Dambulla in een week – centraal in Sri Lanka

Dambulla is niet meteen één van de meest bijzondere plaatsen in Sri Lanka. Toch bleven wij er ruim een week. Met verbazing wordt er gereageerd door mensen die we ontmoeten, zodra ze erachter komen dat we acht nachten in Dambulla verblijven. Waarom wij dit stoffige stadje, dat vooral een verkeersknooppunt is, zo lang als thuisbasis hebben gebruikt? Het is de perfecte plek voor veel uitstapjes in de nabije omgeving. Binnen een uur reisafstand kan je hier enorm veel zien en doen. Dambulla ligt echt centraal in Sri Lanka. Bovendien houden wij echt van slow travel. Hoe onze week in Dambulla eruit zag? Dat lees je hier.

Dambulla rotstempel en Golden temple

Net ten zuiden van Dambulla ligt een enorme rots, met bovenin, op zo’n 150 meter hoogte vijf prachtige tempels, uitgehakt in de rotsen. Lange tijd moest je beneden aan de trappen een toegangskaartje kopen voor de grottempels, maar dit is (tijdelijk) afgeschaft en de grotten zijn nu gratis te bezoeken.

In een minuut of 20 klim je naar boven langs een aantal verkopers en een heleboel brutale makaken. Houd er rekening mee dat deze apen etenswaren zo uit je handen grissen als ze de kans krijgen en soms zelfs aan je broek gaan hangen. Hoewel ze niet agressief zijn is een apenbeet niet grappig en zal je daarna een serie tetanusprikken moeten gaan halen. Kijk ze daarom niet recht in hun gezicht aan en vermijd contact. Bovenaan de laatste trappen vind je een stalletje waar je verplicht je schoenen moet afgeven en waar je bij terugkeer een willekeurig paar schoenen kunt uitzoeken voor 25 roepies (15 cent), want een nummersysteem of iets dergelijks is er niet en de bewakers hebben geen idee welk paar schoenen van wie is. 🙂

Voordat je de rotstempel van Dambulla betreedt mag je hier je schoenen in bewaring geven

In de eerste grot is “slechts” een grote liggende Boeddha te zien in een schaars verlichte ruimte, een soort opwarmertje eigenlijk. De tweede grot is het meest spectaculair. Hier vind je tientallen Boeddha’s en zelfs enkele Hindoefiguren, uitgehakt uit de rotsen. Het plafond is kleurrijk beschilderd. Bijzonder in de derde grot vond ik het beeld van een koning, tussen alle Boeddha’s. Het blijkt de voorlaatste koning van Sri Lanka te zijn, die heeft bijgedragen aan de restauratie van de grotten. De laatste 2 grotten zijn weer minder bijzonder en in een half uur ben je wel uitgekeken, hoewel ik een hele tijd heb zitten genieten van het uitzicht vol groene jungle en de bergen, waaronder Sigiriya, in de verte.

De rotstempel van Dambulla

Dambulla Sunday market en Produce market

Elke zondag is er een grote markt in Dambulla en ook op donderdag is dit stadje extra levendig vanwege een markt. Dagelijks is er ook nog een enorme groente- en fruit overslag hier. Alles wat in de wijde omgeving ’s ochtends vers van het land gehaald wordt komt hier bij elkaar om vervoerd te worden naar Colombo. Het is een enorme drukte en de vrachtwagens vol verse etenswaren staan wiel aan wiel terwijl meer vrachtwagentjes af en aan rijden. Zeker de moeite om even rond te kijken, vooral tussen 12 en 3 als de drukte op haar hoogtepunt is.

De verschillende markten van Dambulla zijn zeker een bezoekje waard

Sigiriya

Ongeveer 40 minuten met de bus vanuit Dambulla ben je in Sigiriya, waar de wereldberoemde leeuwenrots staat. Deze 200 meter hoge rots zie je al vanuit de verte opdoemen en trekt momenteel zo’n 1000 bezoekers per dag. Gezien het feit dat er 1 smalle trap voor zowel naar boven als naar beneden is levert dit de nodige file op en een bezoek aan Sigiriya plan je dus het best zo vroeg mogelijk, zodat je de drukte en de warmte voor bent. Pas verder op voor horzels, die hier zo nu en dan eens agressief worden. Op zo’n moment wordt het bovenste deel van de rots tijdelijk afgesloten.

Een kaartje voor de tuinen, het kleine museum en de leeuwenrots zelf kost momenteel 5000 roepies, omgerekend een kleine 30 euro. Een absurd bedrag, waar de gemiddelde Sri Lankaan meer dan een week voor moet werken en 80 keer zoveel als de lokale bevolking betaalt. Er is echter een goedkoper alternatief, dat bovendien een stuk rustiger is.

