Zodra we China wat beter leerden kennen was voor ons duidelijk dat we niet naar Tibet zouden gaan. We houden er bovendien van om zelfstandig rond te reizen en dat is in Tibet niet mogelijk. Ook wordt Tibet steeds toeristischer en we zijn nou eenmaal meer van de authentieke ervaringen. In de Noordoost hoek van Qinghai, rondom Xining, konden we echter ons hart ophalen en hebben we volop kunnen kennismaken met de Tibetaanse cultuur.
Naar Xining met de trein vanuit Beijing
Keurig op tijd sporen we even voor half 3 Beijing uit. Onze celgenoten voor de komende 24 uur zijn twee Chinees-/Amerikaanse klimatologen, onderweg naar Tibet. We rijden uren lang door landschappen die eruit zien alsof er recent een kernramp heeft plaatsgevonden. Het is een troosteloze bedoening en er is werkelijk helemaal niks, op wat kleine, treurig aandoende gemeenschappen van saaie, ommuurde huizen na.
Na een kort nachtje, op een bed dat absoluut een plekje verdiend in het Guiness Book of Records voor hardste bed ooit (hoezo soft-sleeper?), worden we wakker met een stralend zonnetje boven een bizar berglandschap. Droog en dor is het hier en de bergen zijn, op her en der wat grasjes na, helemaal kaal. Kleine dorpjes, bestaand uit lemen huizen, staan verspreid in de enorme leegte van de dalen, soms doorkruist door een rivier. Toch zien we dat regelmatig mensen erin slagen op deze droge grond wat te verbouwen. Rozen, kool en mais zijn favoriet. Met ezeltjes worden de velden omgeploegd. We kunnen ons nu al een voorstelling maken van hoe het Tibetaans plateau eruit ziet.
treinen van Beijing naar Xining
Cultuurshock in Xining
Als we ’s middags in Xining het perron op stappen zijn we aangenaam verrast door wat we buiten de hekjes zien. Het lijkt hier wel een hele andere wereld. Hui-mannen met witte mutsjes en hun vrouwen met zwarte hoofddoeken bepalen het straatbeeld, maar naast de bekende Han-gezichten zien we ook Tibetanen, zelfs een groot aantal monniken. De sfeer is relaxt en we worden hier duidelijk op een andere manier bekeken dan tot nu toe in China. Geen ongegeneerde, starende blikken, maar nieuwsgierig omkijkende mensen en regelmatig wordt er vanuit een huis of winkel “hello” geroepen.
Naast Chinese karakters zien we hier ook veel in het Tibetaans geschreven en op het station zijn alle borden tweetalig. Voor ons een bevestiging dat de Chinezen diep in hun hart wel weten wie hier als eerste woonde en wie er daarom fout zit.
Pas als we onze intrek in één van de hotels hebben genomen merken we hoe moe we zijn. We nemen dan ook lekker lui de bus naar het centrum, waar we wat eten en ons verbazen over de hippe kledingwinkels en het enorme assortiment in de supermarkt. Er is hier gewoon meer te koop dan in Beijing en wat de kleding betreft: voor een fractie van de Beijing-prijs.
straatbeeld Xining
Natuur en minderheden niet ver van Xining
Als we vanochtend onze neus om de hoek steken is er alweer een stralend zonnetje om ons te verwelkomen. Omdat het weer hier aan de rand van het Tibetaanse plateau nogal wisselvallig kan zijn besluiten we er vandaag meteen op uit te trekken, nu het zo helder is. We bellen Niu Xiao Jun, de gids die zich gisteren al aan ons aangeboden had, om een half uur later met hem af te spreken. Hij gaat ons vandaag meenemen naar plekken die niet in onze reisgids staan en met z’n drieën nemen we even later de bus, Xining uit.
We rijden duidelijk over een hoogvlakte, met besneeuwde toppen in de verte en akkers waar de mensen hard aan het werk zijn dichterbij. De natuur en de vergezichten zijn overweldigend hier en de kleuren lijken ongewoon helder. Een uurtje later, al hotsend en klotsend over een weg die Xiao Jun als “good road” omschrijft, stappen we uit bij een klein dorpje, Bo’Er. Hier woont de Tu-minority, waarvan net als elders in de kleine dorpjes in Azië de mannen buiten spelletjes spelen, roken en drinken, terwijl de vrouwen nergens te bekennen zijn, omdat ze in huis of op het land aan het werk zijn. Ook wat kinderen die nog te jong zijn voor school én een grotere jongen, waar duidelijk wat aan mankeert, zijn buiten. Als we Xiao Jun er later naar vragen horen we dat de jongen niet zelfstandig kan lopen en dus daarom steeds op de grond kruipt en dat hij ook een verstandelijke handicap heeft. Daar ben je dan mooi klaar mee in een afgelegen dorpje zonder voorzieningen, zoals dit.
