De kunst van binnen reisfoto’s maken

Vorige keer vertelde ik je dat het beste licht voor je foto niet persé het gouden uur is en dat andere soorten licht soms veel beter zijn om jouw foto z’n verhaal te laten vertellen. Als reiziger tref je die verhalen vaak buiten aan, maar soms heb je weleens het geluk om binnen uitgenodigd te worden, of je betreedt een verlaten gebouw, met zo’n bijzondere sfeer dat je die graag wilt vastleggen. Binnen fotograferen is alleen vaak niet zo makkelijk. Het is best een kunst om mooie reisfoto’s binnenshuis te maken. Ik geef je een aantal tips om betere indoor reisfoto’s te maken, zodat je ook die momenten voortaan goed weet vast te leggen.

Weinig licht: maak er goed gebruik van

Dé grote beperking van binnen fotograferen is dat er vaak zo weinig licht is. Dat betekent dat je óf moet kiezen voor een grote diafragma opening en de daarmee gepaard gaande extra ruis, óf die flits moet gebruiken, die dan vaak in 1 klap de sfeer teniet doet. Gelukkig zijn er ook andere opties. Het vergt alleen een nóg betere manier van kijken. Welk licht is er wel en waar is dat licht. Zorg dat je onderwerp daar ook is, of verplaats het, zodat je op een handige manier van het aanwezige licht gebruik kan maken. Zo viel het licht in het kerkje op de headerfoto via een paar hoge raampjes op verschillende plekken naar binnen, onder andere precies op het gezicht van de heilige op de muurtekening én pal naast onze 2 dochters die samen een kaarsje brandden. Ik vroeg de oudste een stapje naar achteren te doen, de jongste volgde vanzelf en het kostte me maar een mili-seconde om de juiste foto te maken.

Zoals je al wel in de gaten hebt is bij weinig licht handmatig instellen de enige way-to-go. Zeker omdat het licht binnen soms zo beperkt is dat je autofocus niet meer kan scherpstellen. Als je dat nog niet had gedaan is dit dus hét moment om de auto-stand vaarwel te zeggen

Soms staat een object al precies op de juiste plek

De schoen op de bovenstaande foto stond precies op de enige plek, in een leeg gebouw van de verlaten Sovjetstad, waar hij zichtbaar was: in de vensterbank. Z’n maatje lag beneden op de grond en viel amper op, maar deze ene schoen kon ik zo perfect vastleggen.

De boerenfamilie in India, die ons uitnodigde om de molensteen in hun lemen huisje te komen bekijken, had slechts een minuscuul raampje in hun woning. Het weinige licht viel grotendeels binnen door de openstaande deur. Door zelf wat opzij te stappen kon het licht precies op de 2 dames vallen die meel zaten te malen, waardoor het met licht en schaduw een erg sfeervol plaatje werd. Het beste pas je de belichting van je foto aan op het onderwerp van je foto dat je graag wilt vastleggen. De 2 boerendames, de schoen en mijn dochters. Dat betekent automatisch dat een groot deel van de foto onderbelicht wordt, maar daardoor springt het onderwerp er juist extra uit.

Het weinige licht viel binnen door de openstaande deur.

Bovenstaande foto is niet haarscherp, want een dergelijke foto maak je nou eenmaal niet met een statief. Het is dan zaak om te proberen de sluitertijd zo kort mogelijk te houden en een beetje een stevige hand te hebben.

Lichtbronnen zijn vaak te sterk

Doordat er zo weinig licht is en je juist de aandacht wilt focussen op het onderwerp kan het ook voorkomen dat de lichtbron zelf daardoor veel te sterk uitkomt. Het contrast met het onderwerp en de omgeving wordt dan erg groot. Ik probeer dan vaak eerst de lichtbron buiten beeld te laten, maar soms is dat niet mogelijk. En soms is het licht juist zó mooi als je het vanaf de bron fotografeert, zoals bij onderstaande foto in een oud huis in Georgië, waar we sliepen.

Soms is het juist mooi de lichtbron erbij te fotograferen.

Dit vind ik zelf één van de lastigste foto’s om te maken, want hoe zorg je nou dat het onderwerp en een beetje van de omgeving er mooi op staan, terwijl de lichtbron geen enorm storende factor wordt?! Vaak maak ik een aantal foto’s en speel ik een beetje met de belichting. Achteraf kies ik dan de beste. In de praktijk is de foto waarbij het onderwerp net ietsje onderbelicht is vaak de beste keus. De omgeving komt dan nóg donkerder (en soms daardoor wat mysterieus) over, terwijl de lichtbron nog enigszins acceptabel is. Je kan het onderwerp eventueel nog iets lichter maken in de nabewerking.