Een kilometer verderop vind je nog een rots. Pidurangala is iets minder hoog, maar kost dan ook slechts 500 roepies (zo’n 3 euro), dat als een verplichte donatie gevraagd wordt door de eigenaars van de tempel beneden aan de rots. In een half uur klim je naar boven, met een beetje mazzel zonder ook maar iemand tegen te komen. Als je bijna boven bent kom je een grote liggende Boeddha tegen en een steen vol eeuwenoude inscripties. De laatste 30 meter is het echt klimmen over grote rotsen en door spleten en daarna… valt je mond open. Je kijkt weids uit over kilometers aan groene vlakte met daar middenin de leeuwenrots, een bizar gezicht. Wij waren enorm onder de indruk en zaten wel een half uur stil te kijken voor we de laatste meters omhoog liepen naar de vlakke, kale top, waar je 360 graden uitzicht hebt, tot aan Dambulla toe.

Op Pidurangala heb je een schitterend uitzicht op de leeuwenrots van Sigiriya

Minneriya en Kaudulla National Park

In de omgeving van Dambulla zijn verschillende wildparken, waar je een jeepsafari kunt maken om olifanten te zien. Wij hebben lang getwijfeld om dit te doen, omdat de parken allemaal steeds drukker worden en van een echte safari in Sri Lanka vaak amper meer sprake is. File rijden is het en regelmatig sta je met meer jeeps dan olifanten op een te krappe ruimte. Bovendien is de prijs voor een dergelijk rondje door een park niet gering. Wij betaalden uiteindelijk zo’n 65 euro voor 2 personen om een middagje dieren te spotten, doordat we een jeep hebben gedeeld met andere reizigers. Kinderen zijn, net als overal in Sri Lanka, dan wel weer gratis.

Per seizoen wordt gekeken in welke van de parken de meeste olifanten zijn en daar ga je dan naartoe. Op het moment dat wij er waren was dit Minneriya, een mooi natuurgebied om een groot meer heen. We waren vrij vroeg, zo rond half 3 in de middag, waardoor het nog aardig rustig was qua jeeps. Toch zagen we al genoeg olifanten, meteen bij onze eerste blik op het meer. Ook aan vogels, buffels en apen geen gebrek en we zagen zelfs een zonnende krokodil. Telkens als we olifanten zagen stonden we met een jeep of 5 tot 10 en dat is prima te doen. Pas later, toen we terug reden stonden we even vast, omdat er wel 30 of meer jeeps stonden te kijken naar de groep olifanten die wij eerder al gezien hadden. Kom dus vroeg als je de kudde voor wilt zijn. En met kudde bedoel ik dan niet de olifanten.

Vanuit Dambulla ligt o.a. Minneriya op ongeveer een half uurtje rijden

Polonnaruwa

Een leuke dagtrip vanuit Dambulla is naar Polonnaruwa, één van de voormalige hoofdsteden van Sri Lanka. Met de bus ben je er in anderhalf uur, met de auto in een uurtje. Kom je met eigen vervoer dan kan je jezelf van tempelruïne naar stupa naar paleisruïne laten rijden, maar je kunt in Polonnaruwa ook op verschillende plekken fietsen huren om tussen de oudheden rond te fietsen. Verwacht wel een warme en stoffige fietsrit, maar de ruïnes liggen vrij dicht bij elkaar, dus het is wel te doen. Voor een dagkaart mag je tegenwoordig ruim 25 euro aftikken, best prijzig voor wat je te zien krijgt vonden wij.

Polonnaruwa is een leuke dagtrip vanuit Dambulla

Anuradhapura

Een andere leuke dagtrip is Anuradhapura, nog iets langer geleden de hoofdstad van Sri Lanka, met een geheel andere sfeer dan Polonnaruwa. Heb je daar vooral het idee in een wat “doods” museum rond te rijden, echt tussen de archeologische vondsten, in Anuradhapura is alles bijzonder levendig en dat weten de vele apen ook. Hier dwaal je rond tussen de enorme, witgekalkte stupa’s, versierd met olifanten, die volop in gebruik zijn bij de lokale bevolking om hun eer aan Boeddha te bewijzen.

Officieel koop je hier, net als in Polonnaruwa een dagkaart voor 25 dollar, maar de oude Bodi-boom en een heel aantal van de stupa’s zijn gewoon gratis te bezoeken. Weinig tijd? Hoe kies je nou tussen deze 2 highlights van Sri Lanka? Lees vooral dit blog even als je, net als wij, niet kan kiezen aan welke van deze 2 highlights je jouw zuurverdiende centjes uit wilt geven, want zeker voor een gezin van 4 loopt de prijs flink op. Bij de Bodi-boom moet je als buitenlander een apart kaartje voor 200 roepies (ruim een euro) kopen, mits de man bij de kaartverkoop jou in de drukte weet te spotten en bij de indrukwekkende Thuparama stupa en de Ruwanweli stupa wordt er niet gecontroleerd of je wel of geen toegangskaart hebt. Ook het prachtige uitzicht op één van de meren van Anuradhapura is geheel gratis. Wij genoten van een heerlijke picknick aan het Tissa Lake. Net buiten Anuradhapura vind je Nellikulama, een park waar 500 papiermaché monniken op een rij staan, een bizar gezicht. Je betaalt hier 500 roepies om in een half uurtje langs de monniken te wandelen.