Het dorpje Bo’Er bij Xining
Tibet, gecreëerd buiten Tibet
In een taxi gaan we verder. We gaan een 7-jarige jongen bezoeken die naar we horen gekozen is om de volgende Dalai Lama te worden. Het verhaal is dat dit een door de volgelingen van de huidige Dalai Lama uitgekozen jongen is, maar wij weten in ons hart wel beter en ontdekken later dat dit een door de Chinese overheid gekozen kind is. Eerst rijden we naar de grootste plaats in deze omgeving, Huzu, waar we geacht worden fruit te kopen om mee te nemen voor de jonge Dalai Lama. Omdat fruit wel heel gezond is voor een jongen van 7, maar volgens ons niet echt hoog op het verlanglijstje staat, kopen wij een soort van transformer-auto, die al knipperend met zijn lichten en op de maat van zijn eigen muziekje in een robot verandert.
Vanaf het moment dat we het stadje uit rijden zien we overal velden waar mensen druk met hun gewassen bezig zijn. Van aarde en plastic hebben ze kassen gemaakt, die naast hun eenvoudige, stenen huisjes staan. Na een kilometer of wat maken de huisjes plaats voor geweldig mooie natuur. Groene bergen, een blauw meer, een stroompje, bloemen en een heleboel grasland zover als we kunnen kijken. Er is hier helemaal niemand en het landschap doet ons sterk aan Kyrgyzstan denken, waar het net zo leeg en weids en apart was.
Schitterende natuur bij Huzu
Als we de vlakte over zijn komen we weer bij een dorpje en hier bezoeken we een tempel waar ook de jonge Dalai Lama bij woont. Even apart van de tempel staat een klein klooster en helemaal achterin staat een splinternieuw huis, 2 jaar geleden gebouwd door de Chinese overheid(?!). Twee grijnzende koppies kijken nieuwsgierig naar de gele auto die Peter in z’n hand heeft. De jonge “Dalai Lama” heeft een studiemaatje gekregen, om het voor hem wat makkelijker te maken. Hij mag namelijk tot z’n 18-de het huis niet verlaten, iets dat wij als nogal crimineel ervaren. In feite is het kind als baby zijnde bij z’n ouders weggehaald om hier als een gevangene te leven. Ouders die hem nooit meer mogen bezoeken, omdat hij ze anders te veel zal missen. We kunnen hem z’n serieuze blik dan ook niet kwalijk nemen, maar toch weet de disco-auto af en toe een glimlach op z’n gezicht te toveren. De andere jongen is duidelijk ondergeschikt aan hem, want hij houdt zich steeds een beetje afzijdig en ook mogen de jongens niet in hetzelfde huis slapen. We bekijken de schriften waarin ze samen Tibetaans, Chinees en Pinyin leren en kopen daarna, samen met hun leraar, in het dorpje nog wat nieuwe schriften en potloden voor ze. Zoals we, wederom, geacht worden. 🙂
De lokale middenstand steunen en een zogenaamde Dalai Lama bezoeken op een dagtrip vanuit Xining
Terug richting Xining via dorpsschool en lokale familie
Na het afscheid kijken we nog in de dorpsschool rond. We zijn verbaasd, want zoals we elders in China ook al zagen is eigenlijk best veel materiaal aanwezig, hoewel het in de lokalen in de winter waarschijnlijk bar koud is, ook al staat er overal een kacheltje. Schriften, lesboeken en potloden zijn ruimschoots aanwezig en ook is er voor alle kinderen een zitplek. Bijzonder, op zo’n afgelegen plek op een aantal uren afstand van Xining.
Terug in Bo’Er, waar we bij één van de families eten. Het huis ziet er netjes en redelijk comfortabel uit en eten koken, dat kunnen ze wel. Een bezoekje aan de wc is daarom een behoorlijke desillusie: twee houten planken met daartussen een gat, waar de prestaties van alle familieleden op een enorme hoop zijn opgestapeld. Om door te spoelen gooi je een flinke schep zand op je eigen kunstwerk en daarna zorg je dat je zo snel mogelijk weer weg komt. Na het eten krijgen we ook de klederdracht voor speciale gelegenheden te zien, die we mogen aanpassen. In het dorp bezoeken we nog de dorpstempel en we maken her en der een “praatje” met de vriendelijke bevolking, voordat we tegen de avond de bus terug naar Xining nemen.
