende meloenen uit deze streek verkocht, hoewel de gemotoriseerde karretjes duidelijk in opmars zijn. In de straten is veel schaduw, door de bomen die overal staan. We blijven het jammer vinden dat er zoveel nieuwbouw is, ook in deze echte volkswijk, maar kunnen ons indenken dat zo’n stenen huis zo z’n voordelen heeft en heel wat meer comfort biedt dan een huisje van klei.
Vriendelijke Oeigoeren in Hami
Bij een straatstalletje kopen we walnoten en bij één van de karren een meloen, die meteen voor ons in stukken wordt gesneden. Bij een ouder huisje zien we een bank buiten staan, waar we onze 2 en een halve kilo meloen oppeuzelen. Als opa even komt kijken waarom zijn hondje toch steeds zo blaft bieden we hem ook een stuk aan. Hij bedankt, maar zwaait vriendelijk en verdwijnt weer in z’n huisje. Als dit een voorproefje is van de rest van Xinjiang zijn we helemaal in onze sas.
overal meloenen in Hami
We lopen net terug richting de binnenstad als we een wijkje zien dat de sloophamer heeft weten te ontwijken. We gluren af en toe stiekem door de poorten naar binnen en zien zo twee vrouwen gezellig op hun binnenplaats zitten. Als we vragen of we een foto mogen maken worden we enthousiast binnen gevraagd en ze gaan er zo mooi mogelijk voor zitten. We mogen ook even in huis kijken en de dames willen daar ook nog wel een foto van zichzelf. Dan wordt op een kruik gewezen en omdat we niet onbeleefd willen zijn na zoveel gastvrijheid knikken we van ja. We krijgen elk een kommetje vocht met wel een heel bruin kleurtje. Thee? Zo smaakt het niet echt. Wat zijn dan die drijvende stukjes onderin? Ach we hebben nog een flinke voorraad pillen, dus we drinken maar gewoon. Er wordt ook fruit voor ons neergezet, een grote schaal vol. We gaan wat rechterop zitten, want de meloen zit nog behoorlijk in de weg en zo weten we er toch een aantal op te eten. De Oeigoer-woordenlijst in onze reisgids is erg beperkt, dus hele gesprekken zitten er niet in, maar toch is het gezellig hier samen te zitten. Als we afscheid nemen maken we duidelijk dat we de foto’s proberen af te drukken in de stad en dat we ze dan morgen even komen langs brengen.
Vriendelijke Oeigoeren in Hami
Een ontbijt met een raar bijsmaakje
Na eindelijk weer eens een lekker lange nacht met veel slaap halen we bij de fotowinkel de foto’s op. We willen eerst naar Hui Wang Feng, de tombes van de Oeigoer-prinsen en -prinsessen de enige echte bezienswaardigheid van Hami, om daarna de foto’s te gaan bezorgen. Bij een Oeigoer-bakker kopen we een soort van Turks brood met ui, dat we al lopend op eten als ontbijt. Lekker, het is nog warm.
Al peuzelend van ons brood wordt onze aandacht getrokken door de politieman die we gisteren ook al met zijn eigen minilegertje door de stad zagen marcheren. De vier militairen dragen allemaal een enorm geweer en met z’n vijven gaan ze om de meloenen-kar van een Oeigoer-man staan. Op een afstandje zien we toe hoe de papieren van de man worden gecontroleerd. We vinden het nogal een intimiderende vertoning en als de papieren terug zijn bij de juiste eigenaar verdwijnt die dan ook heel snel met z’n kar vol meloenen. Nu hebben we dus met eigen ogen gezien hoe, naast de “opstandige” Tibetanen ook de zogenaamd terroristische (?!?) Oeigoeren hier in Xinjiang onder de duim gehouden worden door China. Ons brood smaakt ineens zo lekker niet meer.
In Hami is de politie nogal oververtegenwoordigd helaas
Achtervolgd door politie en naar een bruiloft
We krijgen nog meer politie in het oog en merken dan tot onze schrik dat zij ons ook gezien hebben. We zijn ons ervan bewust dat we één van de weinigen zijn die momenteel nog een geldig Chinees visum hebben en al helemaal één van de weinige alleen reizende exemplaren. Een goed excuus voor politiecontrole van onze paspoorten dus. Snel schieten we een straatje in, maar vanuit een ooghoek zien we het legertje al onze richting uit marcheren. Zo gauw we kunnen zonder op te vallen lopen we door. Even later worden we door een passerende Oeigoer, samen met zijn vriend op de motor, toegeroepen. Als we ons omdraaien zien we dat de militairen nergens meer te bekennen zijn, maar we staan wel pal voor een nieuwe politie-auto.
De twee mannen die ons aanspreken blijken onderweg naar de bruiloft van één van hen en we worden uitgenodigd om mee te gaan. Dat lijkt ons wel wat en er wordt een taxi aangehouden, waarin we samen met Ablat, de Engelssprekende van de twee, naar het huis van de bruidegom kunnen. We steken een hoofdweg over, waar we gisteren zijn omgekeerd en komen in een waar doolhof van lemen Oeigoer-woningen terecht. Het is er dus toch nog, het echte Hami, maar je moet wel weten waar te zoeken. Vijf minuten later komen we bij een huis waar het een drukte van belang is: de bruiloft. Als iedereen begroet is met een “Salam Aleykum” nemen we plaats in de gastenkamer, waar een keur aan vers eten voor ons wordt uitgestald. We krijgen thee uit een prachtige handgemaakte pot en we hebben onze kopjes nauwelijks leeg of ze zijn alweer bijgevuld.
Buurtbewonders bij de bruiloft en de begraafplaats waar we later een kijkje nemen
Back to reality in Hami
In de kamer waar we zitten zijn alleen de mannen, maar als we uit gegeten zijn mogen we ook nog even in de vrouwenkamer kijken. Dan krijgt de vader van de bruidegom het toch ineens benauwd… buitenlanders in zijn huis, met het Chinese leger dat steeds maar weer controleert. Zijn angst slaat over op Ablat en besloten wordt dat het beter is als we afscheid nemen. In een bakbrommer brengt hij ons naar Hui Wang Feng. Met z’n drieën scheuren we door de smalle, stoffige straatjes, verbaasd nagekeken door de bewoners van Hami aan hun dagelijkse bezigheden. Van geld voor de taxi of de benzine wil Ablat niks weten en zwaaiend scheurt hij weer weg.
Met nog nasuizende oren staan we daar, voor de ingang van de Hui Wang Feng, dus gaan we maar naar binnen. De mausoleums in Arabische en Oeigoerstijl zijn mooi en in het kleine museumpje zien we prachtige, handgemaakte muziekinstrumenten en gebruiksvoorwerpen. Aan de overkant van de weg trotseren we nog het mulle zand, waarin we tot de enkels wegzakken, om een oude Oeigoer-begraafplaats te bezoeken. Dan lopen we terug naar het huis waar we gisteren op visite zijn geweest en we bezorgen de foto’s. Voor ons gevoel zijn we nu echt klaar in Hami en morgen reizen we verder naar de rest van Xinjiang, West-China, zoals het bij de meesten bekend staat.
Dit lijkt me een hele bijzondere en gave bestemming. Mooi geschreven en in beeld gebracht! Intimidatie van de locale bevolking zie inderdaad ook in Tibet…erg jammer! Toch is ook Tibet een bijzondere bestemming.
Voor mij echt een reden om niet naar Tibet te gaan (of China). Jakkes, ik kan daar niet tegen. Maar kan me voorstellen dat het een hele mooie en bijzondere bestemming is.