Anuradhapura is vooral bekend vanwege haar stupa’s, maar heeft meer te bieden

Mihintale

Voor een fenomenaal uitzicht en een fijne sfeer moet je in Mihintale zijn. Wie voeg op pad gaat kan Mihintale combineren met Anuradhapura, maar zonder eigen vervoer wordt dat wel een hele lange dag. Mihintale ligt ruim 10 kilometer van Anuradhapura en deze heilige berg is in een half uurtje te beklimmen, of in een kwartier vanaf de parkeerplaats halverwege. Hier geniet je samen met een enorme, witte Boeddha, een stupa waar een tempeltje tegenaan gebouwd is en een rotsachtige piek van een 360 graden uitzicht over een groot deel van Noord Sri Lanka. Ook hier weer 500 roepies entree.

De sfeer en de uitzichten van Mihintale zijn moeilijk te evenaren

Jungle en ruïnes van Kaludiyapokuna

Een kilometer of 5 buiten Dambulla vind je een groot meer: Kandalama. Aan de andere kant van de weg is een prachtig landschap van rijstvelden, fruitbomen en akkers. Wie de moeite neemt om in een half uurtje het meer heen te rijden en de afslag naar één van de ongeasfalteerde weggetjes te nemen, dat steeds smaller en hobbeliger wordt komt na een kilometer of 10 bij Kaludiyapokuna. Hier zijn meer dan 1300 jaar geleden een tempel, een stupa en de slaapvertrekken van de monniken gebouwd, om in de loop van de tijd verlaten te worden en nu door de jungle te worden overgenomen.

De atmosfeer is zoals de meer afgelegen tempels van Angkor in Cambodja, maar deze plek, vol lianen, enorme ficussen en ebbenhout-bomen zal je hoogstwaarschijnlijk helemaal voor jezelf hebben. Wij zagen er 2 soorten apen en kameleons, maar er wonen hier ook stekelvarkens, wilde zwijnen, herten en zelfs nog een paar luipaarden, maar die blijven eigenlijk alleen op de hoger gelegen berghellingen. Je kunt hier dus gerust rondlopen, maar een gids om je alle plekken aan te wijzen is wel handig, want in de dichte jungle zie je makkelijk iets over het hoofd. De eigenaar van Takeshi Inn, Dambulla, kan je er alles over vertellen. Kaludiyapokuna is trouwens helemaal gratis.

Je zult in Kaludiyapokuna bij Dambulla waarschijnlijk de enige bezoeker zijn en in alle rust kunnen genieten

Zwemmen in de tuin van een resort

Ondanks dat ons eigen guesthouse geen zwembad had en we daar dus ook geen hogere kamerprijs voor hoefden te betalen, hebben we verschillende keren gezwommen in Dambulla. Tegen betaling mag je in een aantal resorts gebruik maken van het zwembad. Wij konden in de tuin van het Gampaha hotel zwemmen als we er daarna gingen lunchen of dineren. Aangezien we toch moesten eten was dit geen enkel probleem en de heerlijke tuin vol bomen was een erg fijne plek om een paar uurtjes af te koelen na een ochtendje sightseeing. Bovendien ligt dit hotel op loopafstand van ons eigen guesthouse.

Overnachten in Dambulla

Dambulla is eigenlijk vooral een druk verkeersknooppunt en veel van de accommodatie hier ligt pal aan de weg. Verwacht dus geen hele stille slaapplek, vaak hoor je op de achtergrond de bussen en vrachtwagens langsrijden. Alleen de duurdere resorts liggen verder van de weg af, maar die vind je dan ook weer vaak echt buiten het dorp, waardoor je voor alles eerst een kwartier onderweg bent. De prijs-kwaliteit verhouding bij Takeshi Inn in combinatie met de gastvrijheid van de vriendelijke familie, die helemaal weg was van onze kids, hebben ons verblijf hier echt tot een fijne tijd gemaakt. Een mooi compromis, met heel betaalbare accommodatie met eigen zwembad én een eindje van de weg af gelegen, niet al te ver van de tempels is trouwens Anon Rest. De reviews zien er goed uit, dus zeker het proberen waard!

Dambulla Takeshi Inn, een fijne slaapplek

Eten in Dambulla

Er is in Dambulla keus genoeg aan eetgelegenheden. Van goedkope lokale restaurantjes tot duurdere op toeristen gerichte hotspots met een Westerse menukaart en de pittig geprijsde resorts. Je hoeft hier zeker geen honger te lijden.

Extra tips Dambulla

• Zorg dat je standaard een paar sokken in je tas hebt zitten, om aan te trekken bij het bezoeken van (oude) tempels en stupa’s. De grond wordt er onwijs heet in de brandende zon.
• Neem als vrouw een sjaaltje mee om je schouders mee te bedekken, dit is voor het betreden van de tempelcomplexen en stupa’s verplicht.
• Vooraf proviand inslaan als je er op uit gaat is hier nergens nodig. Overal is genoeg te koop en eten en drinken is nergens duur.

Ga naar al mijn Azië blogs, of kies een andere bestemming »