Bo’Er en de omgeving hebben veel van Tibet
Kumbum Tempel
Pas rond de middag gaan we de deur uit, om naar Ta’Er Si, ofwel de Kumbum tempel te gaan, zo’n 30 kilometer Zuidelijk van Xining. Dit is buiten Tibet zelf één van de belangrijkste Tibetaanse tempels en ooit woonde de derde Dalai Lama hier. De juiste plek vinden voor de bus erheen is een ware hindernisbaan, maar uiteindelijk komen we bij de goede bushalte en wijst een meisje ons de bus naar Ta’Er. De weg vertoont veel gelijkenis met de maan, gezien het grote aantal kraters, dus we slalommen in een uurtje naar het eindpunt van de route en tevens de entree van de tempel.
Regelmatig zien we Tibetaanse mensen in traditionele kleding, die hier zijn gekomen om te bidden. Vooral de Grote Tempel met het gouden dak, waar ooit het klooster gesticht werd, is erg populair en de slijtplekken waar dagelijks biddende Tibetanen over de grond schuiven tijdens het prostreren worden vandaag allemaal weer wat dieper. Bijzonder indrukwekkend om te zien hoe geconcentreerd dit in z’n werk gaat.
Xining – Kumbum klooster
In één van de tempels wordt net door de monniken gebeden, prachtig om te zien en vooral te horen. Het heeft altijd wat magisch vind ik. Eén van de monniken vindt onze reisgids reuze-interessant en zoekt meteen Lhasa op. Hij wil weten of we daar ook heen gaan. Als deze man Engels sprak zou hij ons vast het hemd van het lijf vragen, maar helaas blijft het hier voor nu bij, omdat communiceren erg lastig is. We nemen dus afscheid en bekijken de rest van het klooster, dat bestaat uit hele oude, maar ook 2 hele nieuwe tempels. Pas tegen het eind van de middag nemen we een bus terug naar Xining.
Morgen gaan we verder, niet omdat we in deze omgeving uitgekeken zijn, maar omdat het de hele dag regent en de vooruitzichten voor de hele week geen enkele hoop op verbetering bieden. Jammer. Ooit komen we hier terug denken we, het is zo’n bijzondere plek!
Prachtige plek. Ook wij besloten niet naar Tibet te reizen, maar een alternatief te (be)zoeken. Wij kozen voor Xiahe, een plaats aan de uitlopers van de Himalaya. Een pracht van een plaats, maar ook hier ben je niet gevrijwaard van hoogteziekte 🙁
Dat gebied rond Xiahe leek mij ook fantastisch en stond eigenlijk op het programma. Helaas konden wij niet doorreizen naar dit gebied vanuit Chengdu en zelfs Chengdu niet bereiken vanwege de aardbeving. Vind ik nog altijd jammer!
Wat een bijzondere ervaring! Ik kan me goed voorstellen dat jullie ervoor gekozen hebben om op deze manier Tibet te zien en niet via het land zelf, het klinkt alsof jullie een veel authentiekere ervaring hebben gehad! Ik kan me gewoon niet voorstellen dat dit jongetje nu al zo moet leven, dat hij zijn ouders niet mag zien en helemaal “alleen” daar woont….
Wat bijzonder zeg, heel tof om te lezen! Ik ben toen in Chengdu in de ‘Tibet wijk’ geweest, maar dat komt omdat de stad al redelijk tegen de grens met Tibet ligt. Toch bijzonder dat je op zo’n manier iets van Tibet mee kunt krijgen. 😉
Gaaf daar zeg! Tibet is ook heel bijzonder ondanks de restricties. Leuke foto van die spelletjes spelende mannen…typisch Chinees.
Haha, ja inderdaad typisch Chinees. En kan me voorstellen dat Tibet zelf ook bijzonder is, maar ik bedank even voor alle “bijzaken” (en de ergernissen die daar voor mij persoonlijk bij horen). Maar dat geldt inmiddels ook voor de rest van China… wie weet… ooit weer 🙂
Wat een bijzonder mooie omgeving zeg! Ik ben zelf in Xiahe en Langmusi geweest (voormalig Tibet) en vond het ook zeer bijzonder. Tibet staat nog wel op mijn lijstje, maar de hoogte houdt mij nog tegen. Ik vond het Tibetaanse plateau ook al heftig qua hoogte. Wat naar dat dit kleine jongetje al op jonge leeftijd bij zijn ouders is weggehaald.
Kan ik me voorstellen, hoogteziekte is echt niet fijn. Wij zijn ook een aantal keren echt beroerd geweest en dat kan je plezier wel goed bederven. In Tibet ben je ook nog eens niet zo snel op lager grondgebied…