Achteraf corrigeren in de nabewerking

Ik ben geen voorstander van enorm gefotoshopte foto’s, maar in het geval van foto’s met weinig licht en / of veel contrast corrigeer ik toch vaak een beetje. Ik laat een te donkere achtergrond net wat lichter worden of een te felle lichtbron wat minder licht. Dit doe je door via “image, adjustments” bij de “shadows and highlights” (schaduwen en hooglichten) wat te spelen met de belichting. Je maakt de schaduwen lichter en de hooglichten donkerder. Bij deze foto zie je bijvoorbeeld dat met een minimaal verschil je foto meer details en kleur krijgt (de groene plant linksvoor of het gekleurde vloerkleed rechtsachter) doordat de schaduwen net wat minder donker zijn en dat de foto net wat prettiger kijkt.

fotograferen met weinig licht of veel contrast – shadows en highlights maakt soms net het verschil

Binnen fotograferen met kunstlicht

Ik probeer bij het binnen fotograferen zoveel mogelijk gebruik te maken van natuurlijk daglicht, dat door ramen of deuren naar binnen valt. Toch ontkom je er soms niet aan om foto’s te maken met kunstlicht. Zoals hier, in museumdorpje Pilgrimsrest. Door het kunstlicht zijn de foto’s erg geel. Ook dat is met nabewerken prima op te lossen. Opnieuw ga je via “image” naar “adjustments” en dan kies je voor “Color balance”, de kleurbalans. Door het geel wat blauwer te maken en het rood ietsje groener krijgt de foto weer een betere kleurbalans.

Het gele waasje van kunstlicht – met een fotobewerkings-programma is dit zo opgelost

Gebruik je groothoek: meer dan 1 voordeel

Zoals ik eerder al noemde is het probleem dat je weinig licht hebt als je binnen foto’s maakt op te lossen door het diafragma verder open te zetten. Dit houdt dan wel in dat je foto’s een kleiner stukje van je foto scherp weergeeft. Doordat een groothoeklens meer scherpte heeft, zelfs nog bij een diafragma van bijvoorbeeld 2.8 of 3.5, kun je het diafragma vaak verder open zetten. Daardoor is deze lens super te gebruiken bij slechtere lichtomstandigheden, zeker als je toch een foto wilt die van voor tot achter scherp is. In slecht verlichte gebouwen, zoals kerken en tempels kun je zo toch mooie foto’s maken. Bijkomend voordeel is dat je deze gebouwen voor een groot deel in beeld kunt brengen, door de grote hoek. Win – win dus.

Een groothoek is in dit soort situaties een win-win oplossing

Situaties met weinig licht buitenshuis

Uiteraard geld al het bovenstaande ook in situaties buitenshuis waar je te maken hebt met een beperkte hoeveelheid licht. Ook daar maak ik graag gebruik van het licht dat wel beschikbaar is. Bijvoorbeeld om contrasten vast te leggen, zoals hier in een donkere rotsspleet, waar precies wat licht naar binnen viel.

Ook buitenshuis moet je het licht soms “slim” gebruiken

Of om de sfeer te vangen, in een klein straatje in India, waar 2 mannen op een koude winterochtend een praatje maken, terwijl ze hun handen warmen aan een vuurtje. Door het weinige licht en het vuurtje, dat de hele omgeving blauw zet van de rook in de foto te vangen waan je jezelf bijna even in India. Vanwege de lange sluitertijd is de foto niet haarscherp en door de hoge ISO is er vrij veel ruis, maar toch is het haast niet mogelijk de sfeer beter weer te geven.

In het lage licht is de sfeer vangen soms het belangrijkste

Al met al zijn foto’s binnenshuis, of met weinig licht in de buitenlucht, niet de eenvoudigste om te maken. Ik ben er zelf ook nog altijd lerende in. Het is soms ook lastig vooraf te zeggen hoe een foto uitpakt met bepaalde instellingen en daarom des te leuker om ermee te experimenteren. Het resultaat is vaak bijzonder verrassend. En ik houd wel van een verrassinkje. 😉

Ga naar al mijn Fotografie blogs, of kies een andere bestemming »